Door de mand : Kees Vlietstra is een échte supporter

© RTV Noord
Met een hartslag van 220 per minuut stond ik bij de cornervlag. In het Oosterpark. Bloed gutste van mijn handen op mijn nieuwe spijkerbroek. Het was de laatste wedstrijd van het seizoen van de FC Groningen. Ik was dertien jaar en vol adrenaline de grote jongens achterna geklommen over het hek met prikkeldraad wat het heilige gras scheidde van het tribunevak van de Z-side. Nadat de scheidsrechter
voor het eindsignaal had gefloten bestormde de harde kern het veld om, ja om wat eigenlijk?
Ik stond samen met wat vriendjes dat seizoen ook af en toe in het vak aan de korte zijde Zaagmuldersweg. Toegangskaartjes kreeg ik van mijn opa Kees. Opa kreeg die kaartjes weer van FC Groningen. Opa was met oma eigenaar van de Waterloo Bar bij het Sterrebos. Achter het raam van het café hing hij om de twee week een affiche met de aankondiging van de komende thuiswedstrijd van de FC. Die affiches van toen zullen nu als collecters item wel goud waard zijn. Toen leverde het twee toegangskaartjes op voor de desbetreffende wedstrijd. Overal in de stad zag je toentertijd die affiches hangen achter de ramen van de kroegen. Vond ik mooi. Ideetje voor Hans Nijland misschien om de Euroborg weer vol te krijgen. Beste Hans, voor twee seizoenkaarten breng ik die posters voor je naar alle kroegen in de binnenstad. En vooruit, ook naar alle kroegen in Engelbert.
Maar goed, ik stond met bebloede handen door dat prikkeldraad bij de cornervlag. Ik schrok van mezelf. Wat doe ik hier in godsnaam? Tientallen jonge mannen sprintten om me heen richting de spelers die angstig naar de spelerstunnel renden. Er klonk afkeurend gefluit vanaf de lange zijde. Dat gefluit was niet bedoeld voor de spelers maar voor ons, tiener hooligans. Ik keek eens om me heen. Waar was ik mee bezig? Wat als mijn opa me hier zo zag staan? Ik was een meeloper geworden maar wilde dat helemaal niet zijn. Wat een Tammo's. Daar wilde ik niet bij horen. Ik veegde mijn handen af aan het gras, nam een aanloop en sprong als een Mike Obiku weer terug in het prikkeldraad.
Wanneer ben je een échte supporter? In de meest letterlijke zin als je je favoriete team supportert, aanmoedigt, steunt. Dat steunen kan in allerlei vormen. Schreeuwen, zingen, klappen, springen, met groen-witte vlaggen zwaaien, op trommels slaan. Als dit door grote groepen synchroon wordt gedaan kan het sfeerverhogend werken in een stadion. Uitzondering: de wave, die gemaakte joligheid moet bij wet verboden worden.
In Engelbert doen we nooit de wave. We hebben wel een paar jaar één grote woeste golf gehad: VV Engelbert zaterdag 1. Dat was lang genoeg. Het was een groep jonge vrienden, ze kwamen over van Lewenborg. Ik mocht altijd graag kijken. Samen met nog vier mannen uit het dorp kregen we van de trainer/coach, omdat we trouw alle thuiswedstrijden bezochten, een shawl in de clubkleuren, groen en wit, met opschrift: 'VIP Supporter VV Engelbert zat 1.'
Wij waren letterlijk de vijfde colonne. Die jongens konden echt goed voetballen maar raakten ook wel eens van het padje. Ze zaten namelijk behalve op voetbal ook op rode kaarten verzamelen. In het eerste seizoen zijn ze tot aan de wintersport geen wedstrijd met elf man geëindigd. Sterker nog: er is zelfs een zaterdagwedstrijd niet eens kunnen starten omdat op de vrijdag er voor een paar spelers van het elftal waren opgepakt tijdens de rellen bij het Project X feestje in Haren.
Hier op de camping in Frankrijk zaten we vanmiddag in spanning te wachten op de Formule 1 race op Francorchamps. De kantine zat vol met Ollanders die Verstappen naar het podium wilden schreeuwen. Na acht ronden stond Max langs de kant en lagen de nep-supporters al weer in het zwembad.
Het kan ook anders. Jaren geleden zat bij een thuiswedstrijd van Sheffield Wednesday het hele stadion vol met Kerstmannen. Dat gebeurde natuurlijk wel vaker in andere stadions in de wereld maar dan altijd rond kerstmis. Deze wedstrijd werd begin september gespeeld bij 25 graden in de schaduw. De supporters wilden de spelers een hart onder de riem steken, aansporen om direct aan het begin van het seizoen 'met een tomeloze inzet te spelen' en niet zoals te doen gebruikelijk bij Sheffield pas vanaf de Kerstdagen. Het hielp. Sheffield won de wedstrijd en handhaafde, zich mede door die wedstrijdpunten, in de Premier League. Misschien een ideetje voor het Chrystal Palace van Frank de Boer om eindelijk wat punten te pakken. Beste Frank, als je het vervoer en vijf toegangskaartjes regelt voor de eerstvolgende thuiswedstrijd van Palace tegen Southampton dan komen er vijf kerstmannen uit Engelbert naar Londen. Succes gegarandeerd.
Supporteren kan ook door er gewoon te zijn. Ik vond het als speler van Nic.1 heerlijk als ik wist dat mijn oma Jogie en tante Manna op de eerste rij van de tribune in de Wijerthal zaten, zonder wat te zeggen of te roepen. Gewoon met een groen-wit sjaaltje om de nek. Trots te zijn. Meer niet.
Vanmiddag heeft de FC van FC Utrecht gewonnen. De nieuwe supportersgroep Ultras Cruoninga had in de aanloop naar deze wedstrijd het Groninger publiek opgeroepen om massaal in het groen en wit deze wedstrijd te bezoeken om 'op deze manier niet alleen stil te staan bij het Gronings Ontzet van maandag maar stralen we ook uit dat we samen met de spelers dezelfde inzet geven als de Groningers 345 jaar geleden'.
Andere woorden door de Ultra's gebruikt in het pamflet: 'goed samenwerken' en 'enorme inzet'. Eigenlijk was die hele oproep aan het publiek een verkapte aanklacht tegen de spelersgroep en trainer die een week eerder met een waardeloze inzet van Ajax verloren. Jullie moeten verdomme gewoon hard werken voor die centen van jullie. Met de bek op het stuur. Van gras hooi maken.
Vind ik grappig dit soort teksten. Doet het altijd goed. Eventjes. Hard werken en conditie zijn namelijk voorwaardelijke aspecten in teamsport maar staan niet op zich. Als je niet kan voetballen maar wel een ijzeren conditie hebt dan kan je het langer volhouden om slecht te voetballen. Uiteindelijk komt het toch aan op de spelopvatting en het allerbelangrijkste: de kwaliteit van de spelers. NBA-held Charles Barkley wist het precies te verwoorden:
'If jou go out with a girl and they say she has a great personality, she's ugly. If they tell you a guy works hard, he can't play a lick. Same thing.'
Ondanks de levenswijsheid van Barkley wist de FC met kunst en vliegwerk en volledige inzet vanmiddag te winnen. Ultras Cruoninga én Sergio Padt mogen deze punten claimen.
Op onze laatste dag hier in Frankrijk heb ik via de live blog van RTV Noord Sport de wedstrijd met een hartslag van 220 per minuut, bloed doorlopen ogen én in mijn groen witte zwembroek gevolgd. Vive La Cruoninga!

Kees Vlietstra