Groningse bestuurders: ‘Haagse cultuur moet radicaal veranderen om Groningen te helpen’

In perscentrum Nieuwspoort in Den Haag gaven Johan Remkes (voorzitter van het Nationaal Programma Groningen), René Paas (commissaris van de Koning) en Koen Schuiling (burgemeester van Groningen) een reactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie.

Ze concluderen dat Groningen er jarenlang niet toe heeft gedaan. Het kabinet en de Tweede Kamer moeten structureel meer geld uittrekken om inwoners te compenseren.

Volgens Remkes is de kloof tussen Den Haag en ‘de regio’ nergens zo duidelijk te zien als in Groningen. ‘Ik heb wel eens de vraag gesteld: als deze problemen niet in Groningen, maar in Amsterdam of Rotterdam waren, wat dan…? Volgens mij hoef ik verder niets te zeggen.’

Het Rijk moet volgens Remkes ‘minimaal 25 jaar lang’ meer geld beschikbaar stellen voor projecten in Groningen. Ook moeten er besluiten worden genomen die ten goede komen aan Groningen. Zo zou de helft van de opgewekte groene stroom van windmolens op de Noordzee in Groningen moeten aanlanden om groene waterstof te produceren.

Burgemeester Koen Schuiling van Groningen en commissaris van de Koning René Paas stellen dat het Rijk met een ‘radicaal andere aanpak’ moet komen voor schadeherstel en versterking. Inwoners moeten ‘bevrijd worden uit een bureaucratisch doolhof’.

Kan dat binnen het huidige systeem? Volgens Paas wel, het systeem hoeft volgens hem daarvoor niet op de schop. ‘Volgens mij kan er heel veel binnen de bestaande regels. Daar waar ze in de weg zitten, moeten ze worden veranderd. In ingewikkelde situaties moet een rijksambtenaar zeggen: ik sta naast de bewoners, ik los het op en leg het later wel uit.'

De bestuurders benadrukken dat het Rijk een ereschuld moet inlossen richting Groningen. Met concrete voorstellen komen ze maandag niet. Wel noemen ze dat er geïnvesteerd moet worden in het middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs, de gezondheidszorg, sportcentra, infrastructuur, het verduurzamen van huizen en het bestrijden van armoede.

Eén van de aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie is dat verantwoordelijken in gesprek gaan met inwoners van Groningen om de ereschuld in te lossen. Paas: ‘Het rapport is een erkenning van het leed dat inwoners is aangedaan. Dit kan voor de olies en het Rijk een vertrekpunt zijn voor dat gesprek.’