Door de mand: Kees Vlietstra kent een badmeester

© RTV Noord
Als badmeester heb je het tegenwoordig niet makkelijk. Rustig een boekje lezen zittend op de rand van het bad met je voetjes in het water is er niet meer bij. Je eerste taak is zorgen dat er niemand verzuipt.
Dat is een mentale kwestie en te vergelijken met de actieparaatheid van keeper André Onana. Je hebt de hele wedstrijd geen reet te doen maar bij die ene kans voor de tegenstander moet je er wel staan. Zowel de badmeester als de keeper moeten dan met een snoekduik redden wat er te redden valt. 
Naast die levensreddende taak moet je als badmeester ook de douches schoonmaken, er op toezien dat de gasten niet met een patatje oorlog en een frikandel speciaal te water gaan, dat iedereen degelijke zwemkleding draagt en streng zijn als volwassen mannen vanaf de hoge duikplank in het water poepen. Dan moet je ze eruit sturen. 
Een familielid van me is ook een tijdje badmeester geweest. Zwembad Electra vlakbij Oldehove. Hij bleek naast bovenstaande taken ook de pH-waarde van het water neutraal te moeten houden. Dat werd hem verteld door de voorzitter van de stichting die hem had aangenomen. 'De jerrycan met chloor staat naast de grasmaaier in het schuurtje', zei de beste man toen hij de nieuwe badmeester de sleutels van het zwembad overhandigde. 'Doe het wel een beetje precies graag. De inspectie is streng op die dingen.'
Na twee weken in de Groninger zon vond de nieuwe badmeester het tijd om de pH-waarde van het water eens te testen. Hij had echter geen idee hoe dat moest. Niet gehad op de ALO. De voorzitter had het over een jerrycan chloor herinnerde hij zich.
Het was druk die woensdagmiddag. Alle schoolkinderen van het Hoogeland lagen in zijn zwembad. Met de jerrycan chloor liep hij naar de duikplanken. Hij blies op zijn fluitje. Dat gaf hem al twee week een machtig gevoel. Iedereen in het bad keek hem aan. Terwijl hij de veiligheidsdop van de jerrycan draaide riep hij: 'Er moet een beetje chloor bij mensen.  Iedereen rap onder de duikplank weg. Zwem maar naar het ondiepe. Even achter de kurklijn blijven graag.' 
En daar stond de nieuwe badmeester. Op de hoge. Hij gooide de hele jerrycan leeg in het bad. Daarna liep hij fluitend terug naar zijn stoel aan de rand van het bad. Lekker boekje lezen. Een minuut later was iedereen weer aan het zwemmen. Toen kon dat nog op het Hoogeland.  
Bovenstaand tafereeltje staat symbool voor afgelopen sportweek. Als je in het zwembad vanaf de hoge duikplank gaat poepen krijg je een zwembadverbod. Ga je als Tom Dumoulin even een minuutje lekker in de berm zitten kakken terwijl Quintana en Nibali verdapperen blijf je in koers en win je gewoon de Giro d'Italia. Wat een renner. 
Als je als badmeester niet geattendeerd wordt door andere bezoekers dat er in het pierebadje een peuter op de bodem ligt, dan is de kans groot dat je te laat bent. Als je als Ajax-keeper André Onane ziet dat Jairo Riedewald een ingooi zomaar in de voeten van een Man United speler gooit dan ben je te laat voor een redding op het schot van Pogba. 
Als je bij ons in het Engelberterbad in je blote reet een bananenduik maakt vanaf de klassieke springtoren, word je door de badmeester het bad én dorp uitgestuurd terwijl Olympisch zwemkampioen Inge de Bruijn afgelopen donderdag in haar afgetrainde blootje over een tropisch eiland liep te paraderen om uit twee naakte mannen haar nieuwe liefde te kiezen. Dat verwart me. Moet de zwembroek nou aan of uit? 
(Bijzondere televisie is het wel. Adam Zkt. Eva VIPS. Prachtig format trouwens. Ook wel wat voor RTVNoord. Abel Zkt. Eefke. Op Rottumeroog. Suggesties voor eerste Groningse Eefkes: Imca Marina, Marianne Timmer.)
Het leven van een badmeester gaat al met al niet over rozen. Maar wat dacht u van de rol van assistent-badmeester? Dat is pas een hondenjob. Ik moest daar van de week aan denken toen Donar kampioen werd en assistent-coach Anjo Mekel in het DVHN liet optekenen dat hij en hoofdcoach Braal nou niet bepaald echte vrienden zijn.
Spraakmakend artikel. In een tweet liet Mekel op vrijdag geschrokken weten dat zijn uitspraken off the record waren. Wat citaten van Mekel: 'Je kunt niet aan mij vragen: pak dat of doe dit. Dan zeg ik, donder op joh, ben ik je slaaf of zo?' en 'Ik ben een straatvechter. Wat mij betreft gaan we goed uit elkaar, maar ik ga nu wel het mannetje spelen. Ik laat me niet treiteren en houd hem (Braal) op afstand.'
Stoere taal van Anjo. Wat ik me afvraag is waarom hij dit, ook al is het off the record, aan een journalist vertelt. Journalisten zijn net olifanten, die onthouden alles. Het zal wel in de dampende business club van MartiniPlaza zijn gebeurd. Kampioensmedaille om de nek, biertje in de hand, hete bitterbal in de mond.
Nog een biertje. Euforisch van weer een kampioenschap. Ook zíjn kampioenschap. Mekel, de assistent-coach. 'Wat me heel erg heeft gestoken is dat hij (Braal) twijfelde of ik vorig jaar wel echt ziek was toen ik een legionellabesmetting had. Ik was bijna dood geweest. Dat zijn van die kleine dingetjes.'
'Ik kreeg vervolgens van hem en van het team een boekenbon. Mag j ij raden wat het bedrag was? Tien euro.'
Beste Anjo, laat je niet kisten. Koop van die tien euro (zal Braal die boekenbon zelf hebben gekocht?) een tweedehands exemplaar van de klassieker 'De Renner' van Tim Krabbé. Lesje voor je wat je wel en niet kan zeggen in een psychologische oorlogvoering. Heerlijk leesvoer voor in de vakantie aan de rand van het zwembad. Van harte met je titel.