Kasper B. bedwelmde zijn ex in bijzijn dochtertjes (update)

Kasper B., de verdachte van de moord op zijn ex-vrouw Hilly Rogaar, geeft toe dat hij in het bijzijn van hun dochtertjes een bedwelmend middel in haar gezicht heeft gedrukt. Maar B. ontkent dat hij Hilly heeft vermoord.
Tijdens de eerste dag van de rechtszaak in Assen werd duidelijk dat B. in de nacht van 4 op 5 november naar de woning van zijn ex-vrouw in Veendam is gegaan. 'B. verklaarde dat hij er naartoe ging met de intentie om een einde te maken aan de vechtscheiding waar ze in zaten', zegt RTV Noord-verslaggever Peter Steinfort, die de zaak volgt.

'Ga maar weer slapen'

Rogaar lag met een van haar dochtertjes in bed, toen de hoofdverdachte de slaapkamer binnen kwam. B. drukte een doekje met een bedwelmend middel in het gezicht van zijn ex. Toen de dochter wakker werd, zei hij: 'Ga maar weer slapen.' De andere dochter van de twee kwam op het rumoer af en werd door haar vader terug naar bed gestuurd.

'In de veronderstelling dat ze nog leefde'

B. verklaarde dat hij vervolgens een kussen op het gezicht van zijn ex legde, maar het niet aandrukte. Hij zegt dat hij zich realiseerde dat het belachelijk was wat hij aan het doen was en is naar eigen zeggen weggegaan in de veronderstelling dat ze nog leefde.
In de periode voor de dood van Rogaar had B. een aantal berichten over haar op sociale media geplaatst. 'Een goede ex, is een ex die niet ademt' en 'Die heks moet dood', schreef hij onder meer.
'Een goede ex is een ex die niet ademt.'
Kasper B. - verdachte

'Hij vond dat het slecht ging met de kinderen'

'Dat geeft wel aan hoe boos hij was op zijn ex-vrouw', vertelt Steinfort. 'Ze zaten al een hele tijd in een vechtscheiding. Hij vond dat het slecht ging met de kinderen. Elke keer als ze naar hun moeder moesten, hadden ze het daar volgens hem moeilijk mee.'
Steinfort: '4 november 2015 was de druppel, toen hij de kinderen terugbracht. Er ontstond ruzie, omdat hij achterliep met de alimentatie. Zijn zoontje was getuige, hij zag de tranen in zijn ogen. Dat was het moment waarop hij zei: 'Nu is het genoeg geweest, er moet iets gebeuren'.'

Moord, of doodslag?

In de rechtszaak gaat het vooral om de vraag of het moord of doodslag was. Tijdens afgeluisterde gesprekken in de gevangenis heeft B. gezegd dat hij bij moord achttien jaar cel krijgt 'en dan sta ik na twaalf jaar weer buiten'. 'Wordt het doodslag, dan sta ik na zes jaar alweer buiten.'

'Als u het niet was, wie dan wel?'

Omdat B. zegt dat Rogaar nog leefde, toen hij het huis verliet, worden ook andere scenario's besproken. 'Want als u het niet gedaan heeft, wie dan wel?', vraagt de rechter zich af.
Ook de mogelijkheid dat een van de kinderen er bij betrokken was, komt op tafel. Al zijn daar geen concrete aanwijzingen voor.

Lees ook: