Sectierapport: Jesse van Wieren mogelijk levend begraven

'Ik kan wel janken. Ik ben geen moordenaar, ik wilde dit niet', dat heeft Rhowan P., de verdachte in de moordzaak van Jesse van Wieren uit Leens, laten optekenen in een verhoor.
Maandag is de eerste zitting van het proces. Het gaat om een proforma-zitting. De zaak wordt niet inhoudelijk behandeld omdat er eerst nog een aanvullend onderzoek wordt gedaan.
Het lichaam van Van Wieren (28) werd na een zoektocht van een paar dagen gevonden in de tuin Van P. in Kloosterburen, vlakbij de kroeg waar hij op Oudjaarsavond voor het laatst werd gezien. P. werd hierop, samen met medeverdachte Desirée, gearresteerd. Later werd duidelijk dat Van Wieren door geweld om het leven is gebracht en dat P. kampt met psychische problemen.

Noodweer

P. beroept zich tijdens het proces op noodweer, maar volgens het OM is er sprake van moord. Het OM baseert dit mede op een verklaring van medeverdachte Desirée G. Noodweer is volgens het OM op dit moment niet aan de orde.

Geslagen en gestoken

Uit een voorlopig sectierapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) blijkt dat Van Wieren is gestompt, geslagen, met een ijzeren staaf is bewerkt, gestoken met een mes en er is geprobeerd hem te wurgen. Vervolgens is hij begraven. Er valt volgens het rapport niet uit te sluiten dat Jesse op dat moment nog leefde.

Bloedverlies

Of van Wieren levend is begraven staat echter niet vast. Het definitieve rapport is nog niet af. Daarom maakt advocaat Japke Boelstra bezwaar tegen het opnemen van dit mogelijke feit in de dagvaarding. Volgens haar is het suggestief en slecht voor de beeldvorming over P..
Misdaadverslaggever Peter Steinfort vindt dat het noemen van het levend begraven niet zomaar suggestief is. 'Het kan juridische consequenties hebben. Als het waar blijkt te zijn, kan dat hogere straffen tot gevolg hebben.'
De doodsoorzaak waar het OM voorlopig vanuit gaat, is bloedverlies. De verwachting is dat de inhoudelijke behandeling van de zaak na de zomer plaatsvindt.

Lees ook