OM wil tweeduizend euro terug van overvaller juwelier

Het gaat om de opbrengsten van de sieraden die de man op 2 november 2014 zou hebben buitgemaakt. De 22-jarige man uit Assen woonde destijds nog in Groningen en had met één of twee anderen de ruit van de juwelierszaak aan de Gelkingestraat ingeslagen met een moker. Met een voorraad sieraden gingen ze ervandoor.

De politie spoorde later de destijds 20-jarige man op. Hij werd in februari vorig jaar veroordeeld tot tien maanden gevangenisstraf, waarvan vier voorwaardelijk. Maar zijn compagnon(s) wist(en) te ontkomen, waarschijnlijk met de buit. Een paar dagen later kreeg de politie een telefoontje van de broer van de aangehouden man. Die wilde in ruil voor tipgeld meer vertellen over de sieraden.

Veel is er niet met het telefoontje gedaan. 'De man heeft vier of vijf broers, we weten niet welke het was', zei de officier van justitie. Hij redeneert dat de buit wel in de (criminele) familie is gebleven en dat de Assenaar daar ook van geprofiteerd heeft. 

De officier gaat ervan uit dat de daders een opbrengst hebben gehad van zo'n 40 procent van 10.000 euro, de inkoopwaarde van de sieraden. Dat deelde hij door twee, omdat er in zijn ogen twee daders waren.

Volgens de advocaat van de man is dat een te gemakkelijke aanname. 'Criminelen flessen elkaar bij het leven.' Hij stelt dat als de man er al iets aan heeft verdiend, tweeduizend euro een te hoog bedrag is. Hij gaat uit van ruim zeshonderd euro illegale winst. De Assenaar is ook in beroep gegaan tegen de celstraf.

Uitspraak over twee weken.