Column: Ossobuco

© RTV Noord
Giovanni vindt alles best. Roberto is het gewend. Maar schoonmoeder Alma moet tandenknarsend toestaan dat een ander in haar keuken (háár keuken!) de potten en pannen op het vuur zet. Ik!
Ze is namelijk ziek. En ik ben de enige die nog een beetje kan koken in huis. Voor de middag maak ik een risotto met rode wijn en gorgonzola. 'Niet de Barbarscowijn gebruiken!' schreeuwt ze ondanks haar keelpijn met schorre stem vanuit de slaapkamer. Gevolgd door gekerm, gehoest en een gesmoorde vloek.
Het is alsof ze aan het gekletter kan horen welke pannen ik gebruik. 'Die niet! Voor risotto gebruik je een brede lage pan!' Voorzichtig sluit ik de keukendeur. 'Wat doet Marc? Ik hoor niks!' hoor ik haar in de verte roepen. 'Is het lekker? Heeft hij niet te veel zout gebruikt? Is het niet te droog, niet te vochtig?' Terwijl wij aan tafel de risotto eten blijft Alma vanuit bed verontwaardigd vragen stellen over onze lunch. Ik vraag haar of ze wil proeven. 'Nee nee laat maar.' Door haar zachte gesnurk lijkt ze in slaap gevallen. 'Maar het ruikt toch anders' klinkt het plotseling alsnog uit de andere kamer.
Ik voel me als een kind in een snoepwinkel in haar kookdomein met verse kruiden van het balkon, olijfolie van de markt, sappige tomaten van de heuvels, verse vis uit de haven en een wereld aan pasta's om me heen. De geuren van kruiden, vlees, vis en groenten vullen dagelijks het huis. Tot aan de slaapkamer van mijn schoonouders. Alma vindt het allemaal maar niks.
'Hier is het water anders dan bij jullie. En het gas. En de pannen. En de rijst. Daar kun jij ook niks aan doen.' Vervolgens vraagt ze Giovanni een bouillon voor haar te maken. 'Hij weet precies hoe ik het wil hebben' bromt ze vanuit bed.
Na drie dagen strompelt ze voorzichtig de eetkamer in als we net zitten te eten. 'Wat heeft hij gemaakt' vraagt ze langs me heen aan Roberto. 'Lasagne met aubergine en marjoraansaus' mompelt hij smakkend terwijl hij nog een teug wijn neemt. 'Heerlijk! Wil je ook?' Met een 'nee-nee-dank-je'-gebaar wuift Alma het onder haar neus opgehouden bord weg en strompelt met een glas vers water weer de slaapkamer in. 'Marjoraan bij aubergine? Nou dat is dan nieuw' horen we haar nog mompelen.
Na vier dagen besluit Alma 's middags dat ze is opgeknapt. Maar ik had alle ingrediënten voor ossobuco al in huis gehaald en me de hele ochtend verheugd op een middagje koken. 'Ossobuco? Op een doordeweekse dag? Als Groninger?' Ze ziet de teleurstelling in mijn gezicht. 'Maak jij die maar, dan kook ik morgen wel weer' zegt ze en gaat bij het raam zitten lezen. In haar keuken. 'Weet waaraan je begint. Ossobuco is hét gerecht van Italië. Ik kan het zelf niet eens goed. Maar heel weinig Italianen kunnen het eigenlijk' mompelt ze met haar gezicht alweer in haar boek.
Dankbaar knoop ik haar veel te kleine schort voor, bak de schenkels aan ('noem je dat hoog vuur?') en blus alles met wijn ('niet de Barbarascowij-... o nee dan is het goed'). Ondertussen snijd ik de wortels ('zo grof?') en tomaten ('mét pitjes?') en smoor de uien. Steeds voel ik haar kritische blik in mijn rug prikken. Zwetend worstel ik me door het recept. Na een uur kan het deksel eindelijk op de stoofpan.
Licht gespannen kijken Roberto en Giovanni aan tafel toe hoe ik twee uur later voor het eerst in mijn leven in het huis van mijn schoonouders een pan op tafel zet. Ongemakkelijk grijpen Giovanni en ik tegelijk naar de opscheplepel. 'Nee nee, doe jij maar' zeggen we simultaan. Ik til het deksel op. Een rijke zoetige geur van kruiden, tomaat, ui, knoflook en vlees dampt in onze gezichten. Bezorgd kijkt Alma toe hoe Giovanni een perfecte schenkel op haar bord schept. Het mes glijdt door het vlees alsof het boter is. Voorzichtig neemt ze een hap. Stilte aan tafel. Gespannen blikken naar elkaar. Dan legt ze zachtjes haar vork naast haar bord, loopt naar me toe en omhelst me met tranen in haar ogen. 'Het is precies zoals mijn moeder het maakte. Ik mis haar nog elke dag. Dankjewel...'

Marc Wiers

Marc is altied onderwegens tussen Genua (Italië), Straatsburg (Frankrijk) en Groningen. Wat hij onderweg tegenkomt, vertelt hij hier elke maandag. Volg Marc op Twitter.