Expeditie Spitsbergen; alles op een rij

Eén keer per jaar reist RUG-onderzoeker Maarten Loonen voor twee maanden af naar Spitsbergen voor onderzoek. RTV Noord-verslaggever Steven Radersma ging dit jaar mee en deed van elke dag verslag.

Een jongensdroom

In die tijd verblijft Loonen in het noordelijkste dorpje ter wereld: Ny-Ålesund. Hij doet daar uitgebreid onderzoek klimaatverandering en brandganzen. Ondanks het desolate landschap vindt de onderzoeker zijn jaarlijkse avontuur 'letterlijk een jongensdroom'.

Met geladen geweer op zoek naar brandganzeneieren

'We zijn nu in de wildernis, het begint mistig te worden en ijsberen zijn dol op eieren.' Maarten Loonen is op missie naar het Prins Heinricheiland in Spitsbergen om uit te zoeken hoeveel eieren van de brandgans zijn uitgekomen.

Toeristen op Spitsbergen: 'We hebben nog geen ijsbeer gezien'

Een paar keer per week wordt het poolstation van Ny Ålesund in Spitsbergen overspoeld. Niet door een grote golf, maar door toeristen die een cruise maken. En dat vinden wetenschappers niet zo erg.

Smeltende ijsmassa's: 'Het is constant alsof het dondert'

'In 1991 zat dit eiland nog vast aan de gletsjer, en nu is daar kilometers lang water tussen', vertelt Loonen, dobberend in een bootje op enkele honderden meters afstand van de gletsjer. Loonen ziet met eigen ogen welke gevolgen de opwarming van de aarde heeft.

'Een dag duurt hier maandenlang'

Doordat het dorpje bijna bovenop de wereld ligt en de aarde iets gekanteld staat ten opzichte van de zon wordt het zomers nooit donker. Vanaf eind april tot eind augustus blijft de zon boven de horizon.

'IJsberen zien mensen als lekkere hapjes'

Ook al is hij er niet vaak te zien, alle bewoners van onderzoeksdorp weten dat hij zomaar kan opduiken: de ijsbeer.

Meeuwenpoep voor walvisvaarders

Vlakbij het poolstation bevindt zich een aantal graven van -naar wordt aangenomen- Nederlandse walvisvaarders. De Hollanders waren in de eerste helft van de zeventiende eeuw erg actief in deze regio. Maar velen haalden de thuisreis niet. Een groot deel van hen stierf aan scheurbuik, veroorzaakt door een tekort aan vitamine C. Dat kon worden genezen met lepelblad, dat prima gedijt vanwege de aanwezigheid van grote drieteenmeeuwen.