Een vertrouwenscrisis, hoe los je die op?

© RTV Noord
Op de werkvloer van kantoor en fabriek moet je op elkaar kunnen rekenen. Collega's moeten elkaar kunnen vertrouwen. Maar wat wanneer dat vertrouwen ontbreekt? NoordZaken-expert en organisatieadviseur André Miedema weet waar je een oplossing moet zoeken.
Vanmorgen tijdens het krantlezen kriebelde het al. Er is die collega, en daar heb je afspraken mee gemaakt voor dat project. En die levert niet zoals jij verwacht. De belangen zijn groot. Het moet slagen. Ook voor de naam en positie in de markt. De koffie smaakt er minder om en de onrust drijft je vroeger naar kantoor. Misschien moet ik die gast maar van het project afhalen. Of zelfs uit het bedrijf. Kan ik hem nog wel vertrouwen? En hoe zeg ik dat? Dat kan toch niet? Dan heb ik straks een vertrouwensconflict.

Ongemak

Dit ongemak is niet nodig. Je kunt namelijk gebruik maken van twee soorten vertrouwen. En daar zit 'm de kneep. Moeilijk? Nee, maar je moet het wel even weten. En bijna niemand weet dit.
Vertrouwen 1. is een door jou gevoeld algemeen vertrouwen. Als basishouding naar alles om je heen. Dit ontwikkelt zich in je leven. Langzaam, van kinds af aan. Het beïnvloedt, als een soort onderlaag, hoe jij mensen en situaties tegemoet treedt. Wat meer voorzichtigjes… of meer en direct vol vertrouwen erin! Het is van jou, en gaat niemand aan.
Vertrouwen 2. staat buiten jezelf. Het is een zakelijk en praktisch cadeautje dat je wel of niet aan iemand geeft. Iets tússen twee mensen dus. Dat besluit je per persoon en situatie. Je geeft het wel of niet aan iemand, naarmate je verwachtingen wel of niet uitkomen. Als een leverancier je drie keer te laat levert, dan vertrouw je die leveringen niet meer. De kwaliteit van de spullen zijn telkens top, dus dat vertrouw je wel. Dat kan dus, beide, tegelijk. Dit vertrouwen gaat over situaties en gedrag. Het staat los van de mens die iemand ís.

Gemakkelijk verward

En waar gaat het dan fout? Je raakt makkelijk verward. Er is maar één woord voor twee nogal verschillende zaken. Oeps! Dus begin jij over 'vertrouwen'? Dan kunnen meteen alarmbellen afgaan bij de ander. Ben ik nu direct als persoon totaal onbetrouwbaar bevonden? Oh jee, het komt niet meer goed. En jou ging het alleen maar over dit ene project, en wat hij nu deed.
Mensen gaan gesprekken over vertrouwen uit de weg. Omdat ze het onderscheid tussen vertrouwen 1. en 2. niet kennen. Ze zeggen: begin er niet over, want zodra je dat doet, is het weg. Maar dat is niet nodig. Gebruik het onderscheid en je zult zien dat het reuze meevalt. Zelfs helpt in moeilijke situaties, die je anders uit de weg zou gaan.

Check de afspraken

Dus, een paar tips als je zo die collega spreekt: check of je heldere afspraken met hem had. En zag hij dat ook zo? Leg uit dat je het cadeautje vertrouwen nr. 2. tijdelijk intrekt. Totdat hij bijvoorbeeld verbetering laat zien. Geef de consequenties aan: hij is even geen projectleider meer, of jij gaat je er meer mee bemoeien. Maak duidelijk dat dit niet over hem als persoon gaat. Hij is oké. Het zijn gewoon praktische werkafspraken. Het kan zo weer anders zijn. Wees eerlijk over hoe jouw vertrouwen nr. 1. wellicht meespeelt in hoe je hem (en daarmee dus iedereen om je heen) in algemene zin benadert. Dat dat over jou gaat, en niet over hem.
Zoals ik tegen mijn kinderen zeg: je BENT lief. Altijd. Je DOET alleen wel eens dingen die ik niet leuk vind of niet wil. En soms heeft dat consequenties...

Mijn tips over vertrouwen:

- Weet dat er verschil is tussen algemeen gevoeld vertrouwen en vertrouwen in een specifieke collega
- Ga een gesprek over onderling vertrouwen niet uit de weg
- Check de afspraken die er liggen
- Wanneer je vertrouwen intrekt, verbind er dan consequenties aan.

André Miedema is organisatieadviseur en ondernemerscoach. Hij vult het team van NoordZaken-experts aan en zal gaan schrijven over hoe je brandende kwesties in organisaties oplost.