Dagwoord: KROUNE

© RTV Noord
Siemon Reker neemt in maart volgend jaar afscheid als hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de RUG. Vanaf 2 maart pakt hij dagelijks een publicatie uit zijn Groninger boekenkast en legt de vinger telkens bij één wisselend woord daaruit. Dat resulteert in de werkdagelijkse column Dagwoord.
Hoe het boek precies tot stand gekomen is, maakt de uitgever niet duidelijk. Maar
Douwe Veen, jeugdherinneringen van een veenarbeider
is een bijzonder en interessant boek. Het speelt rond de Eerste Wereldoorlog en net zo op de grens van een gebied is de plaats waar de herinneringen betrekking op hebben, namelijk de regio Westerwolde/Emsland. Harm van der Veen schreef een lezenswaardige inleiding, maar hoe zit het met de taal van Douwe Veen: wat wordt er bedoeld met "een 'vertaald' Oldambtster dialekt" waarin de herinneringen opgeschreven zijn? Schreef Douwe zelf zoals het in het boek staat of heeft uitgeverij Xeno iemand ingehuurd die het leesbaar gemaakt heeft?
De lopende tekst nu (in moderne, misschien wel wat maatschappijkritiese opmaak zoals die rond 1980 opgang maakte) is Nederlands met allerlei vertalinkjes onderaan, maar ook snel even tussen haakjes als het ware tijdens de vertelling door. Als de oudere broer van Douwe een meisje zwanger maakt, heet het dat hij z'n ouders ain kroune op de kop zet - onderaan op pagina 70 vertaald met de toelichting dat hij het gezin grote schande aandoet.
Dat is een interessant fenomeen, een woord dat zich in de loop van de geschiedenis als het ware opdeelt in tweeën. Kroun en kroune is hetzelfde als kroon, in letterlijke zin onderdeel van de uitrusting van een koning. Daar heeft het z'n oude vorm gehandhaafd, maar in de figuurlijke betekenis vinden we kroun(e) in het woordenboek.
Daar staat het ook wel in de letterlijke betekenis genoteerd maar de kans is vrij klein dat iemand het over Máxima's kroun heeft - behalve uiteraard in het Engels waar deze variant precies zo klinkt maar geschreven wordt als crown. Waarschijnlijk leeft het woord bij ons met de verder ontwikkelde klank (kroon>kroun) iets langer door wanneer het niet concreet gaat om dat wat een vorst of vorstin draagt. Dat kan de familiale schande betreffen (volgens Ter Laan "Met de gedachte aan Jezus’ doornenkroon") maar bijvoorbeeld ook de kruin van een hoofd of de aanduiding van een appel of plant.
Douwe Veen, Jeugdherinneringen van een veenarbeider 1909-1921, Groningen 1985.