OM eist zes jaar cel voor uit de hand gelopen drugsdeal Topaasstraat

© FPS/Jos Schuurman
Tegen een 22-jarige Stadjer is zes jaar cel geëist, na het neerschieten van een nu 36-jarige Groninger aan de Topaasstraat in Stad. Dat gebeurde op 14 april. De man overleefde ternauwernood. Poging tot doodslag, volgens de officier van justitie.
Aan dit schietincident ging een mislukte drugdeal vooraf. Naast de schutter stonden het 36-jarige slachtoffer en twee Stadjers van 20 en 26 jaar oud terecht. Tegen hen eiste de officier voor drugsbezit en -handel zestien en twaalf maanden cel, waarvan in alle gevallen de helft voorwaardelijk.

Even naar het toilet

De man die later werd neergeschoten regelde 4000 xtc-pillen vanuit Amsterdam. De pillen werden in de woning van de 26-jarige Stadjer geteld en gesorteerd. De twee jongste verdachten waren de kopers. De 22-jarige Stadjer ging even naar het toilet en kwam terug met een pistool. Hij raakte in een worsteling met de 34-jarige Stadjer, waarna drie schoten klonken.

'Niet hier doodgaan'

De man liep schotwonden op in zijn buik. Hij werd zwaargewond naar de stoep van de woning geduwd. 'Ik wil niet dat je in de woning doodgaat', zou zijn geroepen. Het slachtoffer kwam uiteindelijk in het UMCG terecht. Zijn darmen waren doorboord. Hij onderging twee operaties. De man moet de rest van zijn leven een stoma dragen.

Bezaaid met roze pillen

De drie anderen gingen op de vlucht toen de politie in de Topaasstraat aankwam. In de gauwigheid greep de 26-jarige Stadjer een rugtas met daarin wat pillen mee. Die dumpte hij bij het spoor in een sloot. De woning was bezaaid met roze pillen. Alleen de pillen in de tas, die later terug werd gevonden, werden onderzocht op drugs.

Verdediging wil vrijspraak

En dit is onvoldoende, meenden de advocaten. 'Misschien hebben de mannen een kat in de zak gekocht en zijn ze opgezadeld met 4000 eenvoudige pijnstillers', zei advocate Meike Lubbers. De verdediging vindt dat vrijspraak moest volgen.

Zwijgen

De vermeende schutter zwijgt tot op de dag van vandaag. Hij werd op aanwijzingen van de medeverdachten aangehouden. Het slachtoffer herkende de man op een foto. Zijn advocaat Rietveldt vond dat de bijeengesprokkelde bewijzen te veel vragen opriepen voor een veroordeling.
De uitspraak volgt op 27 oktober.