Column: Mijn moeder levert ongewenste zorg

De periode van de eindexamens is in onze familie verbonden met een moment waar mijn broer liever niet aan wordt herinnerd. Daarom vertel ik het natuurlijk graag. Wij kunnen het goed met elkaar vinden, hij vergeeft het me wel.
Op de dag dat mijn broer eindexamen Nederlands moest doen, ergens halverwege de jaren '70, regende het nogal. Dat wil zeggen: het begon te plenzen toen hij net op de fiets naar school was vertrokken, een tochtje van een half uur.
Mijn moeder keek uit het raam en maakte zich zorgen. Haar zoon zou zijn moeilijke taak van vandaag moeten uitvoeren met een kletsnatte broek om zijn dijen. Hè, wat een belabberde situatie. Hij stond er niet geweldig voor en dit examen moest hij echt goed maken. Ze nam een besluit en liep naar boven.
Mijn broer was ondertussen druipend en wel op school gearriveerd. Ook de meeste andere eindexamenkandidaten waren compleet verregend, maar dat was vandaag natuurlijk bijzaak. Ze hadden wel iets belangrijkers aan hun hoofd. Ook mijn broer schonk zo weinig mogelijk aandacht aan zijn doorweekte broek: 'Ach, droogt wel weer op'.
Het gymlokaal waar het eindexamen werd afgenomen, druppelde vol en om precies negen uur werden de enveloppen geopend en de opgaven uitgedeeld. Daarna werd het stil, afgezien van geschuif met papieren en gekras van pennen. Langzaam besloegen de ramen.
Na een kwartier ging de deur open en kwam de conciërge binnen. In zijn handen een witte plastic zak. Alle leerlingen keken nieuwsgierig, dan wel verstoord op. De docent die toezicht hield, trok geërgerd zijn wenkbrauwen op. De conciërge gaf hem het pakje en zei grijnzend: 'Een droge broek voor Buitenga. Van zijn moeder.'
Ondanks of misschien dankzij de examenstress, barstte de hele klas in hysterisch lachen uit. Mijn broer kreeg een kop als een biet. Vóór dit moment had hij de reputatie van supercoole gast - of hoe dat in die tijd ook heette.
Toen hij 's middags thuiskwam gooide hij de plastic tas op tafel en liep meteen door naar zijn slaapkamer. Mijn moeders vraag hoe het examen was gegaan, negeerde hij totaal, evenals de kop thee die ze al voor hem had ingeschonken. Onthutst keek ze naar de deur waardoor hij was verdwenen en daarna naar mij.
'Wat is er gebeurd?', vroeg ik. 'En wat zit er in die plastic tas?'
Mijn moeder vertelde dat ze hem die ochtend achterna was gefietst met een droge broek in haar fietstas. De conciërge had beloofd de broek meteen naar het eindexamenlokaal te brengen. In mijn middenrif voelde ik een lach opkomen, die onstuitbaar naar buiten barstte. Als een lappenpop hing ik boven mijn kop thee. Mijn moeder zag het verwonderd aan.
Nog steeds krijg ik tranen in mijn ogen als ik denk aan deze actie van mijn moeder. Al is dat tegenwoordig niet zozeer van pret als wel van ontroering.

Alice Buitenga schrijft elke vrijdag over haar 85-jarige moeder, die in een aanleunflat ergens in de provincie Groningen woont.


PS: Mijn broer is met glans geslaagd voor zijn examen.