Vroag en antwoord: de maaltijd

© RTV Noord
Met ‘de maaltijd’ als thema heb ik de afgelopen weken brood, beschuit, wortels en kapucijners behandeld. Maar wat wordt er in het Gronings na afloop van het eten gezegd wanneer je verzadigd bent, oftewel: als je teveel hebt gegeten?
Het is aan de deelnemers van Vroag&Antwoord gevraagd in maart/april 2015.
De hoeveelheid aan uitdrukkingen en zegswijzen is werkelijk prachtig! Veel verscheidenheid maar tegelijk verschillende formuleringen die vaak genoemd zijn. Het meest genoteerd, maar liefst bijna 400x is stìn(ne)zat. Deze manier van zeggen komt overal in de provincie wel voor.
Andere uitdrukkingen zijn minder vaak, maar wel herhaaldelijk opgeschreven. Bijvoorbeeld ik bin zat, ik bin dik of ik bin dikzat. Een aantal invullers gebruikten het woord tiek: “Ik bin zo dik as n tiek” en “k Bin zo zat as n tiek.” Het is aan te nemen dat dit naar de teek verwijst die zichzelf helemaal volzuigt met bloed.
In het oosten van Groningen is er een zegswijze die ook regelmatig terugkomt. Een invuller uit Winschoten schrijft: “k Heb t lief op de laiste”. Een laist of laiste is een ‘leest’ van de schoenmaker waar een schoen precies omheen past. Maar er is dan ook geen ruimte meer over. En zie daar het verband met verzadigd zijn. Een deelnemer uit Bellingwolde voegt toe dat dit wel een erg platte manier van zeggen is.
Zo vol as n potje mit peren wordt ook regelmatig opgeschreven. Het is meteen duidelijk waar deze vergelijking vandaan komt, je ziet het potje als het ware voor je! Bij Zo zat as n podde of porre wordt er verwezen naar de pad en bij n pìns as n heukel naar een hokkeling, oftewel een kalf. Dat woord pìns komt veel terug in de antwoorden maar velen schrijven erbij dat dat toch een wat oneerbiedig, plat of ongepast woord is.
Ik bin blasseg wordt meerdere malen genoteerd en betekent zoveel als ‘opgezet zijn’. In het Westerkwartier wordt door een paar invullers dik in de huud genoemd. Er zijn ook een paar mensen die stompzat noemen. De betekenis van deze uitdrukking is mij onbekend maar heeft misschien te maken met iets dat Ter Laan schrijft: “De meulen is stomp, gezegde als men verzadigd begint te worden.”
Ogen groter as moag wordt ook veel gezegd. Iemand uit Hoogezand schrijft: “Mien pa zee in zo’n geval: as t nait aans wordt eet ik nooit weer”. Een bepaald rijmpje kwam zeer vaak terug in de enquête: Op en zat, wel meer lust, mor nait meer had. Ter Laan legt het als volgt uit: “Als er niet genoeg is, moet je maar doen, of je toch verzadigd bent.”
Bij veel uitspraken noteren deelnemers dat dit thuis niet gepast was om te zeggen, bijvoorbeeld: “Ik bin hartstikke zat, mor dat mochten wie nait zeggen.” Gepaster is misschien om blij te zijn met wat je krijgt. Een deelnemer uit Oude Pekela maakt het nog sterker en zegt zelfs: “Kwam nait veur.”