Aardbevingen nauwelijks van invloed op economie Noord-Groningen

© FPS / Jos Schuurman
De economie van Noord-Groningen wordt sterk bepaald door de bevolkingskrimp. De aardbevingen zijn minder van invloed. Dat blijkt uit de Monitor Noord-Groningen 2016 van de Economic Board Groningen (EBG). Deze monitor verschijnt aanstaande maandag.
Door: Theo Sikkema

De EBG wil weten welke effecten het programma van de EBG heeft op de economie van de negen gemeenten in het aardbevingsgebied.
Om dat te kunnen vaststellen hebben economen van de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool de huidige situatie in de negen Noord-Groninger gemeenten gemeten. Het gaat om De Marne, Winsum, Eemsmond, Bedum, Ten Boer, Loppersum, Appingedam, Slochteren en Delfzijl.

Nulmeting

Voor deze 'nulmeting' is gekeken naar zaken als bevolkingsontwikkeling, huizenprijzen, inkomens van bewoners, werkgelegenheid en werkloosheid en bedrijvigheid in de regio.

Jaarlijks herhalen

Om een goed beeld te krijgen, zijn de resultaten vergeleken met de situatie in de rest van Groningen, overig Nederland en andere krimpregio's. De EBG wil deze meting jaarlijks doen omdat de gegevens belangrijk zijn voor het bepalen van de strategie en het uitvoeren van stimuleringsprogramma's.

Geen gevolgen aardbevingen

Een conclusie uit het onderzoek is dat met name de bevolkingskrimp effect heeft op de regionale economie. De gevolgen van de aardbevingen zijn niet goed terug te vinden in bijvoorbeeld de prestaties van ondernemingen. Die komen namelijk overeen met hoe bedrijven het doen in vergelijkbare krimpregio's zoals Noordoost-Friesland, zuidelijk Limburg, Zeeuws-Vlaanderen, de Achterhoek en Oost-Groningen.

Emoties hoog, economische effecten klein

'We zien slechts beperkte invloeden vooral op de huizenprijzen. Je moet niet vergeten dat het wel even kan duren voordat je een economisch effect van iets krijgt. De emoties in het aardbevingsgebied zijn hoog, maar de economische effecten zijn klein,' stelt onderzoeker Karel Jan Alsem, lector Marketing aan de Hanzehogeschool.
Het onderzoek bevestigt het beeld van Noord-Groningen als perifere regio met geen sterke economische basis. De werkloosheid is er relatief hoog, de bedrijvigheid kent geen snelle groei, de bevolking krimpt en vergrijst en de huizenprijzen dalen.

Noord-Groningen wijkt nauwelijks af

De economische positie van Noord-Groningen wijkt nauwelijks af van die van andere krimpregio's en de aardbevingen blijken dus maar een beperkt effect te hebben op de economische positie van de regio. De vraag die voorligt, is hoe de economische positie versterkt kan worden.

Geïntegreerd met andere regio's

'De fout die mensen vaak maken, is dat de regio wordt bekeken als een geïsoleerd gebied. Maar het is geïntegreerd met andere regio's.' Dat zegt Steven Brakman, hoogleraar Internationale Economie aan de RUG. Hij is een van de onderzoekers. 'De Stad Groningen domineert het gebied en dat zie je terug. Daar is op zich niks vreemds aan.'

Honderd miljoen lijkt heel wat

De lokale werkgelegenheid kan volgens Brakman wel wat aan gedaan worden. In de innovatie op energie en landbouw kan een cluster ontstaan. 'De honderd miljoen die het Economic Board Groningen beschikbaar heeft lijkt heel wat, maar is het om veel effect te bereiken niet hoor.'
De Monitor laat eveneens zien dat de economie van de negen gemeenten die samen het aardbevingsgebied vormen, sterk afhankelijk is van activiteiten buiten de regio. Zo werkt meer dan de helft van de werknemers die in Noord-Groningen wonen, buiten het gebied. Ze werken vooral in de stad Groningen.

Normaal beeld

Van de ruim 50.000 werkenden, werken bijna 32.000 in de regio zelf. Ruim 15.000 werknemers uit Noord-Groningen werken in de Stad Groningen. 'Je ziet dat veel forenzen dicht bij de stad wonen. Dat is een normaal beeld in een stedelijke omgeving', zegt Alsem. Hoe groot het forenzenverkeer, de zogeheten pendel, voor de Eemshaven en het industriegebied Delfzijl is, is niet in het onderzoek meegenomen.
Ten aanzien van de bedrijvigheid zelf in deze regio geldt dat ruim negentig procent tien medewerkers of minder heeft. Dit zorgt voor vierenveertig procent van de werkgelegenheid. In vergelijking met Nederland als geheel is dit een hoog percentage, omdat het landelijk dertig procent is.

Cijfers waardevol

De cijfers uit de monitor zijn waardevol voor de EBG zeggen de onderzoekers. Het inzicht dat per gemeente de economische positie verschilt, is belangrijk voor de inzet van stimuleringsprogramma's. Ook bijvoorbeeld het gegeven dat de exportprestaties van de bedrijven achterblijven, kan voor de EBG reden zijn daar extra aandacht aan te schenken.

Drempel verlagen

'Landbouw en chemie zijn sterk vertegenwoordigd', legt Brakman uit. 'Ik zie een rol voor de Kamer van Koophandel om kleinere bedrijven te helpen een eventuele drempel, bijvoorbeeld op het gebied van wet en regelgeving, te verlagen.' Als de exportfinanciering een probleem is, kan de EBG volgens Brakman een rol spelen.

Minder innovatief

Ten aanzi en van het vergroten van de export deed Alsem onderzoek. 'Noordelijke bedrijven zijn minder innovatief en de drive naar export zit hier vaak aan vast. Één van de oorzaken is ook meer participeren in netwerken. Dat is van belang om de exportprestaties te vergroten.'
Het wordt uit De Monitor niet duidelijk of de aardebevingsproblematiek behoudens dalende huizenprijzen op termijn nog andere economische effecten teweeg brengt.