Column: Mijn moeder ontbijt met Seresta

Ik klop op de deur van de badkamer, waar mijn moeder al een hele tijd vertoeft. 'Ben je bijna klaar? De bus vertrekt zo en ik wil nog graag mijn tanden poetsen.'
Het is een zonnige ochtend in Hotel Zur Post in Altenahr, Duitsland. Samen met mijn moeder en veertig andere bejaarden maak ik een busreis langs de Rijn en de Moezel. Vandaag gaan we het stadje Cochem bezichtigen. Althans dat staat in de reisbeschrijving. Inmiddels weet ik dat onze reisgenoten het liefst vanuit de bus direct naar het dichtstbijzijnde terras wandelen voor de zoveelste Kaffee mit Kuchen.
De bus staat te ronken voor de ingang van het hotel. Mijn moeder zit nog steeds in die badkamer. Van achter de deur hoor ik geritsel en gemompel. Als ze te voorschijn komt, kijkt ze alsof ze achterna gezeten wordt door een spook.
'Wat is er mam, is er iets gebeurd?'
'Ja', zegt mijn moeder, ik heb eh.. ik heb zojuist per ongeluk een slaappil genomen.'
Ik kijk haar vol ongeloof aan.
'Een slááppil? Hoe krijg je dat nou voor elkaar?'
Mijn moeder kijkt ongelukkig.
'Ik moest de bloedverdunner slikken, maar die doosjes zijn bijna precies hetzelfde. Ik heb een pil uit het verkeerde doosje gepakt, ik zag het pas toen ik hem al had doorgeslikt.'
Ik weet even niks te zeggen, mijn moeder kijkt steeds ongelukkiger.
'Hoe moet dat nou? Straks val ik natuurlijk zomaar in slaap. Misschien moet ik maar in het hotel blijven vandaag?'
Goochelen met medicijnen is een dagelijks terugkerende act van mijn moeder. Over de dag verdeeld slikt ze zeven pillen. Van de apotheek krijgt ze wekelijks een rol plastic zakjes met medicijnen: ze moet steeds het volgende zakje afscheuren en de pillen die erin zitten innemen op het tijdstip dat op het zakje staat.
Helaas zijn die tijdstippen niet bij te houden, want het leven van een 85-jarige gaat vliegensvlug. Achter mijn moeders rug om hollen de uren voorbij en gaat de ene dag stiekem over in de andere. Zo worden de jaren steeds korter. In de zomer ziet mijn moeder de herfst al naderen en dan gaat het snel. Na de herfst komt Sinterklaas en dan Kerst en ach, goed beschouwd is het jaar alweer bijna voorbij.
'Mam,' zeg ik, 'het is pas juli!'
De medicijnrol is handig, maar hij werkt niet tegen het vergeten van de tijd. Bij een bezoek aan de neuroloog wordt een ander hulpmiddel aangeprezen: de pillenwekker. Een doosje met vakjes en een timer. Als het tijd is voor een pil begint de doos luid te rinkelen. Eureka? Mijn moeder vindt van niet.
'Dan moet die doos altijd mee en als ik dan ergens ben, gaat hij af.'
Dus blijft ze een dagtaak houden aan het tijdig innemen van medicijnen. Alleen 's avonds is ze vrij, want slaappillen slikt ze niet meer. Onbetrouwbaar spul vindt ze het: die dag in Cochem ging ze gewoon mee en pas tijdens het avondeten werd ze een tikje slaperig.

Alice Buitenga schrijft elke vrijdag over haar 85-jarige moeder, die in een aanleunflat ergens in de provincie Groningen woont.