KNMI: 'Dagenlange ijzeloverlast gebeurt hooguit eens per generatie'

Met de intredende dooi komt een einde aan een periode met ijzel en gladheid in onze provincie. Volgens klimatoloog Rob Sluijter van het KNMI gebeurt zoiets hooguit eens per generatie.
Sluijter vond in de archieven een paar vergelijkbare situaties. De eerste is de 'ijzelramp' van 2 maart 1987. 'Toen zaten de vogeltjes zeg maar doodgevroren in de bomen, er was veel schade en de elektriciteitsmasten knapten.'

IJzel ligt stil

Iets recenter is de periode van 12 tot 17 december 2002. Toen gold er drie dagen een weeralarm. Toen trok ijzel over het land, in tegenstelling tot nu. 'Het bijzondere van de situatie nu is dat het min of meer stil ligt boven het noorden van het land.'

Luchtstromen botsen

De zware, 'plakkerige', koude lucht blijft hangen, stelt Sluijter. De lichtere, warme lucht glijdt hier aan de bovenzijde langs. Op de plek waar beide luchtstromen botsen, ontstaat neerslag.

Schaatsen door de straten

Vanuit De Bilt ziet Sluijter op tv mensen schaatsen door de Groninger straten. Iets wat hij zelf ook deed, maar dan in het zuiden. Dit was in de winter van 1978/1979, toen in het noorden sneeuwduinen tot drie tot vier meter ontstonden.
'In het zuiden van het land was er toen sprake van hevige ijzel, waarbij de mensen over straat schaatsten. Dat heb ik zelf toen ook gedaan naar school.'