Column: Twee meisjes

Op het smalle straatje voor de kerk spelen twee meisjes. Een van de twee, het grootste meisje, heeft een groot wit elastiek om haar benen. Het rektouwtje is tegenover haar om een melkbus geslagen. Daartussenin hupt en springt het kleinste meisje. Ze heeft rode wangen van inspanning.
'E-la-stie-ken. Erin-Eruit. Erin-Erop', zingt het grote meisje met het elastiek om haar benen. Het elastiek is nog schoon en wit. Ze heeft het een paar dagen eerder voor haar verjaardag gekregen. Het kleine meisje springt aan het eind bij 'Erop' met beide voeten op het elastiek en steekt haar handen in de lucht.
Dan springt ze met beide benen in de lucht en probeert een draai te maken in de lucht maar ze raakt verstrikt in het opspringende elastiek. De twee meisjes moeten heel hard lachen. Een lach in stereo in een smal straatje.
Van twee meisjes op de bult.
Als de twee van plek willen wisselen, horen ze in de verte onderaan de wierde een tractor aankomen. De grote banden ratelen op de oude waaltjes. De meisjes gaan aan de kant van de straat staan op het paadje naar de kerk, de melkbus tussen hen in. Boer Koeienvlaai, zoals de meisjes hem noemen als hij er niet bij is, stopt en gooit het deurtje van de cabine open. 'Ik kom mien melkbus even weer mitnemen, wichter', zegt hij verontschuldigend en met een zwaai kiepert hij de melkbus in de kar achter de trekker.
Als hij wegrijdt, knikt hij en steekt kort zijn wijsvinger op. Pruttelend rijdt hij naar de boerderij net onder aan de bult. Als het geluid van de tractor achter de boerderij is weggestorven, gaan de meisjes op het hek met de ijzeren stang zitten naast het paadje van de kerk. De oudste en grootste probeert op de smalle stang te gaan staan en het lukt als ze een steunende hand krijgt van de jongste. Die hoort plotseling haar naam.
'Thuiskomen!!. Eten!!' Een vrouwenstem verderop in het smalle straatje. Het jongste meisje laat de hand van haar balancerende vriendinnetje los, die meteen van het hek afspringt. 'Misschien mag je wel bij ons eten' zegt . Het oudste meisje grist het elastiek van het hek en samen hollen ze richting de stem uit het straatje. In de boom naast de kerk koert een houtduif.
Twee meisjes in een tafereel van lang geleden. Twee meisjes in een wierdedorp. Twee meisjes ongewis van hun lot in de boze wereld buiten de bult.
Het duurt niet lang of ze gaan elk hun weg, gaan ze de uitdagingen aan van het leven. Het elastiek maakt plaats voor de schooltas, een eigen kamer in de stad, het café om de hoek, eerste vriendjes en de zoektocht naar een baan.
Het oudste meisje vindt haar werkleven in haar liefde voor de dieren, in de zeehondencrèche van Pieterburen. Ze stopt haar ziel en zaligheid in onderzoek naar en het redden van zeehonden. Zeehonden die verstrikt raken in netten, is een van haar onbegrepen passies.
Liefde voor mensen is de drijfveer van de jongste. Ze gaat mensen helpen in geestelijke nood, mensen die verstrikt zijn geraakt in hun eigen gedachten.
Twee meisjes met plezier in hun werk. De gulle meisjeslach is nooit verdwenen op de jonge vrouwengezichten. Het leven lacht terug als de twee hun liefdes vinden.
Hier zou het verhaal moeten stoppen. Zo van: En ze leefden nog lang en gelukkig. Maar dat doet het niet. Het verhaal krijgt een wending die je niet zou willen weten. Een film waar je niet naar durft te kijken. Een horrorscenario van het echte leven.
Het oudste meisje vindt de dood in een avond van waanzin. Een avond waarin haar liefde niet alleen haar maar ook een politieagent om het leven brengt. De jongste wordt vijf jaar later in een avond van mysterie dood gevonden in een vreemd huis. Niemand weet waarom.
De avondzon verdwijnt achter de boerderij aan de horizon. De hitte van de mooie zomerse dag hangt tussen de bomen van de begraafplaats. Zwaluwen cirkelen in de strakblauwe lucht. Een man loopt langzaam langs het lijkenhuisje dat iets van een klein kerkje heeft. Rusthof staat boven de groene deur. Het grind knispert onder zijn voeten als hij tussen de grafstenen verder naar achter loopt.
De man stapt af van het pad, zoekt even met zijn ogen. Hij doet een paar stappen en blijft dan staan. Met gebogen hoofd. Bij twee graven naast elkaar.
Twee graven. Van twee meisjes op de bult.

Erik Hulsegge

Ik ga er even tussenuit. De komende drie weken schrijft Okkie Smit op deze plek.