Dullaert prijst thuiszittersaanpak stad Groningen

© Flickr/woodleywonderworks (Creative Commons)
De stad Groningen en Haren zijn goed op weg met hun aanpak om het aantal thuiszitters in het voortgezet onderwijs terug te dringen.
Dat zegt voormalig kinderombudsman Marc Dullaert, nu aanjager van het landelijk thuiszitterspact.

Minder thuiszitters

Het aantal kinderen dat thuis zit in stad en Haren is met ruim veertig procent gedaald, van 53 kinderen in 2015 naar 33 kinderen nu. Dit zijn kinderen die minstens vier weken achtereen niet op school komen, wel ingeschreven staan en niet door hun ouders zijn ziek gemeld.
Volgens Dullaert komt de sterke daling doordat in Groningen goed wordt samengewerkt tussen de zorg en het onderwijs.

Iets aan de hand

Thuiszitten is volgens hem altijd een signaal dat er iets met een kind aan de hand is. 'Dat kan een scheiding zijn, rouw maar je kunt ook gepest worden op school.' Als een kind daardoor vastloopt, kan school het niet alleen oplossen. 'Als kinderen een specifieke leerbehoefte hebben, is daar bijna altijd zorg bij nodig. Het is bijna nooit alleen onderwijs.'

Signaleringssysteem

Dullaert roemt het signaleringssysteem 'zorg voor jeugd in Groningen', waarbij hulpverleners kunnen aangeven dat het niet goed gaat met een kind, zodat ingegrepen kan worden. Thuiszitten wordt binnenkort mogelijk ook opgenomen als 'urgent signaal'.
Ook prijst hij de aanwezigheid van een bovenschools team dat scholen kunnen inschakelen als een kind vastloopt. Dat team kan bijvoorbeeld doorverwijzen naar het sociale wijkteam of jeugdhulp.

Meer jeugdartsen

Dullaert zou wel graag zien dat er meer jeugdartsen worden aangesteld. Nu zijn het twee FTE op 17.000 leerlingen, verdeeld over 34 locaties. 'Jeugdartsen zijn heel hard nodig om als een kind regelmatig verzuimt snel te constateren of het wel goed is met het kind of dat er snel geholpen moet worden.' Zo kan mogelijk voorkomen worden dat het kind een echte thuiszitter wordt.

Thuiszitterspact sluiten

Dullaert roept Groningen verder op een thuiszitterspact te sluiten, vergelijkbaar met dat van de vier grote steden. Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht hebben afgesproken het aantal thuiszitters jaarlijks met vijfentwintig procent terug te dringen.
'Als je zo'n punt op de horizon zet, moet je gaan kijken hoe gaan we dat bereiken. Dat geeft ook druk om naar een doelstelling toe te werken.'

Lees ook: