Column: Kringloop, 'k wil hom nait hebben

© RTV Noord
Truus en Tinus hebben al jaren verkering maar wonen nog steeds apart. Na de zoveelste gezamenlijke vakantie, waarbij ze wel kortstondig samenwoonden in een huisje, besloten ze het er maar op te wagen. Na acht jaar moest er maar een einde komen aan het 'latten' (living apart together). Truus zou bij Tinus intrekken.
De huur van de flat van Truus werd opgezegd en langzamerhand werd begonnen haar spullen naar de kleine eigen woning van Tinus te brengen. Aanvankelijk vooral dozen met kleding, schoenen en boeken. Vervolgens gebruiksartikelen en meubels, die nog net in de auto pasten.
Tinus' knusse huisje veranderde zienderogen van een woonhuis in een soort pakhuis van opgestapelde dozen, kastjes, tafeltjes, lampen enz. Hij zag de groeiende berg goederen met lede ogen aan. Jarenlang hadden ze beiden een zelfstandig huishouden gevoerd en allerlei spullen aangeschaft waar ze aan gehecht waren geraakt. Die doe je niet zo maar weg.
Op een avond bespraken ze, onder het genot van een glaasje wijn, de ontwikkelingen met betrekking tot hun toekomstige woonsituatie. 'Ik heb echt met je te doen, jouw gezellig huisje staat tjokvol, dit is niet leuk meer', zei Truus.
Zelf woonde ze nog in haar flatje dat ook verre van gezellig was geworden doordat overal spullen waren opgestapeld die op verhuizing wachten. Ze concludeerden dat een andere, grotere gezamenlijke woning wel wenselijk maar niet haalbaar was.
'We kunnen natuurlijk spullen weggeven aan vrienden, familie en bekenden', opperde Truus. 'Of op marktplaats zetten. Dat doen wel meer mensen. Het schijnt dat je er daar soms een aardig bedrag voor krijgt', antwoordde Tinus. 'Tja, maar wel een hoop gedoe, natuurlijk', vonden beiden. Goede raad was duur. Hoe kom je in harmonie van spullen af, die je eigenlijk niet kwijt wil, terwijl er spullen van de nieuwe huisgenoot voor in de plaats komen, die hij/zij liever houdt?
Het cadeau doen van spullen aan vrienden, bleek geen succes. Vriendelijk maar beslist werd bedankt voor het overnemen van artikelen. Zelf vond het stel veel van die spullen erg mooi. Maar die overtuiging was waarschijnlijk gekleurd door persoonlijke herinneringen. Truus verwonderde zich over het feit dat een oud kastje, dat zij koesterde omdat ze het van haar ouders kreeg, niet door haar broer of (schoon)zus gewenst werd. Ook niet toen ze benadrukte dat het om een gratis familiestuk ging. Al generaties in de familie en in prima staat. Ondertussen puilde Tinus' huisje uit.
Er leek via Marktplaats een oplossing te komen. Er werd een bod van €15,- gedaan op Tinus z'n eettafel en bijpassende salontafel. Niet veel in zijn ogen, maar goed, wie het kleine niet eert…
Helaas, de zogenaamde belangstellende kwam niet opdagen. Voor Tinus was de maat vol. Hij besloot krachtdadig een einde te maken aan het verpeste woongenot. 'We moeten beiden afstand doen van spullen waar we aan gehecht zijn. Helaas, maar om te voorkomen dat we straks zelf niet meer in mijn huisje passen, stel ik voor om, hoe pijnlijk ook, veel spullen naar de Kringloopwinkel hier in het dorp te brengen. We krijgen er niets voor maar andere mensen die op dit soort voorzieningen zijn aangewezen, maken we er blij mee.'
Vooral dat laatste sprak Truus erg aan.
Nog diezelfde middag werd een eenpersoonsbed in haar woning gedemonteerd. Het matras, de lattenbodem en de ombouw werden van 3 hoog uit de flat in de auto getild. Het bed was in goede staat, het matras schoon en Tinus had alle schroefjes met plakband op de ombouw bevestigd zodat het weer in elkaar zetten geen enkel probleem zou vormen. Samen reden ze, beiden met een bezweet hoofd van het getil en gestapel, naar de Kringloopwinkel. Gelukkig was die op korte afstand want Truus zat met opgetrokken knieën, met het neus op het dashboard voor in de auto.
Aangekomen bij de Kringloopwinkel, opende Tinus met enig bravoure de achterklep en wilde een begin maken met het naar binnen tillen van het bed. Maar dat ging niet door! Twee medewerkers stonden buiten met elkaar te praten. Eén van de mannen, met de rug naar de auto gekeerd, trok nog eens stevig aan z'n sigaret en antwoordde op Tinus z'n opmerking: 'We komen een eenpersoonsbed brengen' met: 'k Wil hom nait hebben.'
Verbijsterd keken de amateur-verhuizers elkaar aan. Tinus probeerde opheldering te krijgen over de reden van deze weigering. 'Ik begrijp hier niets van', zei hij. 'Het bed is wel oud, maar heel netjes en schoon. Er zijn toch mensen die je blij kunt maken met zo'n bed?' De man leek meer oog te hebben voor z'n sigaret dan voor het aangebodene. Hij nam niet de moeite om in de auto te kijken en herhaalde: 'k Wil hom nait hebben'.
Boos vervolgde Tinus: 'Dus u wilt, na alle moeite die wij gedaan hebben, ons terug sturen met het bed? Er staan bij jullie in de winkel bedden die er minder uitzien en waarvoor jullie, in mijn ogen een stevige prijs vragen. Wat is er mis met dit bed?' De man dacht opnieuw te kunnen volstaan met: 'k Wil hom nait hebben'. Tinus voelde zich rood worden van woede en z'n ogen leken vuur te spuwen. Daarom besloot Truus nu maar een poging te wagen de man op andere gedachten te brengen. 'Zijn uw klanten zo verwend dat ze een dergelijk bed niet willen? Misschien kunt u hem voor een tientje aanbieden. Dan hebt u toch iets verdiend?'
De aangesprokene nam niet de moeite om te antwoorden. Dat wakkerde de woede bij Tinus aan. 'Ik heb hier in het verleden vaak spullen gebracht, onder andere van mijn ouders. Ik durf te stellen dat u daar enkele honderden zo niet duizenden euro's mee heeft verdiend. Als u dit bed niet neemt, kom ik hier nooit weer om iets te brengen. En ik vind ook dat u mensen die een bed nodig hebben die mogelijkheid onthoudt. Dat kan toch niet?'
De aangesprokene bleef met z'n rug naar de auto aan z'n sigaret trekken en nam opnieuw niet de moeite om te reageren. Daarop zei z'n collega met een vriendelijke glimlach. 'Meneer, u moet niet zo boos zijn. Hij wil uw bed niet.'
Vervolgens begon deze man smoezelige kussentjes en ongeopende plastic zakken, van een inmiddels gearriveerde andere auto te tillen en naar binnen te dragen. Truus en Tinus zagen het met verbazing aan. Zij stelde voor het bed dan maar weer mee terug te nemen. Dat was hij niet van plan. Tinus vroeg de man naar zijn naam omdat hij een klacht bij diens chef wilde indienen. 'Dat ben ik zelf', zei de man. “'Dan wil ik graag weten wie de chef van de chef is', antwoordde de steeds bozer wordende Tinus…
De afloop hiervan? Tinus en Truus spraken met een leidinggevende, die benadrukte niets met deze zaak te maken te hebben. Na het bed bekeken te hebben, zei hij: 'U heeft gelijk, ik begrijp hier ook niets van.' Vervolgens bood een dame, die wel over deze zaak ging, haar excuses aan en van haar mocht het bed alsnog worden ingeleverd. 'Misschien hebben we momenteel teveel bedden in voorraad. Mocht dat het geval zijn, dan moeten wij een deel naar de stort brengen en dat kost ons geld. Dat is niet te bedoeling.'
Truus en Tinus, inmiddels gekalmeerd, toonden begrip voor deze opstelling. Ze bedankten de manager voor haar oplossing en stapten in de inmiddels lege auto. Daar haalde Truus een rolletje pepermunt tevoorschijn en bood Tinus er ook ééntje aan. Voor de laatste keer die middag klonk het: 'k Wil hom nait hebben'.
'Noordman' Okkie Smit nam dit voorjaar afscheid na 28 jaar voor RTV Noord te hebben gewerkt. Zijn verhalen zijn de komende weken op zondagochtend te lezen.