Dit moet je weten over het aardwarmteproject in stad Groningen

© Theo Sikkema/ RTV Noord
Weg gas, welkom aardwarmte. De gemeente Groningen staat te trappelen om te beginnen met aardwarmtewinning onder de Stad. Het Staatstoezicht op de Mijnen is er echter niet gerust op. Wat is er aan de hand?
In dit artikel zes vragen en antwoorden over het boren naar aardwarmte in gemeente Groningen. Wat zijn de voordelen, wat zijn de risico's en hoe nu verder?

1. Waarom wil de gemeente boren naar aardwarmte?

De gemeente Groningen wil landelijk gezien het voortouw nemen om meer te doen met groene energie. In 2035 moet de gemeente zelfs energieneutraal zijn. Om dat te bereiken, wil de gemeente investeren in zonnepanelen, windenergie, biogassen en aardwarmte.
In 2014 richtte de gemeente Groningen en het Waterbedrijf Groningen WarmteStad op. Op het terrein van de Zernike Campus wordt een ondergrondse, geothermische bron aangeboord, die zo'n 12.000 huishoudens in de stadswijken Paddepoel, Selwerd, Vinkhuizen en Kostverloren moet kunnen verwarmen. Aardwarmte is volgens WarmteStad niet alleen een duurzaam alternatief voor gas, maar ook betaalbaar. 'Bovendien blijven de investeringen in het Noorden', stelt WarmteStad.

2. Hoe werkt boren naar aardwarmte?

Boren naar aardwarmte, ook wel geothermie genoemd, gebeurt vanaf 3 kilometer diepte. Daar is heet bronwater van zo'n 120 graden Celsius aanwezig. Dat wordt gedurende vier maanden gepompt en geleid naar een warmtewisselaar boven de grond, op de Zernike Campus. Die geeft de warmte af aan het warmtenet en kan naar huizen en andere gebouwen in de omliggende wijken.
Het afgekoelde bronwater wordt teruggepompt naar een plek in de bodem, twee kilometer verwijderd van de ophaalplek. Zo moet het water in de grond weer de tijd krijgen om op te warmen. Op deze manier gaat het hete bronwater onder de Stad veertig jaar mee, stelt WarmteStad. In juli 2017 is begonnen met de aanleg van de warmtewisselaar.

Een gedetailleerde versie van de werking is ook beschikbaar:

3. Is dat niet gevaarlijk in aardbevingsgebied?

Dat is de cruciale vraag. Op verschillende dichtbevolkte plekken wordt al naar aardwarmte geboord, zoals in Europa bijvoorbeeld Milaan, Parijs, Kopenhagen en Bordeaux. Op die plekken wordt echter niet naar gas geboord, zoals in het omliggende gebied van de stad Groningen wél gebeurt.
De combinatie van aardwarmte en gawinning is voor het Staatstoezicht op de Mijnen, de instantie die oordeelt over het winnen van delfstoffen, reden om grote vraagtekens te zetten bij het aardwarmteproject in Groningen. Halverwege juli dit jaar waarschuwt SodM dat aardwarmte tot extra bevingen kan leiden. Er zou te weinig bekend zijn over de risico's, stelt de instantie.

4. Waarom wilde de gemeente het toch doorzetten?

Naar aanleiding van de waarschuwing van het SodM wil de gemeenteraad weten hoe het verder moet met het project. Wethouder Mattias Gijsbertsen van milieu benadrukt dat de risico's op bevingen minimaal en verwaarloosbaar zijn, op basis van onderzoeken: 'We hebben altijd gezegd dat veiligheid boven alles gaat. Als het niet veilig kan dan moet je het niet doen. Uit onze berekeningen blijkt dat het veilig kan.'
Wel weet hij dan al dat er vertraging zal optreden. In september dit jaar blijkt dit zeker een half jaar te zijn. De gemeente laat dan weten dat het SodM nog niet voldoende zekerheid heeft dat het project veilig is.
Veiligheid gaat boven alles. Uit onze berekeningen blijkt dat het veilig kan
Mattias Gijsbertsen - wethouder Groningen

5. Wat is er nieuw in het rapport van SodM in oktober?

Het Staatstoezicht op de Mijnen haalt vernietigend uit naar de projectorganisatie WarmteStad. Daar zou onvoldoende kennis zijn om de risico's op aardbevingen in te schatten. Die risico's worden volgens het SodM stelselmatig onderschat.
De gemeente moet bovendien nog met een Seismische Risico Analyse komen. Die heeft het SodM nodig om te kunnen beoordelen of boren naar aardwarmte zo dicht naast een gasveld veilig is. De gemeente wil de analyse in november klaar hebben; begin volgend jaar moet het oordeel van het staatstoezicht er dan liggen. Pas als dat positief uitvalt, adviseert het SodM de minister om de vergunnng aan WarmteStad te verlenen. Dat zou betekenen dat de proefboring mag plaatsvinden. SodM eist wel dat de risico-analyse later in het project nog wordt geactualiseerd.

6. Hoe nu verder?

De gemeente moet dus aan de bak met de risico-analyse. Daarnaast moet er een besluit komen of het project wel door kan gaan nu er zoveel vertraging is. Het project heeft een kostenplaatje van zo'n 60 miljoen euro. Liefst 33 miljoen euro daarvan kan gedekt worden door het Rijk, maar daarvoor moet het warmtenetwerk wel vóór volgend jaar draaien.
Er liggen drie opties op tafel: direct stoppen en kiezen voor een alternatieve energiebron, doorgaan, of op een later moment alsnog kiezen voor alternatieve energie. Eind oktober komt wethouder Gijsbertsen met een voorstel aan de gemeenteraad.