Passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen: 'Je moet het als ouders steeds voor de hellepoort wegslepen'

Auteur: Eveline Jonkers

Voor een hoogbegaafd kind is school Luilekkerland, want ze zijn slim en leren makkelijk. Toch? Maar als Nora uit Midden-Groningen in groep 3 zit, zegt ze dat ze dood wil. Haar ouders staan aan het begin van, wat zal blijken, een slopende strijd met scholen. En ze zijn niet de enigen in onze provincie die deze strijd voeren.

Als moeder heb ik mijn hoogbegaafde zoon zien uitdoven op school. Ik bracht een leergierige 4-jarige kletskous naar school, waar hij - ondanks dat hij zich daar fel tegen verzette - zijn interesses en zichzelf verloor.

In een besloten facebookgroep voor ouders van hoogbegaafde kinderen in Noord-Nederland met ruim zeshonderd leden, las ik vergelijkbare verhalen. Op mijn vraag of ik, als redacteur van RTV Noord, hun verhalen mocht opschrijven, kreeg ik dertien reacties. 'Fijn dat hier eindelijk aandacht aan wordt besteed', is de meest voorkomende.

Maar niet iedereen wil met mij praten. 'Het vertrouwen is geschaad', 'Er is veel onrecht geweest' en 'Als ik mijn mond opendoe, verspil ik de kleine kans die er nu nog is op medewerking van school' zijn redenen om te zwijgen. Daarom zijn de namen van de ouders en kinderen die wel hun verhaal willen delen, fictief. Hun echte namen zijn bekend bij de eindredactie.

Klik in de kaart hieronder op de icoontjes om de verhalen van drie Groningse gezinnen te lezen. De icoontjes zijn bedacht door de kinderen die ik voor dit artikel heb geïnterviewd. Je kunt ook eerst verder lezen om meer over hoogbegaafdheid en passend onderwijs te weten te komen.

Hier vind je een grote versie van de kaart.

Wat is hoogbegaafdheid?

Daan (12) is geen hoogbegaafde zoals mensen zich dat voorstellen, begint moeder Ellen uit de gemeente Groningen. 'Hij kon niet lezen als peuter, spreekt geen vreemde talen vloeiend en heeft geen klassen overgeslagen.' Wel is hij geïnteresseerd in dingen maken. Lego dat net in elkaar zit, moet meteen uit elkaar. 'Wij waren blij toen hij 4 werd en eindelijk naar school mocht, want hij verbouwde onze halve tuin', weet Ellen nog.

Maar al na een paar dagen zit de kleuter in het kamertje van de directeur. 'Hij was boos de school uitgerend. Thuis zei hij tegen ons: jullie hebben dit helemaal niet met mij overlegd en dus ga ik niet.’

Daan is als peuter vooral geïnteresseerd in dingen maken
Foto: eigen foto.

Het is zonnig lenteweer als Tess haar zoon Finn naar de peuterspeelzaal in hun dorp in de gemeente Het Hogeland brengt. De weg langs het kanaal is bestraat met klinkers en Finn hobbelt op en neer in zijn maxicosi. 'Wat een hevige turbulentie!', roept de peuter. Tess schiet in de lach: 'Dat heb je weer mooi gezegd.'

Hoogbegaafdheid in het kort

Nora, Daan en Finn zijn alle drie hoogbegaafd, afgekort: hb. Dat houdt in dat bij een intelligentietest een iq van 130 of hoger is gemeten. Zijn alle hoogintelligente mensen hoogbegaafd? Nee. Hoogbegaafden hebben ook bepaalde 'zijnskenmerken'. Voorbeelden hiervan zijn perfectionisme, hoogsensitiviteit, (zelf)kritisch zijn en het hebben van een groot rechtvaardigheidsgevoel. Op de website van Pharos, de vereniging voor ouders van hoogbegaafde kinderen, vind je meer uitleg.

Niet (h)erkend

Als Tess met Finn de peuterspeelzaal binnenkomt, ziet hij een soort Electro op tafel liggen. Uit vier plaatjes - van een vliegtuig, een auto, een luchtballon en een vlieger - moet hij eentje kiezen die er niet bij hoort. 'De vlieger', zegt Finn beslist. 'Nee, dat is fout', reageert de juf. 'Het is de auto, want die kan toch niet vliegen?' Finn krijgt niet de gelegenheid om uit te leggen waarom hij voor de vlieger heeft gekozen.

'Ik vind mezelf nog steeds heel dom', zegt Finn als hij nu - inmiddels 11 jaar oud - terugkijkt. 'Ze zeiden het niet, maar ze gaven me wel dat gevoel op school. Dat maakte me triest en boos.'

Moeder Tess knikt: 'Het ging thuis al heel snel mis toen hij naar school ging. Hij werd anders en ging mij slaan.' Finn, die tijdens het interview mijn pen en kladblok gebruikt om stripfiguurtjes te tekenen, kijkt verbaasd op: 'Huh, hoezo ging ik jou slaan?' Tess stelt hem gerust: 'Ik weet inmiddels dat dat vaker voorkomt, het lag niet aan jou.’

Chibi-figuur, getekend door Finn

Passend onderwijs
In 2014 heeft kabinet Rutte II 'passend onderwijs' ingevoerd. Doel: leerlingen krijgen het onderwijs dat bij hen past, zodat er geen kinderen meer uitvallen en thuis komen te zitten. Dit geldt voor kinderen met een leerachterstand of beperking, maar ook voor hoogbegaafde kinderen. Lees meer op deze website van de Rijksoverheid. Geen zin om te lezen? Bekijk dan dit filmpje van drie minuten over passend onderwijs.

Gevolgen van een gebrek aan passend onderwijs

'Dom, triest, boos, maar ook onbegrepen, eenzaam, gek en anders.' Allemaal woorden die de kinderen in dit artikel gebruiken om te beschrijven hoe zij zich op school voelen. Wat doet een gebrek aan passend onderwijs eigenlijk met een kind?

Deze vraag leg ik voor aan Wiert Buursema van de Satellietgroep, een speciale voorziening voor hoogbegaafde kinderen op cbs 't Kompas in Stad. Buursema somt op: 'Gedragsproblemen, andere mensen pijn doen, lichamelijke klachten, verveling, depressiviteit, thuis komen te zitten, niet leren leren, later geen diploma halen...'

Het bord in de Satellietgroep
Foto door: Eveline Jonkers/RTV Noord

Het lokaal van Buursema is rustig ingericht. De muren zijn wit en er hangen geen werkjes aan de muren; alleen een bord waarop staat wat de leerlingen die dag gaan doen.

De Satellietgroep bestaat sinds 2020 en telt zestien leerlingen in de bovenbouw (groepen 6, 7 en 8) en acht leerlingen in de middenbouw (groepen 3, 4 en 5). De kinderen komen uit de hele provincie: Zuidbroek, Wagenborgen, Westernieland, Veendam, Tolbert, Groningen. Sommige ouders rijden wekelijks zeshonderd kilometer ('s morgens dertig kilometer heen en terug en 's middags dertig kilometer heen en terug en dat vijf keer per week) om hun kind op deze plek te krijgen.

Herkomst van de leerlingen van de Satellietgroep van ‘t Kompas
Foto door: Wiert Buursema

Puzzelstukjes

Als Nora uit Midden-Groningen 4 jaar is gaat ze 'gewoon' naar de school in het dorp waar ze op dat moment woont. De kleuter houdt van puzzelen, met meer dan honderd stukjes. Moeder Sofie zoekt daar niets achter. 'Je voedt een kind op en je hebt geen idee. Op school zeiden ze: Nora vindt het niet leuk om te puzzelen. Dat vonden wij vreemd, maar we hebben ons nooit gerealiseerd dat ze daar puzzels met maar vier stukjes hadden. Dat bedenk je pas later, dan vallen alle puzzelstukjes in elkaar.’


"Niemand keek mijn pluswerk na, dus ik had geen flauw idee of ik het goed had"

- Nora, 14 jaar


Cito-toets

Als Nora 6 jaar is, wil ze 's morgens haar bed niet meer uit. 'Het was heel veel gedoe tot een uur of elf 's ochtends en dan hoopte ik maar dat ik haar alsnog naar school kreeg', vertelt moeder Sofie.

Dan valt een van de twee juffen van groep 3 iets op: Nora scoort slecht op de Cito-toets, maar in de klas lijkt ze een heel pienter meisje. De juf meldt Nora aan voor de plusklas. 'Deze zeurouder had daar al eerder om gevraagd', wijst Sofie naar zichzelf, 'maar ik kreeg het niet voor elkaar.'

Hoogbegaafd zijn en toch niet goed scoren op een Cito-toets. Wiert Buursema van de Satellietgroep ziet het vaker. 'Een hoogbegaafde leerling scoort niet per se hoog op een Cito-toets. Deze leerlingen associëren te snel, bedenken vaak betere antwoorden of lezen de vraag anders.'

In het computerhok

De plusklas biedt Nora niet wat ze ervan verwacht. 'Ik kreeg boekjes van Engels en daarmee mocht ik in het computerhok zitten. Maar aan het einde van de dag dacht ik: hé, niemand heeft mij opgehaald. Zit mijn klas er nog? Dus ik draaide me om, zitten ze een film te kijken! Dat wilde ik ook wel. Niemand keek mijn pluswerk ook na, dus ik had geen flauw idee of ik het goed had of niet.'

Werkplekken buiten de klas
Foto door: Eveline Jonkers/RTV Noord

Volgens Wiert Buursema hebben de meeste scholen op papier de boel wel in orde. 'Het schoolondersteuningsprofiel is fantastisch geschreven, het hoogbegaafdheidsprotocol zit prima in elkaar, zelfs met een signaleringsprotocol voor hoogbegaafdheid. Hier en daar is een plusklas, maar vaak zitten daar de succesvolle leerlingen die juist wél goed scoren op Cito-toetsen.'


"Het streven wordt: stoppen met aparte voorzieningen en kijken naar een integratiemodel"

- Roel Weener, directeur-bestuurder van het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs van de provincie Groningen


Papier versus praktijk

Wat mogen ouders en kinderen eigenlijk verwachten van 'passend onderwijs'? 'Het is niet bedoeld als één-op-één-onderwijs', zegt directeur-bestuurder Roel Weener van het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs van de provincie Groningen. Daarin werken reguliere en bijzondere scholen samen om ervoor te zorgen dat elk kind passend onderwijs krijgt. 'Toch ontslaat dat ons niet van de plicht om te kijken naar wat deze kinderen nodig hebben. Negentig procent van de hb-kinderen hebben we in beeld en dat zijn gewoon blije 120-plussers. Tien procent kunnen we niet bedienen, maar voor hen hebben we De Gaffel.' (De Gaffel is onlangs omgedoopt tot 'Metis', een klas voor hoogbegaafde kinderen die extra hulp nodig hebben omdat ze bijvoorbeeld autistisch zijn. De voorziening is gehuisvest in de biotoop in Haren, red.)

Weener vervolgt: 'De afgelopen drie jaren hebben we een speciale hb-subsidie gekregen. Die is gebruikt voor het vergroten van expertise van leerkrachten. Zodat zij weten wat deze kinderen nodig hebben. En dan heb ik het dus niet over de kinderen met een dubbele diagnose, maar dan gaat het om kinderen met een enkelvoudig hb-profiel. Een beetje verrijken en compacten, dat kunnen de reguliere scholen best aan. Maar die dubbel bijzondere leerlingen, dat gaan ze niet redden. Die kunnen naar een plusklas of een voltijdsvoorziening.'

'In Den Haag is nu ook de conclusie getrokken dat de volgende slag moet worden gemaakt', weet Weener. 'De minister heeft 24 miljoen euro vrijgemaakt voor inclusiever onderwijs. Dan kun je denken aan voltijd hb-onderwijs in een reguliere school. Want dat wordt het streven: stoppen met aparte voorzieningen en kijken naar een integratiemodel.'

Ouders als beterweters

Zowel Nora, Finn als Daan loopt vast op de reguliere basisschool. En de kinderen hebben nog iets met elkaar gemeen: ze zijn alle drie depressief en zeggen dat ze dood willen.

Ondertussen zijn de kinderen wel leerplichtig. De ouders voeren een strijd op school om het onderwijs passender te krijgen. 'Maar ze zagen daar helemaal niet dat hij slim was, eerder het tegenovergestelde', zegt moeder Tess. 'Het werd een welles-nietesspelletje tussen ons en de school. Totdat wij een intelligentietest bij hem lieten afnemen en het rapport aan hun overhandigden. Maar dan krijg je als ouders ook een stempel, want ze vinden het vervelend dat jij het beter weet dan een professioneel iemand.'

Dat heeft Ellen ook zo ervaren: 'Als je kind het niet laat zien op school, bestaat het niet. Bij ons is de tester uiteindelijk meegegaan naar school om uit te leggen hoe Daan leert en dat het geen onwil was van dat kind.'

Testen
In onze provincie zijn meerdere orthopedagogen en psychologen die intelligentietests afnemen. Maar alleen een iq berekenen is onvoldoende om een hoogbegaafd kind te helpen. Psychologe Lilian Moget uit Veendam: 'Hoogbegaafdheid is zoveel meer dan dat getalletje. Maar in Nederland willen we alles graag in vakjes hebben. En je hebt dat getal van 130 nodig om toe te worden gelaten tot hoogbegaafdenonderwijs. Maar naast de test is een uitgebreid rapport over het kind heel belangrijk.'

Wat kost het en wie betaalt?
De kosten van een intelligentieonderzoek verschillen per aanbieder en officieel moeten ouders die zelf betalen. Alleen een iq-meting kost rond de vijfhonderd euro. Met een uitgebreid rapport erbij zit je al snel over de duizend euro. Moget: 'Maar meestal zijn er meerdere redenen om te testen. Er is sprake van heel wat leed bij deze kinderen en hun ouders. Dan kan de hulpverlener een beschikking aanvragen bij de gemeente. Ook als ouders een verwijsbrief hebben van bijvoorbeeld de huisarts, kunnen ze de kosten van het onderzoek vergoed krijgen.'

Een jongen doet een intelligentietest
Foto door: ANP/Thomas Schlijper

Wisselen van school

Na het intelligentieonderzoek verruilen Nora, Finn en Daan hun oude basisschool voor voltijd hoogbegaafdenonderwijs, maar die overstap gaat opnieuw niet zonder slag of stoot.

'Er was geen plek in de stad Groningen', zegt Tess. Ze moeten uitwijken naar de kop van Drenthe. Voor Nora en haar ouders geldt hetzelfde.

Onze provincie telt momenteel vier scholen die voltijd hb-onderwijs bieden: het Joseph Haydn, het Abel Tasman en de Satellietgroepen van 't Kompas en de AquaMarijnschool. Al deze scholen staan in Stad. Voor het Abel Tasman betalen de ouders een eigen bijdrage, voor de andere scholen niet.

De vier voltijd hoogbegaafdenscholen in de stad Groningen
Kaart door: Sjoerd Halma/RTV Noord

Vervoer en overige kosten

Nora en Finn kunnen dus niet meer lopen of fietsen naar hun dorpsschool, maar moeten voortaan reizen. 'Ik raad het niemand aan', zegt moeder Sofie. 'Drie kwartier heen en dan moet je zelf nog drie kwartier terug. Alleen 's morgens ben je al anderhalf uur kwijt en 's middags opnieuw. Dat vindt geen enkele werkgever leuk. Speelafspraakjes na school moet je plannen. En waar ga je lampionlopen of meedoen aan de avondvierdaagse? Het trekt je helemaal uit elkaar. Ik ken ouders die om deze redenen zijn verhuisd.'

Naast de kosten van het vervoer, die niet altijd (volledig) vergoed worden door de gemeente, moeten ouders dus soms ook een bijdrage betalen voor het hoogbegaafdheidsonderwijs. 'Het eerste jaar waren wij 2,5 duizend euro kwijt aan de school', weet Sofie. 'Wij hadden gespaard zodat onze kinderen konden studeren, maar dat potje is leeg. De vervoerskosten hebben we deels vergoed gekregen, maar dan moet je wel volhouden, want de eerste keer is het antwoord van de gemeente natuurlijk 'nee'.'

Op de voltijd hoogbegaafdenscholen gaat het wel beter met de kinderen. Nora krijgt 'de beste juf ooit', Finn sluit op de eerste dag vriendschap met een klasgenoot en hoewel bij Daan 'de hel losbreekt' door de verandering, loopt hij dit keer niet weg van school en komt hij de tweede dag blij uit school.

Een kast met smartgames
Foto door: Eveline Jonkers/RTV Noord

Hoe wordt het onderwijs passend(er)?

Op voltijd hoogbegaafdenscholen wordt het standaard lespakket compacter aangeboden, waardoor tijd overblijft om aan de slag te gaan met uitdagende en verrijkende stof. Zo is er aandacht voor kunst, cultuur, ict, drama, muziek en filosofie. Daarnaast zitten de kinderen in een klas met ontwikkelingsgelijken en krijgen ze les van gespecialiseerde leerkrachten.

Wiert Buursema van de Satellietgroep heeft Nora, Daan of Finn niet in de klas gehad, maar hij kan wel uitleggen wat hij als leerkracht nog meer doet om hoogbegaafde kinderen beter te laten functioneren. 'Ik kijk wat er achter hun gedrag zit en schrik niet van bepaalde gedragingen of opmerkingen. Ik schiet ook niet in paniek bij een weerwoord of een ingewikkeld antwoord.

Doordat ik zelf hoogbegaafd ben en hoogbegaafde kinderen heb, weet ik hoe deze leerlingen werken en welke trucjes ze gebruiken, zoals het inzetten van het toverwoord 'saai'. Weinig leerkrachten die proberen te onderzoeken wat dat ene woordje betekent. Is de stof te makkelijk, te moeilijk of ziet de leerling het nut niet van een opdracht? Verder ben ik gewoon mezelf en blijf ik rustig en voorspelbaar.'


"Nederland heeft vooral ingezet op kinderen die het moeilijker hebben. Dat heeft te maken met onze mentaliteit"

- Alexander Minnaert, specialist inclusiever onderwijs


'Doe maar normaal'

Waarom lukt het de oude scholen van Nora, Finn en Daan niet om passender onderwijs te bieden? Specialist inclusiever onderwijs Alexander Minnaert van de Rijksuniversiteit Groningen heeft wel een idee. 'Ons onderwijssysteem is afgestemd op de doorsnee-leerling', legt hij uit. 'Er is vooral ingezet op kinderen die het moeilijker hebben. Dat heeft te maken met onze mentaliteit van 'doe maar normaal'.

Bovendien heerst het idee: als je zo slim bent, kun je zelf wel leren. Helaas zien we het omgekeerde. Hoogbegaafden hebben zelden of nooit geleerd te leren. Dat merken ze bijvoorbeeld op het gymnasium als ze Grieks en Latijn moeten leren. Ze hebben geen leerstrategieën ontwikkeld en vallen door de mand.'

Toch is volgens Minnaert inclusiever onderwijs voor hoogbegaafden wel mogelijk. 'Ik heb drie jaar in Finland gewerkt. Daar zijn docenten creatiever; ze differentiëren meer. Nu is de opleiding van docenten daar ook hoger. Nederland heeft echt te weinig geïnvesteerd in de opleidingen voor leraren.'

Literatuur over hoogbegaafdheid
Foto door: Eveline Jonkers/RTV Noord

Hoeveel hoogbegaafde kinderen zijn er?

In onze provincie gaan circa 44.000 kinderen naar het primair onderwijs en ongeveer 28.000 naar het voortgezet onderwijs. Het aantal hoogbegaafde kinderen is niet precies bekend omdat niet alle ouders hun kind laten testen, maar de overheid gaat uit van 2,5 procent. Dat zou betekenen dat onze provincie zo'n 1800 hoogbegaafde leerlingen telt.

Hoeveel van deze kinderen thuis zitten vanwege een gebrek aan passend onderwijs, is niet bekend. Landelijk zijn er 15.000 geregistreerde thuiszitters, blijkt uit het rapport 'Thuiszitters Tellen' van Oudervereniging Balans in 2020. Vermoedelijk een derde van hen is hoogbegaafd.


"Elke middelbare school in de stad Groningen heeft een hb-specialist"

- Jan Houwing, directeur-bestuurder Samenwerkingsverband VO Groningen Stad


Naar de middelbare

'En dan gaat je kind naar de middelbare school en is het ineens niet meer hoogbegaafd.' Moeder Sofie wil daarmee zeggen dat er volgens haar geen voltijd hoogbegaafdheidsonderwijs is voor middelbare scholieren in onze provincie.

Jan Houwing ziet dat anders. Hij is directeur-bestuurder van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Groningen Stad. Houwing legt uit dat de afgelopen drie jaar juist flink is geïnvesteerd in het onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. 'We hebben een subsidie van negentigduizend euro per jaar gekregen en we hebben zelf negentigduizend euro bijgelegd. Dat geld hebben wij besteed aan het opzetten en onderhouden van een netwerk van specialisten. Daardoor heeft nu elke school een hb-specialist.'

'Er zijn veertien havo/vwo-scholen in de stad Groningen en wij willen dat al die scholen leerlingen met hb kunnen opvangen. In het primair onderwijs (waar ook speciale scholen onder vallen, red.) staan generalisten voor de klas, maar in het regulier onderwijs heb je de beschikking over vakdocenten. Hier liggen dus de beste kansen voor deze kinderen.'

Rustig klaslokaal zonder al te veel afleiding
Foto door: Eveline Jonkers/RTV Noord

Het beste van twee werelden

De Lindenborg in Leek kiest, naar eigen zeggen, voor het beste van twee werelden. Deze school is bezig met het ontwikkelen van een hb-stroom, waar nu zo'n 35 leerlingen les krijgen, verdeeld over twee groepen. Na de zomervakantie wordt dit uitgebreid naar vier groepen.

'De kinderen komen overal vandaan, ook van buiten onze provincie', zegt directeur Onderwijs Daisy Smit van De Lindenborg. 'Ik wist dat hier een gat zat, dus ik dacht: dat ga ik regelen.'

De leerlingen van de hb-stroom hebben een eigen lokaal met een aparte ingang. Smit: 'Ze beginnen de dag met een 'huiskamermoment'. Hun vaste mentor/coach spreekt dan de dag met hen door. Vervolgens gaan ze aan het werk met ondersteuning van die mentor en voor bepaalde vakken komt een vakdocent in de klas om les te geven. De pauzes mogen ze in hun eigen lokaal doorbrengen, maar ze kunnen ook in de kantine gaan zitten.'

De Lindenborg betaalt dit hb-onderwijs van de reguliere overheidsgelden.

Smit is blij dat er de laatste tijd meer aandacht is voor hoogbegaafdheid en dat meer mensen in het reguliere onderwijs cursussen volgen over hoogbegaafdheid. 'Ik kan de kwaliteit van die opleidingen lastig beoordelen, maar het is duidelijk dat er een brede interesse is in de hb-stroom die wij aanbieden.'

Hoe gaat het nu?

Nora zit momenteel in de derde klas van het gymnasium. Sinds ze de basisschool heeft verlaten, heeft ze een periode thuis gezeten en is ze van school gewisseld. Op haar nieuwe school is het een poosje goed gegaan. Ze mag drie vakken ‘versnellen’, maar daar krijgt ze geen begeleiding bij van school. Daardoor dreigt Nora weer vast te lopen.

Daan kon op basis van zijn cito-toets naar het vmbo-tl. Hij is naar de havo gegaan en vindt het koor en de toneellessen fijn. Wiskunde gaat een stuk lastiger, zegt zijn moeder en Engels vindt hij 'saai'.

Finn zit in groep 8 en is druk met het bezoeken van open dagen, niet alleen in de eigen omgeving. 'Waar de school zit, is ondergeschikt aan waar hij zich goed voelt', zegt moeder Tess. 'Dan gaan we wel verhuizen of we regelen het weer zo dat we hem brengen.'

De toekomst

Is het regulier onderwijs passend(er) te maken voor hoogbegaafde kinderen of niet? Minister Dennis Wiersema van Onderwijs denkt dat het 'voor een grote groep (hoog)begaafden goed mogelijk is om binnen het reguliere onderwijs voldoende uitdaging te bieden', schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Wel erkent hij dat 'voor anderen echter meer nodig is, zoals het aanbieden van voltijds HB-onderwijs'. De bewindsman vindt het een taak van de samenwerkingsverbanden om 'deze mogelijkheden goed af te wegen in het belang van de leerling.’

'Als ik dat hoor, zakt de moed mij in de schoenen', zucht moeder Sofie. 'Daar gaat het dus mis, want bij het samenwerkingsverband hebben ze er totaal geen kaas van gegeten.'

De minister heeft een 'routekaart' gemaakt: een tijdpad voor de maatregelen die hij wil nemen om het onderwijs te verbeteren. Daarin staat dat aandacht voor hoogbegaafdheid in lerarenopleidingen op de lange baan wordt geschoven.

Op 30 maart is in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek over passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen en op 5 april wordt een commissiedebat gehouden over passend onderwijs. Beide bijeenkomsten zijn online live te volgen via de website van de Tweede Kamer.

Voor wie zich afvraagt hoe het nu met mijn zoon gaat: hij is na een iq-test toegelaten op voltijd hoogbegaafdenonderwijs en zit in groep 7. We zijn ons druk aan het oriënteren op passend middelbaar onderwijs.

Met dank aan: Kristel van Eijk van 'Hoogbegaafd de Podcast'. Ook dank aan alle geïnterviewden die op hun eigen manier willen bijdragen aan beter passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. Speciale dank aan de ouders en kinderen die hun verhaal durfden te delen.

Lees ook:

- 'Nog steeds bestaat het vooroordeel van: die is zo slim, die redt het wel'
- 'In de plusklas zitten vooral kinderen die goed kunnen leren, maar dat is iets anders dan slim zijn'
- 'Op de voltijd hb-school zag hij dat hij wél normaal is, er zijn alleen wat minder van zijn soort'