Vroag en antwoord: Inwonernamen

© RTV Noord
Plaatsen als Finsterwolde, Schildwolde en Bellingwolde eindigen allemaal op -wolde, maar de inwoners noemen we Finnewolmers, Schewolders en Bennewolsters. Waarom is dat verschillend? Waarom heet iemand uit Garmerwolde een Gaarmwoller en niet een Gaarmwolmer?
In het Oldambt is bij plaatsen die eindigen op -wolde het achtervoegsel -mer gebruikelijk. Denk bijvoorbeeld aan Midwolmer en Oostwolmer. Bellingwolde lijkt daar trouwens een uitzondering op te zijn, want daar zeggen we Bennewolster.
Ook in het Westerkwartier is dat achtervoegsel gebruikelijk: Nuusmer, Luukswolmer, Oostwolmer, Midwolmer.
Plaatsen buiten het Oldambt en het Westerkwartier die op -wol(le) eindigen, zoals Zuidwolde, Noordwolde, Garmerwolde en Kropswolde, kennen die uitgang niet.
Inwonernamen op -ker komen vooral voor in het oosten en zuiden van de provincie: Muzzelker, Schansker, Smilker.
De uitgang -jer lijkt in ieder geval veel gebruikt te worden in de regio Stad en in de Woldstreek: Schildjer, Stadjer, Woldjer.
Een inwoner van Zuidwending noemen we in het Gronings een Zuudwenneger. Die uitgang -eger is niet vaak te horen, althans niet in Groningen. In Drenthe komt die vaker voor, bijvoorbeeld bij Wapserveneger, Zuudveldeger en Zuudwoldeger. Maar er is nog een andere grote plaats in Groningen waarbij veel mensen ook de uitgang -eger gebruiken, en dat is natuurlijk Grunneger.
Plaatsnamen op -hoes of -huus hebben meestal dezelfde uitgang, mééstal: Ellerhoester, Eppenhoester, Hörnhoester, Midhoester, Soaksumhoester, Oethoester, Waarfhoester, Woaterhoester, Zeuvenhuuster, Waaierhoester. Twee andere plaatsen, Wessinghuizen en Wollinghuizen, gaan ook uit op -huizen maar krijgen een opvallende andere inwonernaam: Weskenboer en Wolngboer. Erg opvallend!