Dagwoord: PEUNEN

© RTV Noord
Siemon Reker neemt in maart volgend jaar afscheid als hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de RUG. Vanaf 2 maart pakt hij dagelijks een publicatie uit zijn Groninger boekenkast en legt de vinger telkens bij één wisselend woord daaruit. Dat resulteert in de werkdagelijkse column Dagwoord.
Veel deeltjes zijn er niet van verschenen, maar het léefde, de serie
Zummer in de hel
. Op pagina 2 en 3 staat een plattegrond met zijn bewoners in wat met een gerust hart een asociale buurt genoemd kan worden. Motje mit heur gloazen oge, Doene Maint, Toekie Tieks, Job Jericho, Geert Kibbekont, Lenoa en de Sheriff, Jan Perfester de zoon van Tinie Treksel, Swaarde Noffie en Homme Kaaizer worden direct met details voorgesteld die in de tekeningen onderstreept worden.
Was Eddy de Jonge de auteur? In elk geval tekende Geert Schreuder voor de illustraties. Er werd op los geleefd en dus ook geslapen. Op blz. 5 zien we Doene Maint vlak voor zijn huis onder of op z'n Sparta-brommer liggen, de helm nog op z'n hoofd - het resultaat van een langdurig bezoek aan de lokale horeca misschien vooral de Automatiek Super.
Hoe voelt Maaint zich: "Zien hazzens vuilden aan as n zwoare onweersbuie. t Was of aine der tegen peunde." Peunde. Peune in de betekenis 'schop, trap' heeft ergens in De Hel een werkwoord verwekt, peunen. Niet veel jaren daarna zal Kees Visscher het in het verhaal Ainakter gebruiken: " "Nou?" ruip de veurzitter mie in t oor en peunde mie krachteg in de miltstreek." Maar daar lijkt het eerder een beweging met de hand geweest net als bij Visschers grote voorbeeld en jaargenoot Simon van Wattum: "Ophollen doe, zee t jonkje dat noast heur ston, en gaf heur n peune in de zied." In De Hel is alles een tikkeltje zwaarder aangezet dan daarbuiten.
Meini Bos, Gezinus Drenth, Zummer in de hel. Muntendam, 1993.