OPINIE: Groningen is nog lang geen startup-mekka

Marco Smit
Marco Smit © RTV Noord
De stad Groningen scoort hoog in de lijst van startup-steden. Directeur Marco Smit van de Economic Board Groningen vindt dat die notering nauwelijks iets betekent. Hij roept studenten op ondernemender te zijn.
Door Marco Smit

Groningen is het mekka voor startups. De stad heeft zelfs meer startups dan in Amsterdam! Zo kopte het nieuws een tijd geleden. Ik kan daar weinig mee. In de eerste plaats is het van nul en generlei belang of we meer startups hebben dan Amsterdam. Dat zegt meer over Amsterdam dan over Groningen.
Met een hoog Calimero-gehalte: 'Zie je nou wel, iedereen heeft het wel altijd over Amsterdam, maar wij zijn ook heel belangrijk…'. Ik kwam het vorige week ook tegen in het Financieele Dagblad, toen het ging over de overspannen woningmarkten in Amsterdam en, jawel (!), de stad Groningen. Je hoort het je buurman al zeggen terwijl hij op zaterdag zijn auto wast: 'Kijk eens, wij doen echt mee, onze huizen zijn een zeepbel, net als in de Pijp.' Het is maar waar je trots op wilt zijn.

Smoesjes

Ik denk dat Groningen eerder veel te weinig startups heeft. Meer dan 50.000 studenten betekent 50.000 potentiële startups. En in 2015 waren het er slechts 111. Ik neem mijn hoed extra diep af voor die 111, maar waar blijven die overige 49.889? Elke student heeft een gezond stel hersens en barst van de ideeën en de ambitie? Waarom studeer je anders aan de Hanzehogeschool of de RUG, toch zeker niet om parttime beleidsmedewerker schadeafhandeling te worden bij een middelgrote zorgverzekeraar?
Studenten hebben niks te verliezen, geen kinderen of hypotheken of andere smoesjes die de gemiddelde 35-plusser ervan weerhouden om nog voor zichzelf te beginnen. Dus waarom zo weinig? En uitdagingen te over, kijk maar om je heen; de energietransitie, aardbevingen, vergroening van het Chemiepark in Delfzijl, werkloosheid, vergrijzing…

Elke student een ondernemer

Na vijf jaar in Boston te hebben gewoond en gewerkt en daarna vijf jaar kantoor te hebben gehouden in Tel Aviv ervaar ik nu letterlijk en figuurlijk een wereld van verschil tussen deze plekken en Groningen. In Tel Aviv en Boston is elke student een potentiële ondernemer.
Op universiteiten in deze steden wordt je geleerd dat het beter is om een baan uit te vinden, dan een baan te vinden. Universiteiten en bedrijfsleven zijn daar natuurlijke partners. Beide vanuit hun eigen kracht. Geen onderzoek om het onderzoek, maar vaak met een maatschappelijk of economisch doel.

Vallen en opstaan

Hoogleraren die daar academisch ook maar iets voorstellen, adviseren startups, waarvoor ze overigens goed worden betaald. Ze nemen die praktijkervaring weer mee naar de collegebanken van universiteiten als MIT en Harvard, niet de minste. Docenten als rolmodellen en inspirators. En studenten als potentiële ondernemers, zonder ook maar één cent subsidie. Keihard afgerekend door durfkapitaal. Niet presteren is gelijk stoppen. Vallen en weer opstaan en dan doorgaan.
Bij de startups die daaruit voortkomen zitten niet alleen maar flitsende appjes-bouwers, maar ook gedreven ondernemers die levensreddende medicijnen bedenken, medische hulpmiddelen uitvinden en nieuwe energiebronnen aanboren. En wat nou zo mooi is: als die startups die pillen, protheses of zonnepanelen gaan produceren, dan doen ze dat veelal een kilometer of veertig buiten de stad. Daar zijn de werknemers aanwezig die met hun handen kunnen werken, daar is de grond aanwezig en daar is de logistiek handiger geregeld.

Hersens en handen
En waar kan dat nou beter dan in Groningen: een enorme hoeveelheid kennis in de stad, broedplaatsen aan de rand van de stad (EnTranCe, BuildinG) en productie in de regio (Eemshaven, Delfzijl). Hersens en handen, we hebben het allemaal, maar het praat veel te weinig met elkaar. Natuurlijk is Groningen nog geen Boston of Tel Aviv, maar het goud hebben we in handen.
Marco Smit is directeur van de Economic Board Groningen, de organisatie die de economie in de aardbevingsregio stimuleert.
Lees hier een eerdere opinie van hem.