Het briefje van oudoom Gerke uit concentratiekamp Vught

Verslaggever Rob Mulder ging woensdagochtend op zoek naar verhalen over zijn oudoom Gerke de Vries. Geboren op 9 december 1912 en doodgeschoten op 22 augustus 1944 in Vught. Hij werd 31 jaar.
'Ik heb Oom Gerke niet gekend, maar toch is hij al mijn hele leven, vooral op 4 mei, heel dicht bij me. Ik heb vreselijk met hem te doen. Weten dat je doodgeschoten wordt, want dat wist hij, moet toch ongeveer het ergste zijn wat je kan gebeuren.'

Briefje

'Ik weet dat hij het vreselijk vond om ze achter te laten, want oom Gerke schreef een brief. Hij verstopte zijn afscheidsbrief in een verwarmingsbuis in het concentratiekamp Vught. Een nuchtere, realistische en hartverscheurende brief.'
Vooral de eerste zin maakt diepe indruk op Mulder: "Lieve Truus, wanneer je dit briefje zult ontvangen zal ik er niet meer zijn."
'Ik heb die zin al 1000 keer gelezen en nog steeds kost het me moeite om de impact ervan te begrijpen.'
Verzetsgroep
Gerke de Vries maakte onderdeel uit van de K-groep. Een verzetsgroep in de stad Groningen. Gerke was ambtenaar. Hij verdeelde distributiebonnen waarmee mensen eten en drinken konden kopen.
Hij drukte bonnen achterover voor Joodse onderduikers. De K-groep zocht onderdak voor joden en probeerde ze in leven te houden.

Verraden

Wat Gerke deed stelde in theorie niet zoveel voor, maar er stond wel de doodstraf op. De K-groep werd verlinkt door een student die zich had aangemeld als iemand die veel wist van de bunker in Delfzijl.
Hij bleek een infiltrant en verraadde de vijftien leden van de groep. Ze worden allemaal gefusilleerd in Vught. De leider van de groep, Hessel van der Zee, werd op 3 juni 1944 opgepakt.
Gerke 24 dagen later, op 27 juni. Via het Scholtenshuis en het huis van bewaring belandden ze allemaal in Vught. Daar vonden ze hun einde, kort voor de bevrijding van kamp Vught op 26 oktober 1944.

'Dei aarme kinder'

Toen de Duitsers Groningen ontvluchtten in april 1945, trokken grote groepen jonge Duitse soldaten langs het Boterdiep de stad uit, richting Delfzijl. Mulder: 'Mijn oma, haar ouders en broers en zusters bekommerden zich om die jongens. Vanuit hun gezamenlijke woning aan de Bedumerweg deelden ze eten en drinken uit aan 'dei aarme kinder'.'
'Ik hoor het mijn oma nog zeggen. Want het waren jongens, kinderen nog. Zij, ook mijn tante Truus, konden ze heel goed los zien van het grote, onmetelijke kwaad dat hen Gerke had ontnomen.'

Herdenking

Op de Rooms-Katholieke begraafplaats was woensdagochtend een herdenking voor alle oorlogsslachtoffers. Op dit kerkhof ligt ook Gerke de Vries begraven.