COA: Statushouders vinden hun plek in Groningen

Elke gemeente is verplicht naar verhouding van het aantal inwoners een aantal statushouders te huisvesten. Dat zijn asielzoekers die (voorlopig) in Nederland mogen blijven. Die taakstelling voor de 23 Groninger gemeenten is in anderhalf jaar tijd toegenomen van 229 (eerste helft 2014) tot 520 (tweede helft van 2015).

Uit de meest recente cijfers van het COA (tot en met augustus) blijkt dat achttien gemeenten geen achterstand hebben ten opzichte van de taakstelling.

Vijf gemeenten (Haren, Loppersum, Oldambt, Slochteren en Vlagtwedde) hebben op papier nog een achterstand uit de eerste helft van het jaar weg te werken. Maar Oldambt, Slochteren en Vlagtwedde laten weten dat ze inmiddels al weer 'op schema' liggen. Loppersum verwacht de minimale achterstand (1 statushouder) op korte termijn in te lopen.

In januari bleek uit onderzoek van RTV Noord en de NOS dat 9 van de 23 gemeenten achterliepen met het huisvesten van asielzoekers met een verblijfsstatus.

Door de toenemende stroom asielzoekers naar Nederland, neemt ook het aantal statushouders toe. Vluchtelingen uit Syrië krijgen over het algemeen wel een verblijfsvergunning. De druk wordt groter, weet het COA.

Maar: 'Over de gemeenten in Groningen hebben we niks te klagen', zegt Henk Wolthof namens het COA. 'Over het algemeen loopt het hier echt goed.'

In Drenthe en Friesland hebben gemeenten iets meer moeite om aan de taakstelling te voldoen. In de provincie Groningen was na de eerste helft van 2015 voor 26 statushouders nog geen plek gevonden. Voor Drenthe was dit aantal 73 en voor Friesland 71 statushouders.

Het COA weet dat gemeenten - ook in Groningen - nadenken over het ombouwen van lege gebouwen en kantoorpanden. In heel Nederland staan inmiddels 13.000 asielzoekers met verblijfstatus op de wachtlijst voor een woning. De druk op de sociale woningmarkt stijgt.