Column: Mijn moeder spreekt haar moedertaal

Van de paar lessen Frans die mijn moeder op school heeft gehad, herinnert ze zich één zinnetje: 'Papa fume une pipe.' Ze spreekt het desgevraagd vlot en accentloos uit. Voor de rest is haar vreemdetalenkennis nul.
In het tijdperk van de vaste telefoon had ik een antwoordapparaat dat ik na elke stroomstoring opnieuw moest inspreken. Het ding sprong dan automatisch terug naar de fabrieksinstellingen en één daarvan was de antwoordtekst: '
Please leave your message after the beep
.' Sonoor uitgesproken door een onbekende man.
Het was natuurlijk veel aardiger om zelf iets in te spreken, maar als dat in tijden van veel stroomstoringen voor de zoveelste keer moest gebeuren, dacht ik soms: nu even niet. Mijn moeder had geen idee wat die man precies zei, maar begreep wel dat ze na de piep iets kon inspreken. Ze deed meteen haar beklag over mijn luiheid: 'Je hebt die Duitser er weer voor!'
Waar mijn vader zich - met even weinig talenkennis, maar met veel flair – in het buitenland altijd verstaanbaar wist te maken, stond mijn moeder er met haar mond vol tanden bij. Doodongelukkig voelt ze zich als iemand Engels of Duits tegen haar spreekt en een reactie verwacht. Soms vermoedt ze wel zo'n beetje wat er tegen haar gezegd is, maar uitgebreider antwoorden dan ja of nee lukt niet. Haar keel gaat letterlijk dicht zitten.
Helaas voor haar had mijn vader vroeger een stel Duitse vrienden. Heel af en toe kwamen ze een paar dagen logeren. Hoe hartelijk Claus en Hans en hun echtgenotes ook waren, mijn moeder draafde tijdens zo'n bezoek het liefst met koffie en bier van keuken naar woonkamer en was na afloop uitgeput en dolblij dat ze er weer voor een jaar vanaf was.
Maar vreemde talen blijven haar natuurlijk achtervolgen. In Nederland rukt het Engels op, onstuitbaar en op onverwachte plekken. Zo verbaas ik mij over het opeens veel gebruikte 'King's Day'. En vorige week vertelde iemand mij verontwaardigd dat in de Keukenhof tegenwoordig uitsluitend Engelstalige bordjes hangen. Het thema is daar dit jaar trouwens 'Dutch Design'.
Als mijn moeder de Keukenhof zou bezoeken - wat ze beslist niet van plan is, want veel te ver en veel te druk - zouden die bordjes haar niets zeggen. Al zou ze via 'Exit' de uitgang prima weten te vinden.
Bij een bezoek aan het ziekenhuis, waarbij mijn broer en ik mijn moeder vergezellen, zien we een Telegraaf met de kop 'HOSPITAAL VOOR NERD'. Het artikel gaat over een afkickkliniek voor kinderen die verslaafd zijn aan computerspelletjes. Mijn moeder wil weten wat een 'nert' is. Ik zeg dat het wordt uitgesproken als 'neurt' en dat het duidt op iemand die een bril draagt en de hele dag naar een computerscherm tuurt. Ik kijk eens naar mijn broer (ICT'er en bijziend) en kop kundig mijn eigen voorzet in: 'Kortom zo iemand als jouw eigen zoon.'
'En bedankt', zegt mijn broer. We kunnen er beiden hartelijk om lachen, maar mijn moeder ontgaat de plagerij totaal. Gelukkig is ze altijd tevreden als wij plezier hebben.

Alice Buitenga schrijft elke vrijdag over haar 85-jarige moeder, die in een aanleunflat ergens in de provincie Groningen woont.