Vroag&Antwoord: Kroakstoul

Waarnemend streektaalfunctionaris Siemon Reker doet een langlopend onderzoek naar het huidige Gronings. Het publiek kan woorden aandragen waar aandacht aan zou moeten worden geschonken. Reker licht op Radio Noord wekelijks op woensdag na 12.30 uur een woord toe.
Deelnemers aan Vroag&Antwoord droegen tot dusver al veel woorden aan ter behandeling op Radio Noord. Uit de rijke oogst pikken we vandaag een trio, te beginnen met
hiepkonter
en
mankeliek
. Mankeliek? De vragensteller schrijft erbij als vragende verklaring: "melancholiek? Mankelieke moandag= Blue Monday (3e maandag van januari)." En
hiepkonter
wordt door de betreffende inzender voorzien van deze toelichting: "Hiepkonterg. Stuurs of ontevreden manspersoon."
Beide woorden ogen toch een beetje apart, maar melancholiek is in het Nederlands ook een vreemde eend in de bijt. Dat is inderdaad hetzelfde als ons mankeliek, dat als gevolg van dat gekkige, ongewone voorbeeldwoord simpel verbasterd kon worden. Maar onze vorm (mankeliek) mag dan wat verbouwd zijn, deze maakt wel duidelijk dat het goed mogelijk is dat het Nederlandse melancholiek vroeger als melankoliek heeft geklonken - Van Dale zegt dat het droefgeestig betekent (letterlijk zwart-gallig) en ontleend is aan Frans mélancolique.
In dezelfde sombere betekenishoek bevindt zich de hiepkonter: daar is onze uitspraak ook dichter bij het origineel dan het Nederlandse hypochonder 'zwartkijker' want daar leidt Van Dale het eveneens af van een Frans woord met een k-klank, hypocondre. De uitspraak van het laatste deel van het woord geeft mooi de vroegere Franse vorm weer.
Maar tegelijkertijd zijn woorden als hiepkonter (of hiepkonterg) en mankeliek wel afgedreven van het origineel, want dat oorspronkelijke woord is voor 99% van ons mensen zonder kennis van het Grieks ronduit abracadabra en dus niet makkelijk te onthouden of uit te spreken.
Ook woorden die dichterbij gevoeld worden en een heel wat gezelliger betekenis hebben, die kunnen trouwens vrij simpel van vorm veranderen - dat wil zeggen, als de taalgebruikers dat in meerderheid nodig vinden. Zoiets is er aan de hand geweest met de kroakstoul. Waarom is dat gezellig? Het heeft dezelfde gebruikssfeer als een geliefd woord als bozzem 'schoorsteenmantel' en bijvoorbeeld ook ol zörg(e) ‘leunstoel’ - met kenmerken als vroeger, warmte, knusheid, misschien zelfs opa en oma. Een kroakstoul heeft hetzelfde als de grootouders, het heeft de jaren en de kachel is nabij. Vooral opa zat erin, het is een leunstoel met een hoge rug: oma zou er in kunnen verzuipen, - als we ons haar kleiner van stuk inbeelden als grootvader.
Jaren- en jarenlang hebben ze de stoel gehad en in ere gehouden, ze waren eraan verknocht geraakt, het beestje moest blijven ook al kraakte het nog zo. Natuurlijk, een kroakstoul die kroakt, daarom is het een kroakstoul, waarom zou het anders zo heten? Nou, er is een andere aanduiding voor de kroakstoul en die lijkt er verdacht veel op, ook al komt deze beduidend minder voor: kroagstoul. Welke van de twee zal de oudste rechten hebben, was de kroakstoul er eerder of de kroagstoul?
Eenmaal mag hier vast een Latijnse vuistregel genoemd worden. Hij oogt misschien wat lastig te onthouden voor wie die taal niet spreekt en de betekenis is op het eerste gezicht zelfs raar, maar het is een prachtig principe waar iemand mee te maken krijgt die verschillende versies van héél oude teksten naast elkaar legt. Stel, iemand die aan taalhistorie doet, die zit met twee varianten van een bepaald woord - hij puzzelt, want welke van de twee zou eerder de oorspronkelijke kunnen zijn. Aha, denkt zo'n onderzoeker: Lectio difficilior potior! Die toverformule betekent letterlijk 'de onwaarschijnlijkste versie van de twee is vermoedelijk de oudste'. Wát? Jazeker, bij vergelijking van twee woorden die uit elkaar voortgekomen zullen zijn, is de onbegrijpelijkste, onverwachtste waarschijnlijk de oudere vorm. Immers, het is voorstelbaarder dat een rare tekst of een vreemd woord in de loop van de tijd begrijpelijk is gemaakt dan andersom.
Hebben we zowel kroakstoul als kroagstoul die hetzelfde betekenen, dan is het logischer dat kroakstoul (krakende stoel) voortkwam uit kroagstoul (stoel met een wat hogere rug die aan een kraag kan doen denken) dan andersom. Het vreemdere kroagstoul zal dus de voorloper zijn van het veel logischer klinkende kroakstoul.
Hoe zeker ben ik hiervan: het lijkt me waarschijnlijk. Verrast ben ik dus door de benadering in Molema's Groninger woordenboek: "kroakstoul = eenvoudige leuningstoel (Zal zooveel zijn als: stoel voor menschen, die door ouderdom, zwakheid, enz. kroaken = kreunen, klagen van oude of zwakke menschen)". Een stoel die warmte uitstraalde krijgt dan opeens iets schrijnends.