Column: Soldaat van Oranje

'Erik, 't Is oorlog!' Een zinnetje uitgesproken met twee keer een brallende R. Het komt uit de film Soldaat van Oranje. Het moment dat hoofdrolspeler Rutger Hauer als Erik en Jeroen Krabbé als Guus op de tennisbaan horen dat de Duitsers Nederland zijn binnengevallen.
Mijn vriend 'Lutje Kees' zegt het altijd bij het eerste biertje aan de bar en heft demonstratief zijn glas. Als teken dat we een lange en zware avond tegemoet gaan. Als hij een Groningse noot op zang heeft, zet ie z'n glas aan de mond en zegt: 'Zuik die mor n schier steetje. Der kommen nog veul meer bie.'
Stiekem zit ik op het zinnetje 'Erik 't is oorlog te wachten als ik in de zaal zit van Hangaar 2 van vliegveld Valkenburg bij Katwijk. De hangaar is omgebouwd tot immense theaterzaal. Ik zit op rij 20, stoel 22 als toeschouwer van de musical Soldaat van Oranje. Lientje zit rechts naast me op stoel 24. Links op stoel 20 zit een oude vrouw met twee rimpelige vingers in haar oren.
We zitten daar als verlaat kerstcadeautje. Lientje is gek van musicals. Ik niet zo. 'Van die mag dat gezing der in n musical wel oet, hè laiverd'. Lientje weet hoe ik erover denk. Ademloos kijkt ze wat er op het toneel gebeurt. En ik moet toegeven: er gebeurt wat. Lientje en ik worden met nog duizend mensen met tribune en al rondgedraaid langs verschillende decors.
Hoogtepunt is als in één van de decors een echte zee compleet met golven verschijnt. Althans ik denk dat dit het hoogtepunt is, want aan het slot gaan ze er gewoon overheen. Dan krijg je een compleet vliegtuig voorgeschoteld. Een Dakota, zo eentje waar Wilhelmina mee terugkwam naar Nederland.
De man die het allemaal bedacht heeft is Fred Boot, een echte Stadjer, telg uit de familie van de Noord-Nederlandse Zakkenhandel. Hij had met de echte Soldaat van Oranje, Erik Hazelhoff Roelfzema, nog voor zijn dood uitvoerig overleg gehad. Helaas zijn ze vergeten 'Erik 't is oorlog' in het script te schrijven. Het komt niet. Tot mijn teleurstelling.
De musical is net als de film (en het door Hazelhoff zelf geschreven boek trouwens ook) een verheerlijking van Erik Hazelhoff Roelfsema. Natuurlijk terecht. Wat die man allemaal heeft gedaan, grenst aan het ongelooflijke.
Ik moet denken aan een telefoontje dat ik een paar dagen eerder pleegde met een man uit Delfzijl. De vrouw naast me zit nog steeds met haar vingers in haar oren. Met een vuile blik kijkt ze wat er voor haar gebeurt. Na een tip belde ik hem, de man uit Delfzijl De tipgever vond dat hij wel eens in het zonnetje mocht worden gezet. Ik was eens en ik belde meteen.
Op 4 juli was er op de rijksweg bij Garmerwolde een ernstig ongeluk gebeurd. Zeven auto's waren op elkaar gebotst. Twee daarvan belandden door de carambolage in het water van het Damsterdiep. De man uit Delfzijl reed er samen met een collega achter op weg naar huis. 'Ik had het niet eens gezien maar mijn collega wel. Toen we stopten, zag ik dat de twee auto's al aan het zinken waren. Man wat gaat dat snel. Ik zag een vrouw naar de voorste auto zwemmen'.
Hij bedacht zich niet, sprong in het water en zwom naar de auto die al bijna onder was. 'Er zat een vrouw in. Het portier wilde niet open. Door de druk denk ik. Hoe, weet ik niet goed, maar ik kreeg de deur toch open…' De vrouw kreeg hij met hulp van anderen op de kant.
Wat een held, denk ik tijdens zijn verhaal, dat hij zonder opsmuk vertelt. Ik vraag hem of hij ook een interview wil. 'Nee hoor dat hoeft niet voor mij. Die vrouw die naar die andere auto zwom, die verdient het nog meer dan ik'. (ook die inzittende werd gered).
Maar u bent een held en verdient het toch om in het zonnetje te worden gezet', probeer ik nog. De man is niet te vermurwen. 'Dat doe je gewoon…' is zijn simpele relaas. Geen interview op de radio, geen tv, geen film, geen musical. Een nuchtere held. Een anonieme held.
Aan het eind van Soldaat van Oranje komt de complete cast het publiek bedanken. Andersom komt iedereen uit de stoel voor een staande ovatie. Lientje als een van de eerste. De oude vrouw naast mij gaat ook staan. Daarvoor moet ze wel haar vingers uit haar oren halen.
Zachtjes leunt ze een beetje tegen me aan. Ze klapt niet. In het klaterend applaus om ons heen, vraag ik haar vriendelijk of ze het ook leuk heeft gevonden. Ik heb onmiddellijk spijt van de vraag. Ze haalt diep adem. Haar ogen spuwen vuur. 't Is krankjorum. Ik ben 87. Dat geluid'. Spetters speeksel vliegen me om de oren. Ik krijg letterlijk en figuurlijk de volle laag. 'Ik weet niet hoe jouw oren over vijftig jaar zijn jochie. Het is n schande! en ze beent zonder op of om te kijken weg tussen de klappende mensen.
Ik kijk haar na en kan maar aan één zinnetje denken.
'Erik. 't is oorlog….'

Erik Hulsegge


(trivia Soldaat van Oranje: Jeroen Krabbé heeft in de film nooit 'Erik 't Is oorlog' in de mond genomen. Het moet zijn: 'Oorlog. 't is oorlog...' Commentaar van Lutje Kees: Horst Tappert heeft in Derrick ook nooit 'Harry hol den wagen...' gezegd)