Een dag op de vaarweg Lemmer-Delfzijl, de gevaarlijkste route van Nederland

De 'Fides' uit Harderwijk © Steven Radersma/RTV Noord
Op de vaarweg Lemmer-Delfzijl zijn vorig jaar twaalf 'significante' incidenten geweest, meldde Rijkswaterstaat deze week. Ook in 2021 is het raak: 15 mei werd de Gerrit Krolbrug in Groningen aan gruzelementen gevaren door een onoplettende schipper.
En in Aduard werden op 31 mei de stuurhut en een auto door de brug van een schip geveegd door onoplettendheid van de bemanning. Hoe is het eigenlijk om te varen op deze veelbesproken vaarweg? Om dat te ervaren stapte één van onze verslaggevers aan boord van een binnenvaartschip.

Auto's

’s Morgens vroeg om zeven uur komt de 'Fides' aangegleden door de Prinses Margrietsluis in Lemmer. In de stille ochtend is het zachte geklots van water tegen de boeg hoorbaar, net als het zachte gebrom van de dieselmotor in het binnenste van het schip. De bemanning weet van doorpakken: niet veel later hangt mijn auto in de takel van een kleine kraan die de Peugeot keurig naast een Seat en een Volkswagen op het achterdek neerzet. Handig, want dan hoef ik later die dag niet terug naar Lemmer.
De auto gaat mee aan boord © Steven Radersma/RTV Noord
Aan boord geklommen word ik begroet door schipper Edwin Groen (42) uit Harderwijk en schipper/stuurman Jonna Geijsel (27) uit Castricum. Schipper Rik Havelaar (25) uit Harderwijk zal ik later tegenkomen. Voorlopig ligt hij op één oor in het woongedeelte van het schip. Dat woongedeelte is ruim en netjes. Naast de slaapvertrekken is er een keuken, een eettafel, en een zithoek inclusief tv. Op een stapel dvd’s ontwaar ik exemplaren van ‘Jackass’ en ‘Titanic’. Mmmmm.

Papegaai

Rik Havelaar heeft het schip door een groot deel van de nacht geloodst, en is een paar uur eerder afgelost door collega Edwin. Om hem niet te storen in zijn slaap heeft Jonna de kooi met haar luidruchtige dwergpapegaai voorlopig in een ruimte ver weg van het slaapvertrek gezet.
‘Koffie?, vraagt ze aan me, nadat ze de trossen heeft losgegooid en de Fides zich losgemaakt heeft van de wal en koers zet richting Spannenburg. Dat aanbod sla ik niet af. Via een trap betreden we het stuurhuis van de Fides. Ik kijk mijn ogen uit: dit lijkt wel wat op de controlekamer van het Starship Enterprice uit de serie Star Trek.

Mout, melkpoeder en suiker

De 'Fides' is de avond ervoor vertrokken uit Rotterdam. Het schip heeft 93 lege containers aan boord. Schipper Edwin laat me op één van de vele beeldschermen de volgorde zien waarin de containers bij verschillende terminals in de haven van Rotterdam zijn geladen. Einddoel is de containerterminal aan het Winschoterdiep in Westerbroek. Daar worden de lege containers geruild voor exemplaren die zijn gevuld met mout, melkpoeder en suiker.
Daarna gaat het via dezelfde route terug naar Rotterdam, vanaf daar zullen de containers hun weg over de hele wereld vinden. Uit cijfers van Rijkswaterstaat blijkt dat er ieder jaar 71.000 schepen varen op de hoofdvaarweg tussen Lemmer en Delfzijl. Dat is inclusief de recreatievaart. Binnenvaartschepen vervoeren ieder jaar 200.000 containers over dit water. Het is een belangrijke verbinding tussen Rotterdam en Noord-Duitsland, en van groot belang voor de economie.

Gevaarlijke vaarweg

Tegelijkertijd is het ook de Nederlandse vaarweg met de meeste risico’s. Schipper Edwin Groen en zijn bemanning varen vandaag een groot deel van die route, maar in Groningen gaat de Fides niet via het Eemskanaal naar Delfzijl, maar via het Winschoterdiep naar Westerbroek. Dit traject kennen ze erg goed; per jaar gaan ze ongeveer 150 keer op en neer.
Schipper Edwin Groen achter de lessenaar in de stuurhut © Steven Radersma/RTV Noord
Terug naar de stuurhut. Jonna heeft inmiddels koffie (zwart) voor me neergezet, en Edwin heeft plaatsgenomen in een luxe, geveerde, leren stoel die hij over een rails heen en weer kan laten glijden. Beiden zijn op kousevoeten: ‘Je weet maar nooit wat voor vettigheid je bijvoorbeeld in de machinekamer aan je schoenen kan krijgen’, zegt Edwin. De luxe stoel staat voor het eerder genoemde imposante ‘dashboard’. Zo heet het in een halve cirkel gebogen besturingscentrum natuurlijk niet. ‘Dat noemen we een lessenaar’, zegt Edwin.
De laatste jaren is het Groningse deel van de vaarweg sterk verbeterd
Edwin Groen binnenvaartschipper
In die lessenaar zien we op monitoren beelden die vijf camera’s aan boord maken: aan stuurboord, bakboord, voorop en achterop. Ook de radar is er af te lezen. De route tussen Lemmer en Westerbroek voert ons vandaag langs 27 bruggen en drie sluizen. Ook al heeft de crew veel ervaring op dit traject: het blijft mensenwerk om het 110 meter lange, 11.45 meter brede en maximaal 6 meter hoge stalen gevaarte door soms smalle doorgangen en lage bruggen te manoeuvreren.

Maximaal 12 km per uur

De 'Fides' mag op dit traject maximaal 12 kilometer per uur varen, maar Edwin gaat meestal niet sneller dan 11,7 kilometer per uur. Langzaam zie ik het Friese landschap aan me voorbij trekken. Soms hoor ik door de open deur het geblaat van schapen, dan weer is er iemand aan wal hout aan het zagen met een kettingzaag. Er mag mest worden uitgereden, die geur dringt regelmatig de stuurhut binnen. We passeren nog slapende campings, al is er hier en daar iemand die zijn hond uit laat. ‘Het is nu nog vroeg en dus rustig’, zegt schipper Edwin, terwijl hij onderuit gezakt in zijn luxe bestuurderstoel zit. ‘Maar straks komen de jachtjes en de zeilboten’. ‘En de drijvende caravans’, vult Jonna hem aan. Ze zoekt op haar telefoon en laat de site 'Blokhutboot.nl' zien. ‘De mensen die ze huren hebben lekker vakantie en zitten voorop de boot op een soort veranda. Ze hebben er vaak geen idee van wat er achter hen gebeurt.’
'Tijdens de Sneekweek is het helemaal oppassen geblazen’, vervolgt Edwin. ‘Dan is het heel druk en moet je er een beetje tussendoor pruttelen. Lachend: ‘We kwamen eens een drijvend ponton tegen, boordevol luidsprekers en keiharde muziek. Prachtig! En dan zijn er nog de zeilboten die aan het laveren zijn voor een brug of sluis. Ook dat is link. We hebben het zelfs een keer meegemaakt dat er iemand over het ijs het kanaal overstak vlak voor ons schip. Ja, echt waar!’

Beweegbare stuurhut

Dan gebeurt er plotseling iets onverwachts waar ik van schrik. Met een schok zet de stuurhut zich in beweging. Buiten klinkt een alarmsignaal. Mijn eerste gedachte is dat we ergens tegenaan zijn gevaren, maar aangezien Jonna en Edwin rustig blijven kom ik al snel tot de conclusie dat het iets anders moet zijn. Dat is het ook: de stuurhut komt hydraulische enkele meters naar beneden om veilig onder een brug door te kunnen. De sirene is er om er voor te waarschuwen niet onder het stuurhuis te gaan staan. Jonna lacht: ‘De eerste keer schrok ik er ook van, maar nu ben ik er aan gewend.’
Het hydraulisch verstelbare stuurhuis van de 'Fides' © Steven Radersma/RTV Noord
We zien de containers, drie hoog gestapeld, voor onze neus schuiven. De schipper vaart nu puur op de camera’s en op de radar onder een lage brug door. Ondertussen is Jonna bezig met het invullen van het logboek en het maken van een boodschappenlijst. ‘We kunnen onderweg natuurlijk geen boodschappen doen: dit lijstje gaat naar de Jumbo in Hoogezand, dan is het straks klaar. Tegen Edwin: ‘Hoeveel broden zullen we doen? Vier? En zullen we pasta maken volgens het recept van Rik?’

Verschil tussen Friesland en Groningen

We passeren Stroobos en varen de provincie Groningen binnen. ‘Vroeger was er een groot verschil’, zegt Edwin., terwijl hij een shaggie rookt in de deuropening. ‘In Friesland was het prima in orde, maar in Groningen waren scheefgezakte damwanden, ondieptes en bomen die over het water groeiden. Maar de laatste jaren is het Groningse deel sterk verbeterd.’
De vaste brug bij Eibersburen glijdt over ons heen. Edwin: ‘Die kun je in het donker over het hoofd zien omdat er bijna geen verlichting is. Een draaiburg bijvoorbeeld is beter te zien.’ Bij de sluis van Gaarkeuken liggen we een tijdje stil, omdat we moet wachten tot een schip dat ons heeft ingehaald (‘die heeft altijd haast’) is geschut. Nadat wij dat ook gedaan hebben kunnen we onze weg vervolgen over het Van Starkenborghkanaal.

Buitenlandse schippers

Maar eerst passeren we de brug direct na de sluis. Aan weerzijden zie ik wachtende automobilisten. Een bijzondere ervaring om het eens van de andere kant mee te maken. Hoe vaak heb ik hier de langzaam openklappende brug niet vervloekt omdat ik haast had? Ik vraag Edwin hoe het komt dat er juist op de vaarweg Lemmer-Delfzijl meer ongelukken gebeuren dan elders.
‘Het zou er mee te maken kunnen hebben dat sommige rederijen Oost-Europese bemanningen inhuren’, zegt hij. ‘Niet zozeer omdat ze goedkoper zijn, maar vooral omdat er een tekort aan personeel is. Het zijn over het algemeen harde werkers, maar ze zijn veel minder bekend met de plaatselijke situatie. En dan is er ook nog een taalbarrière, dat is vaak de oorzaak van verwarring. De officiële taal om te communiceren in de binnenvaart is Duits, maar dat spreken ze gebrekkig. ‘Dan hoor ik ze wel eens 'is prima' zeggen op een mededeling van een brugwachter, terwijl het antwoord 'nee' had moeten zijn.
Hij vervolgt: ‘Je ziet sommigen ook wel uit onzekerheid ’s nachts met volle verlichting varen, zodat ze wat meer kunnen zien. Als je ze oproept krijg je geen antwoord. Ik zou in het donker niet gaan varen op plekken waar ik nog nooit geweest ben, zij wel.’
Als de Sontbrug in Groningen één meter hoger was geweest, was het veel makkelijker
Edwin Groen binnenvaartschipper

'Toedeloe, veel plezier met dat ding'

Volgens schipper Edwin is het té makkelijk om schipper te worden op de binnenvaart: ‘Je kan een vaarbewijs halen, een schip kopen, een leuk ondernemersplan bedenken en dan is het : toedeloe, veel plezier met dat ding. Je mag alleen niet kleurenblind zijn, anders kun je de kleur van de tonnen niet onderscheiden.’ ‘Wist je dat vrouwen veel minder vaak kleurenblind zijn dan mannen?’, voegt Jonna er aan toe. Ik zoek het op, en ja: van de mannen is 8% kleurenblind, bij vrouwen is het percentage 0,5%. Weer wat geleerd.
Er komt ons een klein jachtje tegemoet aan de andere kant van een brug. Edwin wil met zijn grote schip de breedste overspanning gebruiken, maar ook het kleine bootje kiest voor die opening. Onhandig, maar direct gevaar is er niet. Toch drukt Edwin op de hoorn. ‘Niet uit frustratie’ verklaart hij, ‘maar als een attentiesein. Als het misgaat en je hebt niet getoeterd ben je sowieso fout.’ Jonna monstert de bemanning van het jachtje als het beneden ons voorbij vaart. ‘Opa en oma’, concludeert ze.

Hogere bruggen

We zetten koers richting de bruggen van Zuidhorn, Aduard en Dorkwerd. ‘Nieuwe bruggen van 4,5 meter hoog’, zegt Groen. ‘Die hadden ze beter 7,20 kunnen maken, dan had bijna iedereen er onderdoor gekund. Oké, de aanlooptaluds moeten dan wel hoger, maar het is een afweging. Nu zijn het tafelbruggen die op vier poten rusten. Als het hard waait heb je veel meer kans op storingen, terwijl je als binnenvaartschipper bij harde wind de vaart er juist goed moet inhouden om koers te kunnen houden. Als ik moet remmen kan ik niet meer sturen. En dan de Sontbrug in Groningen: als die één meter hoger was, was het veel makkelijk geweest. Dat had toch makkelijk gekund? Het kost meer geld, maar wat kost het als bruggen worden aangevaren en de zaak geblokkeerd wordt?’
De 'Fides' nadert een brug © Steven Radersma/RTV Noord

Bezetting bediende bruggen is veranderd

Ondertussen is het stuur overgenomen door schipper Rik Havelaar, die ogenschijnlijk fris uit bed gekomen is. Na een bak koffie neemt hij het roer over om de 'Fides' het lastige stuk door de stad te manoeuvreren. Edwin staat met een peuk half in de stuurhut. ‘Als schipper moet je natuurlijk opletten wat voor brug je nadert, maar je bent bij bediende bruggen ook afhankelijk van de brugwachters', zegt hij. ' Vroeger, voor 2014, toen de provincie nog beheerder was van de vaarweg, waren er meer vaste mensen op vaste posities. Dan was je beter op elkaar ingespeeld, dan wist je waar je aan toe was. Sinds Rijkswaterstaat beheerder is zijn er veel meer wisselingen, dat maakt het lastiger.’
Rik vult hem aan: ‘Als je hier onbekend bent is het best lastig varen in Friesland en Groningen. De schepen worden wel steeds groter, maar het kanaal wordt niet breder. En over de aanvaring met de Gerrit Krolbrug: die brug is slecht te zien in het donker, door de bogen van de fiets/voetgangersbruggen aan weerzijden zou je kunnen denken dat het een vaste brug is waar je onderdoor kunt. Je weet natuurlijk niet wat er gebeurd is, en ik ga daar ook niet over oordelen, maar ik snap wel dat het daar gebeurd is.’
Nadat we de Noordzeebrug zijn gepasseerd varen we langs wat er over is van de zojuist besproken Gerrit Krolbrug. ‘Ze willen kijken of ie te herstellen is’, zegt Edwin hoofdschuddend, zijn blik op de zwaar beschadigde brug die troosteloos op een ponton ligt. ‘Dat gaat ook weer miljoenen kosten. Veel beter is het om een hogere brug te maken, dan ben je er vanaf. Ik hoop dat ze een goede afweging maken.’

Het lastigste punt: de busbaanbrug

Niet veel later laat Rik de stuurhut met een schok naar beneden komen. We naderen het lastigste punt van de route: de busbaanbrug. ‘Die kan eventueel open, maar dat moet je 24 uur van tevoren aanvragen’. Daarom gaat de bemanning van de Fides liever onder het vaste gedeelte van de brug door. Het schip heeft 1300 ton aan water ingenomen waardoor het dieper ligt, maar toch is er aan de bovenkant slechts 4 centimeter speling tussen het schip en de brug. De stuurhut is inmiddels achter de containers geschoven, en Rik tuurt aandachtig op zijn monitoren. Voor de zekerheid gaat hij nog even op zijn stoel staan, zodat hij zijn hoofd door een luik kan steken. Hij kan vertrouwen op de camera’s, maar wil toch met eigen ogen checken of het goed gaat. Nadat hij zich op zijn stoel heeft laten zakken glijdt de Fides langzaam onder de busbaanbrug door. Aan de onderkant zijn beschadigingen te zien van aanvaringen. 'En dat terwijl de brug niet zolang geleden nog een verfje gekregen heeft', zegt Jonna.
De bemanning van de 'Fides' vlnr: schipper/stuurman Jonna Geijsel, schipper Edwin Groen, schipper Rik Havelaar © Steven Radersma/RTV Noord
Na de Oostersluis slaan we niet linksaf richting Eemskanaal voor het laatste stuk van de route Lemmer-Delfzijl, maar varen we rechtdoor naar het relatief rustige Winschoterdiep, richting Westerbroek. Rik meert de 'Fides' af bij de containerterminal. De lege containers gaan van boord, de volle exemplaren worden de volgende dag geladen. Morgen aan het eind van de middag zetten Edwin, Rik en Jonna koers richting Rotterdam.

Diesel

Het schip gebruikt de nodige diesel om van Rotterdam naar Westerbroek en weer terug te komen. Edwin en Rik doen beide een gok hoeveel liter er deze reis is verstookt. Rik zit er het dichtst bij zien we als het antwoord op één van de beeldschermen verschijnt: 3951 liter. Dat lijkt heel veel, maar het is slechts een fractie van de brandstof die nodig zou zijn geweest om de containers over de weg te vervoeren.
Ik kijk op mijn horloge en zie dat de reis van Lemmer naar Westerbroek 11 uur geduurd heeft. De verhalen over de risico’s die ik onderweg hoorde bevestigen wat Rijkswaterstaat de afgelopen week meldde: er is niet één gemeenschappelijke oorzaak aan te wijzen voor de relatief vele ongelukken op het traject, het zijn allen op zichzelf staande incidenten. Wat de vraag hoe het aantal aanvaringen te verminderen gecompliceerd maakt. Vandaag rest de bemanning alleen nog het antwoord op één wél simpele vraag: maken we pasta volgens het recept van Rik, of gaan we lekker uit eten in Groningen? Zonder met elkaar in aanvaring te komen valt een besluit: de bemanning verlaat de 'Fides' voor een kort bezoek aan de mooiste stad van het noorden.