Column: Mijn moeder gaat stemmen

'Kunt u mij even helpen?' De vrouw heeft haar rollator in een stemhokje geparkeerd en draait zich om naar de leden van het stembureau. Die kijken vriendelijk, maar komen niet in beweging. 'Dat mogen wij niet doen, mevrouw. U moet het biljet zelf invullen.'
Bij het stembureau in het woonzorgcentrum staat een flinke rij rollators opgesteld. Samen met mijn moeder wacht ik tot we aan de beurt zijn. Het kan nog wel even duren, maar dat geeft niks, niemand heeft haast. Belangstellend kijken we toe hoe dit wordt opgelost. Nergens hangen gordijntjes, dus we kunnen het allemaal goed volgen.
'Mijn leesbril is gisteren stuk gevallen, ik kan die lettertjes niet lezen.' Het stemvolume van de vrouw in het stemhokje doet vermoeden dat ook haar oren niet helemaal meer in orde zijn. Ze kijkt de voorzitter van het stembureau aan met een smekende blik. Die overlegt fluisterend met zijn buurman en zegt dan: 'Mevrouw, vindt u het goed als deze meneer u komt helpen? U moet daar namelijk toestemming voor geven.'
De vrouw roept dat ze het prima vindt, waarop de man van het stembureau opstaat en richting stemhokje loopt.
'Fijn, dank u wel. Kunt u Buma voor mij aankruisen?' De man blijft schuin achter de vrouw staan en probeert vanaf daar duidelijk te maken waar het CDA te vinden is op het stembiljet. Dat heeft dit jaar oudtestamentische proporties. Uitgeklapt past het nauwelijks tussen de wanden van het hokje. Mijn moeder vergelijkt het aantal partijen met het aanbod van toetjes in de supermarkt: 'Veel te veel keuze, helemaal niet nodig.'
Een vrouw voor ons in de rij zegt tegen niemand in het bijzonder: 'Ik heb thuis al opgezocht waar Buma staat.'
Een man ergens achter ons roept: 'CDA lijst 5.'
'Ik geloof dat iedereen hier CDA stemt', fluistert mijn moeder. Zelf steunt ze haar hele leven al de PvdA, in navolging van haar ouders en grootouders, die aanhangers waren van de SDAP. Dat rode nest heeft ze nooit verloochend - zij het meer uit gewoonte dan uit overtuiging, denk ik wel eens. Wilders heeft volgens haar soms wel eens gelijk. Maar ja, dat kapsel! Ook Rutte praat niet altijd onzin, vindt ze. Maar dat eeuwige lachje! Van mijn sympathie voor de Partij voor de Dieren snapt ze helemaal niets: 'Wat willen die? Een koe in de regering?'
In het stemhokje duurt de worsteling met het gigantische stembiljet voort. Als het eindelijk plat op de lessenaar ligt, is het rode potlood zoek. De man buigt zich om de rollator heen en vist het potlood onder het biljet vandaan.
'Dank u wel hoor!', roept de vrouw nogmaals. Ze krast iets aan op het biljet en is daarna geruime tijd bezig het ding weer netjes op te vouwen. Dan legt ze het in haar mandje en manoeuvreert richting stembus. Ze probeert het deksel op te tillen.
'Hij moet door de gleuf, mevrouw!' Ook dat lukt ten slotte. Met een tevreden lach schuifelt ze langs de rij wachtenden naar de uitgang.
'Die Buma', zeg ik later tegen mijn moeder, 'die boft maar met zulke goeie ouwe taaie kiezers.'

Alice Buitenga schrijft elke vrijdag over haar 84-jarige moeder, die in een aanleunflat ergens in de provincie Groningen woont.