Column: Mijn moeder kijkt voetbal

'Wat een vechtwedstrijd, kijk daar rolt er weer één over de grond', zegt mijn moeder als Matthijs de Ligt onderuit wordt getrapt door Juan Mata. We kijken naar de Europa League-finale Ajax tegen Manchester United op haar nieuwe breedbeeld TV. Het beeld is prachtig groot en scherp, maar het voetbal is supersaai.
'Het kan me ook eigenlijk niks schelen wie er wint', voegt ze eraan toe. We zijn het erover eens dat de glans bij voorbaat van deze wedstrijd af is. En helaas zijn de jongens van Peter Bosz met hun jolige spel kansloos tegen de mannen van The Special One. José Mourinho wint weer eens een cup, maar niet de harten van de kijkers.
Mijn moeder is voetballiefhebber en vooral supporter van FC Groningen. Wel eentje van het pessimistische soort: ze beschouwt haar ploeg per definitie als de underdog. Zo beschermt ze zichzelf tegen de teleurstelling van nederlagen.
Twee jaar geleden keken we bij mij thuis samen naar de bekerfinale tussen FC Groningen en PEC Zwolle. Toen Groningen met 1-0 voor kwam, zei ze: 'Dat houden ze nooit vast. Nu gaat PEC aanvallen en dan maken ze er één en dan nog één en dan hebben we verloren.' Bij de 2-0 wipte ze een halve meter omhoog van blijdschap, maar vertrouwen in een goede afloop had ze nog steeds niet. 'Je zult zien, als PEC nu scoort, wordt Groningen zenuwachtig en dan verliezen we toch nog. Zo gaat het heel vaak.'
Een kwartier voor het einde van de wedstrijd stond ze plotseling op. Ze liep naar de keuken, vulde de gieter en ging mijn plantjes water geven.
'Wat doe je nou mam, ga toch lekker zitten.'
'Ik kan het gewoon niet langer aanzien, dit kan toch niet goed gaan!'
Mijn moeder bracht de lege gieter weer naar de keuken en verdween naar de WC. Vanaf daar hoorde ze supporters om iets joelen. 'Wat gebeurt er? PEC heeft zeker gescoord?' riep ze door de deur heen. Terug in de kamer nam ze weer plaats op haar stoel. Maar niet voor lang, binnen een minuut stond ze weer overeind en begon door de kamer te ijsberen.
'Ik geloof dat ik maar naar huis ga.'
'Waarom?' vroeg ik verbaasd. 'Wil je de laatste tien minuten niet zien?'
'Ik vind het té spannend', bibberde mijn moeder. 'En bovendien, als Groningen nou echt wint, dan kom ik misschien niet meer thuis. Dan gaan alle supporters de straat op en dan kom ik er gewoon niet meer door.' Ik zei dat dat buiten de stad Groningen vast reuze meeviel.
'Ga nou maar zitten en geloof me, PEC scoort echt niet meer.'
Mijn moeder heeft de wedstrijd uitgekeken, althans ze was in de buurt van de TV. Toen de scheidsrechter affloot, waren mijn vensterbanken grondig afgestoft en lagen alle kranten netjes opgevouwen in de lectuurmand. Mijn moeder zakte uitgeput in een stoel. Als voetballers vinden dat ze een zware wedstrijd hebben gehad, moeten ze eens denken aan supporters zoals mijn moeder: díe hebben het pas zwaar.

Alice Buitenga schrijft elke vrijdag over haar 85-jarige moeder, die in een aanleunflat ergens in de provincie Groningen woont.