Column: Mijn moeder viert haar 85ste verjaardag

Bijna valt mijn moeder om als een troepje kinderen haar joelend voorbij rent in het gangpad. Ze wankelt verder tussen de tafels, zo geconcentreerd bezig om op de been blijven dat ze niet door heeft dat het bord in haar handen scheef hangt.
De stukjes haring en het gevulde ei glijden naar de rand, waar ook de patat zich al heeft opgehoopt. Haar bord is net een voetbalveld met F-jes en harde zijwind.
Het is een natte, winderige zondag in maart. We zijn met de hele familie - zeven volwassenen en drie kinderen - afgereisd naar Assen voor de jaarlijkse brunch bij het hotel met de toekan. Elk jaar beraadt mijn moeder zich wekenlang op de plek waar ze haar verjaardag deze keer zal vieren. Ze bestudeert folders, pluist krantenadvertenties na en neemt zelfs – met onze hulp - een kijkje in de duistere wereld die internet heet. Ze vergelijkt menu's en prijzen en vraagt mijn zus en mij wat wij ervan vinden. Halfhartig geven wij onze mening, want we weten dat het er niet toe doet. Mijn moeder is niet echt op zoek naar een alternatief, alleen naar bevestiging dat de toekan de allerbeste is.
En dus dompelen we ons dit jaar opnieuw onder in de kakafonie van honderden mensen die deze zondag ook iets te vieren hebben en het met mijn moeder eens zijn. We krijgen een glaasje prosecco en nemen plaats aan de tafel die ons is toegewezen, te midden van minstens vijftig andere tafels met families die net als de onze uit drie generaties bestaan. Praten is alleen mogelijk met degene die vlak naast je zit en mijn moeder lukt zelfs dat niet. Ze vangt her en der een woord op en probeert daar iets van te maken. Dat valt niet mee met kleinzoons die Minecraft gadgets met elkaar bespreken.
Het buffet moet prachtig zijn als het net open gaat: geurende broden en kazen, kleurrijke salades, stapels vers fruit, gebraden lamsbouten, gegrilde varkensruggen, schotels met alle denkbare soorten groenten en vis, waaronder een gigantische zalm, allerlei Japanse en Chinese gerechten, en nog veel en veel meer, alles met zorg opgemaakt en gerangschikt.
Helaas zijn wij niet als eersten aan de beurt. Tegen de tijd dat wij mogen opscheppen zien de schalen eruit alsof er een orkaan overheen is getrokken. De zalm lijkt op de vis die de oude man van Hemingway aan land bracht: verminkt door een dagenlange strijd van vis tegen man en door hapgraag gehaaite. Wat ik knap vind van de toekan is dat het ondanks de massaliteit allemaal uitstekend smaakt. Elk jaar neem ik mij voor niet te veel te eten en elk jaar mislukt dat. Het toetjesbuffet is de grote boosdoener. De verlokkingen van vet en suiker gepresenteerd in al die oogstrelende creaties van ijs, taart en soesjes zijn mij veel te machtig. Letterlijk en figuurlijk.
In de auto terug naar huis zegt mijn moeder: 'Nou ik geloof dat iedereen er weer van genoten heeft. Toch?' Wij beamen dit zo enthousiast mogelijk. En hopen natuurlijk dat we het volgend jaar opnieuw mogen meemaken.

Alice Buitenga schrijft elke vrijdag over haar 85-jarige moeder, die in een aanleunflat ergens in de provincie Groningen woont.