Groningen krijgt noodopvang voor 500 vluchtelingen

In de stad Groningen komt op korte termijn een noodopvang voor 500 vluchtelingen die nog niet in het aanmeldcentrum van Ter Apel terecht kunnen. Burgemeester Peter den Oudsten verwacht 'binnen nu en een week, tien dagen' een locatie aan te wijzen.
'Wij moeten haast maken met die zoektocht', zegt Den Oudsten tegen RTV Noord. 'Het gaat om de onmiddellijke opvang van mensen die niet heel erg lang blijven. We hebben tegen het COA gezegd dat we daar open voor staan.'

Omwonenden

Welke locaties Groningen op het oog heeft, wil Den Oudsten nog niet zeggen. 'Dat wil ik sowieso eerst met omwonenden communiceren. Maar ik verwacht dat het op één locatie kan.'

Net als Zwolle en Assen

Groningen is door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) gevraagd om op korte termijn 500 vluchtelingen op te vangen, omdat de noodopvang in Ter Apel overvol is. De IJsselhallen in Zwolle en de TT-Hall in Assen zijn inmiddels ook al als noodopvang ingericht. Na een kort verblijf van een paar dagen of weken op deze locaties - een soort wachtkamers met stapelbedden - start voor vluchtelingen de asielprocedure.

Geen protest

De gemeenteraad nam in september 2014 unaniem een brede motie aan waarin burgemeester en wethouders werd opgedragen om mogelijkheden te zoeken om ruimte te bieden aan vluchtelingen. Den Oudsten verwacht niet dat de Groninger samenleving zal protesteren tegen de komst van honderden vluchtelingen.
'Die motie van de raad was een fantastisch signaal', zegt Den Oudsten. 'Ze zeiden: Groningen is een gastvrije stad. En ik verwacht dat de samenleving van Groningen die houding zal volgen.'

Locaties voor langer verblijf

Het gemeentebestuur is samen met het COA ook nog op zoek naar één of meerdere locaties met plek voor in totaal 1.000 tot 1.200 asielzoekers. Dat zijn locaties waar vluchtelingen langere tijd kunnen wonen, totdat duidelijk is of ze in Nederland mogen blijven. 'Ik schat in dat die zoektocht binnen één of twee maanden wel tot een uitkomst leidt', zegt Den Oudsten.