Column: Het platteland van Nederland als Zwitserland?

Okkie Smit
Okkie Smit © RTV Noord
Zondagmorgen 8.50 uur: de telefoon gaat. 'U spreekt met de politie in Almelo, u hoeft niet te schrikken hoor.' Dat doe ik wel en zeg dat ook tegen de politieagent aan de andere kant van de lijn. 'Nou', vervolgt hij, 'mist u misschien iets?' 'Niet dat ik weet', is mijn antwoord.
Uit het vervolg van het gesprek blijkt dat hij in het bezit is van mijn portemonnee, gevuld met pasjes en wat kleingeld. Die is gevonden op de kunstmarkt in Ootmarsum. Dat kan wel kloppen, daar ben ik gisteren geweest… Enfin, een paar uur later maak ik samen met mijn vriendin mijn opwachting op het politiebureau in Almelo. Onderweg daar naar toe belde mijn vader. 'Ik bin vanmörns beld deur de plietsie in Almelo. t Ging om mien zeun, zeeden ze. k Schrok mie dood. Mor t ging allain mor om dien knip, dijst verloren bist, begreep ik. Hest dij alweer?' 'Nee, wie binnen nog onderwegens', zeg ik en beloof mijn vader op de hoogte te houden.
Even later zoeven de schuifdeuren van het politiebureau in Almelo voor ons open. Voor ons zien we een verlaten balie. Als we doorlopen zien we een opgeplakte mededeling: 'Niemand aanwezig? Bellen!' En inderdaad boven het briefje bevindt zich een knop, waar ik met niet al te veel kracht op druk. We horen niets en wachten af. Na een paar minuten nog maar eens gebeld. Geen reactie. Even later nog maar eens gedrukt. Mijn vriendin meent in de verte een belletje te horen overgaan en ik zie dat er een groen lampje gaat branden onder de knop op het moment dat ik die indruk. Misschien is het druk, veronderstellen wij en besluiten in de ruime fauteuils in de hal van politiebureau plaats te nemen. Ze zitten goed, maar na ruim een kwartier gewacht te hebben, word ik toch wat onrustig. Ik druk nu wat indringender op de bel en als weer elke reactie uitblijft, besluit ik, via een openstaande deur het bureau binnen te gaan. Alle deuren zijn hermetisch gesloten en naast de deuren zit geblindeerd glas. Ik hoor stemmen en gelach. Als ik me buk zie ik, vlak boven de vloer, door niet geblindeerd glas, een paar vrouwenbenen en twee paar benen in pantalons.
'We moeten misschien nog even geduld hebben', zeg ik tegen mijn vriendin. Op het raam van het kamertje waar ik die benen zag hing een sticker met de tekst: 'aangifte'. 'Misschien is hier op zondagochtend maar één diender die het hele bureau moet runnen', opper ik. Mijn vriendin heeft minder geduld en vindt het na bijna een half uur welletjes. Zij verzamelt alle moed en loopt eveneens de gang in en klopt op het kamertje met de benen.
Onmiddellijk wordt de deur geopend door een vrouwelijke politieagent. Als mijn vriendin uitlegt dat wij al geruime tijd zitten te wachten en dat wij ons afvroegen of onze komst onopgemerkt was gebleven, vraagt de agente 'Hoe bent u hier dan binnengekomen?' 'Door de schuifdeur, die ging vanzelf open', antwoorden wij. 'Maar alle keren dat we op de bel drukten, bleef elke reactie uit.' Dat vindt de agente maar vreemd, die buitendeur hoort gesloten te zijn. Zij loopt bij ons weg, opent met de sleutel een deur en roept in het Twents: 'Woah bi-jj, Gerrit?' Even later roept een mannenstem: 'Hierzo'. De stem blijkt van 'Gerrit' te zijn en hij zegt dat hij degene is die mij die ochtend heeft gebeld.
Ik vertel dat ik 's ochtend gebeld ben door mijn vader, omdat hij ook gebeld was door de politie in Almelo. 'Ja, dat klopt', zegt de agent, 'dat was ik ook'. 'Maar hoe weet u dat dat die meneer Smit in Hoogezand, mijn vader is? Die naam komt erg vaak voor'. 'Tja', zegt Gerrit, 'ik heb ook nog het telefoonnummer van uw dochter'. 'Hoe komt u daar dan aan?' vraag ik. Gerrit kijkt mij aan en trekt de schouders op. 'Heeft u misschien ook nog het nummer van mijn zoon, in Californië?' vraag ik de nu wat ongemakkelijk kijkende agent. Hij trekt opnieuw met de schouders. 'Maar met het rijkelijk vaag antwoord: 'Het staat allemaal op dit briefje van mijn collega', wil ik eigenlijk geen genoegen nemen. De journalist in mij komt boven. Als ik aandring en wat meer informatie vraag over het speurwerk naar mijn privégegevens, blijft de steeds moeilijker kijkende agent elk antwoord schuldig. Hij weet het niet, hij kreeg een briefje van een collega. En op een ander briefje staat ook nog de naam, het adres en het telefoonnummer van de vinder. Dat mag ik, desgevraagd wel meenemen, dat andere briefje niet. Mijn vriendin zegt even later: 'Vreemd, ik zag op het briefje van die agent ook nog jouw vroegere adres en het telefoonnummer daar, staan. Mij konden ze zeker niet vinden...' We vinden het maar een rare zaak: 'Big brother is watching you', of zoiets. We besluiten de eerlijke vinder maar eens te gaan bellen en te bedanken.
'We staan net op het punt van vertrek', zegt een vrouwenstem aan de telefoon. Als ik vraag of ik misschien even langs kan komen om haar te bedanken en een beloning te geven, zegt ze dat dat niet nodig is. Ik vraag of zij ver van het politiebureau woont. Dat blijkt niet het geval en ze wil ook nog wel even wachten alvorens ze zal vertrekken. Aangekomen bij het huis van de vinder hebben we eenleuk gesprek met een allervriendelijkst echtpaar op leeftijd. Mevrouw vertelt dat ze een dag eerder mijn portemonnee op het fietszadel had zien liggen. Vervolgens hadden ze via de VVV geprobeerd te achterhalen waar ze het gevonden voorwerp konden inleveren. Dat lukte niet. Thuisgekomen nog maar even op mijn naam 'gegoogled' maar dat leverde niet veel op. 'U bent geloof ik lid van het Groninger Landschap, of zoiets', zei de man. 'Dat kon ik wel vinden. Maar verder eigenlijk niets, dus zijn we maar naar het politiebureau gegaan'.
Mijn vriendin herinnert zich op dat moment dat ze mijn portemonnee uit haar fietstas heeft gehaald, toen ze de boodschappen daarin opnieuw rangschikte. En kennelijk was ze dus vergeten de portemonnee er weer in te doen. Het schaamrood staat haar op de kaken. 'Maar, gelukkig', zo besluiten we, 'zijn er nog eerlijke mensen. We zijn heel blij dat u de moeite heeft willen nemen en de portemonnee heeft afgegeven. Dat scheel ons een hoop gedoe. Hier heeft 25 euro koop er maar een mooi boeket voor'. Lichtelijk protesterend, neemt de vrouw de beloning aan. Eind goed, al goed.
Kennelijk kun je in Nederland (soms) dus 'gewoon' een portemonnee op een fietszadel laten liggen en wordt er niets uitgehaald. De pasjes en het geld blijven erin en je kunt hem bij een politiebureau ongeschonden afhalen. Eigenlijk zou dit 'gewoon' moeten zijn. Maar anno 2017 is dat in ons land, geloof ik, toch wel bijzonder. Het doet me denken aan een gesprek dat ik onlangs had met mijn Zwitserse zwager. Hij vertelde dat het op het platteland in Zwitserland gebruikelijk is dat je je huis niet afsluit. 's Nachts niet en ook niet als je langere tijd weggaat. Fietsen staan op het erf, niet op slot. Auto's staan met de contactsleutel erin op bij het woonhuis. Winkeliers laten in het weekend hun koopwaar onbeheerd aan de openbare weg staan. 'Dat kan hier en dat moet zo blijven, daarom moet iedereen zo handelen. Anders wordt het hier ook zo'n 'politiestaat', net als bij jullie, met al die camera's enzovoorts in de steden. Je moet er dus gewoon niet aan toegeven, aan die angst voor dieven', zei de trotse Zwitser.
Tja, wie durft dat aan? Zwitserse toestanden op het platteland van Nederland. Heeft mijn zwager gelijk? Spannen we met onze (schijn)veiligheidsmaatregelen het paard achter de wagen? Ik weet het niet, denk dat weinigen hier de gok durven wagen. Maar 'wel t dut mout t waiten'. In ons land nemen velen toch maar liever het zekere voor het onzekere, dunkt me. We nemen genoegen met beveiligingscamera's, sluiten het huis af, zetten fietsen op slot enz. Vinden het hooguit vreemd dat de politie kennelijk in staat is allerlei privégegevens van ons op te sporen. We passen (doorgaans) goed op onze spullen. En één ding staat voor mij vast: ik heb ontzettend veel geluk gehad met deze eerlijke Twentse vinder! Mijn dank is groot.
http://cms.rtvnoord.nl/content/pdf/okki-smit_50x50.jpg" />

Okkie Smit

'Noordman' Okkie Smit nam dit voorjaar afscheid na 28 jaar voor RTV Noord te hebben gewerkt. Zijn verhalen zijn de komende weken op zondagochtend te lezen.