Column: Kies elkaar

© RTV Noord
Roberto rijdt 130, maar de auto klapt en zwiebert wel heel erg op en neer. Ik kijk bezorgd opzij. Hij haalt zijn schouders op. 'Het is een oud ding, het hoort zo'.
Op de Rastplatz van de Autobahn gaan we toch maar even kijken. Al snel zien we een tot op de velg kapotgereden rechtervoorband. We zijn op weg naar Italië. We moeten nog 1000 kilometer. Ik krik Roberto's oude Micra omhoog en verwissel de band. Honderd kilometer verderop, bij een Gaststätte bij Keulen, kan ik mijn met olie besmeurde handen pas wassen. En daar zie ik wat er is gebeurd.
Ik heb mijn, onze, trouwring verloren. Een rondje witte huid siert mijn kale ringvinger. Ik had die ring op het dak van de auto gelegd om het ding niet te bevuilen tijdens het banden wisselen. Het moet daar van de auto zijn gevallen toen we onwetend de Autobahn weer opreden. Vloekend loop ik de wc uit. Roberto kijkt me nieuwsgierig aan, en ziet dan de kale vinger. Hij barst in huilen uit. En ik daardoor ook. Die ring staat voor zoveel moois in ons leven. Voor samen oud worden, reizen en thuiskomen, begrip, veiligheid, speelsheid en groei, vertrouwen, dat we zo blij zijn dat we elkaar zijn tegengekomen in dit leven.
Snikkend rijden we de Autobahn op richting het zuiden. We realiseren ons dat we de ring nooit meer zullen terugvinden. We weten niet eens op welke parkeerplaats we de band hebben verwisseld. Kilometers lang proberen we elkaar te troosten. Het is eigenlijk maar een ding, zo'n ring. We gaan een nieuwe halen. Nee, twee nieuwe. Een trouwring heeft veel waarde maar onze liefde nog meer. Langzaam komen we tot rust, maar het trieste gevoel blijft.
Twee weken later rijden we opnieuw op de Autobahn, deze keer richting het noorden. Ik zoek op de radio naar wat muziek en Roberto concentreert zich op de linkerrijstrook en de vrachtwagen die hij inhaalt. Opeens zwiept hij met de auto naar rechts. 'Hier was het! Ik herken dit! Als er straks een bordje met 'WC 20 km' staat is hierboven de parkeerplaats waar de ring ligt.' En verdomd, daar staat het. 'WC 20 km.'
Hoopvol en geëmotioneerd kijkt hij me aan. We rijden de snelweg af en de parkeerplaats op. Intuïtief zet Roberto de Micra op bijna dezelfde plek als twee weken geleden. Zenuwachtig stappen we uit. Hurkend huppelen we rond de auto. Langzaam glijden onze blikken over de versleten geribbelde klinkers. Een paar keer slaat mijn hart een slag over bij het lipje van een bierblikje of ander metalig stuk afval. Soms roept Roberto opgewonden 'wacht!' vanwege de glinstering, maar het blijkt steeds een glassplinter te zijn. Het zou ook te mooi zijn, om zo'n klein ding weken later terug te vinden op een groezelige parkeerplaats in het Ruhrgebied.
En dan zie ik 'm liggen. Op de parkeerplek naast de onze. Ik kan het echt niet geloven. Ik buk, pak 'm op en toon de ring aan mijn man. Die vliegt me huilend in de armen. Dankbaar schuift hij de ring, voor de tweede keer in ons leven, om mijn vinger. Deze keer zonder vrienden en familie, maar tussen de geparkeerde auto's met op de achtergrond het geraas van de Autobahn dwars door het glooiende Duitse landschap.
Beduusd van deze wending rijden we in stilte verder richting Groningen. Als we bij Nieuweschans de grens oversteken fluistert Roberto 'weet je nog wat er in die ring gegraveerd staat?' Met een brede grijns herinner ik me de twee woorden die we samen hadden gekozen voor onze trouwdag. Woorden die meer zeggen dan welke ring dan ook.
Kies elkaar.

Marc Wiers

Marc is altied onderwegens tussen Genua (Italië), Straatsburg (Frankrijk) en Groningen. Wat hij onderweg tegenkomt vertelt hij hier elke maandag. Volg Marc op Twitter