Opinie: 'Aanpak schade en versterken moet fundamenteel anders'

Susan Top
Susan Top © ANP
Hoe moet het verder met de versterkingsoperatie en de schadeafhandeling na het rapport van de enquêtecommissie? De voorgestelde oplossingen zijn onvoldoende. Zonder fundamentele verandering is elke aanbeveling gerommel in de marge, vindt Susan Top, voormalig secretaris van het Groninger Gasberaad. Zij stelt een andere aanpak voor.
Tien jaar lang was ‘gelijk hebben’ niet hetzelfde als ‘gelijk krijgen’. Maar nu is het officieel: Groningen heeft volledig, massief en onomwonden gelijk gekregen van de parlementaire enquêtecommissie. Daarom was de presentatie van het rapport een bijzonder moment. Maar of het een historisch moment was, moet de toekomst uitwijzen. Luidt ‘Het gelijk van Groningen’ nu ook een einde van een tijdperk in? Is het dan nu ook daadwerkelijk afgelopen met het pappen en nathouden? Met halfbakken oplossingen en goed bedoelde pleisters? Een antwoord op de grote vraag: ‘Hoe nu verder?’ komt nauwelijks dichterbij.
De neiging bestaat om bij die discussie de aanbevelingen van de commissie als vertrekpunt te nemen. Bestuurders uit de regio eisen dat die aanbevelingen minimaal worden uitgevoerd. Maar het is de vraag hoe behulpzaam ze zijn om de problemen van gedupeerden op te lossen. Want met de voorstellen van de commissie blijft de huidige aanpak van de versterking en schadeafhandeling in de kern in stand. Het moet alleen allemaal beter gaan functioneren.
Met diezelfde motivatie zijn de afgelopen jaren grote organisatiewijzigingen doorgevoerd (van NAM naar CVW, naar NCG, IMG en NCG 2.0). Wijzigingen die nooit brachten wat ervan gehoopt werd, maar wel altijd vertragend hebben gewerkt. Reden voor de commissie en anderen, om geen grote structuurwijzigingen te bepleiten. De denkfout die gemaakt wordt is dat al die wijzigingen ook nooit méér geweest zijn dan organisatiewijzigingen. In de kern waren en zijn al deze organisaties gericht op het afhandelen van de aansprakelijkheid van NAM. Zelfs de NAM ‘uit het systeem halen’ en de operatie bij de overheid onderbrengen, heeft daar in de basis niet veel aan veranderd.
Zolang dat fenomeen er niet rigoureus uit wordt gesloopt, loop het je het risico dat elke verandering gerommel in de marge is
Susan Top
De commissie denkt dat de schadeafhandeling ‘menselijk, milder en makkelijk’ kan worden met extra geld en een aanvullende opdracht voor het Instituut Mijnbouwschade. Als het zo simpel is, waarom hebben we dat dan nog niet gedaan?
Hoe dan ook, de onderliggende juridische benadering blijft zo in stand. Nog steeds moet iemand vaststellen welk deel kan worden verhaald op de NAM. Daar kunnen vele juristen zich nog jaren op gaan stukbijten. Gedupeerde inwoners worden direct of indirect nog met dat gedoe geconfronteerd.
En dan de versterkingsoperatie. De weinige aanbevelingen zijn daar nog onduidelijker. ‘Geef bewoners snel duidelijkheid over de versterking’, zegt de commissie. Goh… Maar hoelang wordt dat al geprobeerd?
Een andere aanbeveling: Bewoners moeten ‘in de toekomst zelf kunnen kiezen of hun woning aan de oude of nieuwe norm wordt getoetst’. Was het maar zo simpel. Welke oude norm, die uit 2015, 2017, 2018 of 2020? Wat gebeurt er met iedereen die al is geïnspecteerd? Hoe maken bewoners die keuze? Wat betekent dit voor gemaakte plannen en de gewenste gebiedsgerichte aanpak? Met deze ogenschijnlijk simpele aanbeveling zadelt de commissie de uitvoering met een onmogelijk probleem op, waarvan de bewoners de dupe zijn, blijven of worden.
En die bewoners worstelen al met knotsgekke situaties: woningen worden ‘acuut onveilig’ verklaard door het IMG, en vervolgens veilig verklaard door de NCG. Woningen waarvan de muren zinloos worden hersteld omdat de fundering niet wordt aangepakt. Woningen die, omdat ze toevallig een ‘even’ nummer hebben, worden gesloopt. Woningen met versterkingsadviezen die ‘niet aansluiten bij de staat van uw woning’. Of wat dacht u van dit uitermate verontrustende fenomeen: woningen die gestript worden voor de versterking blijken ineens gescheurde muren te hebben. Soms zo ernstig dat er direct gestut moet worden. Tot dan toe onzichtbaar voor bewoners, maar ook door geen enkele expert of berekening opgespoord. Niet bij de schadeopnames, niet bij de versterkingsinspecties.
Dat komt omdat de huidige werkwijze is gebaseerd op aannames, modellen en schijnzekerheden. Ooit ontwikkeld door de NAM om grip op de eigen aansprakelijkheid te krijgen. Het bedrijf is inmiddels ‘uit het systeem’, maar stelt wel eisen aan de zogenaamde achterdeur: de NAM betaalt de rekening pas als die bewezen voldoet aan haar aansprakelijkheid. Zolang dat fenomeen er niet rigoureus uit wordt gesloopt, loop je het risico dat elke verandering gerommel in de marge is.
De afgelopen jaren heeft het aansprakelijkheidsmonster namelijk telkens andere kleren gekregen. Het werd aaibaarder gemaakt, moest vriendelijker ogen en kreeg nieuwe trucjes aangeleerd. Maar niets kon het monster temmen. Als we één ding hebben geleerd: het doet er niet toe welke naam je het beestje geeft (NAM, CVW, IMG), de resultaten zijn in de kern gelijk. De principiële vraag, of dit monster zelf niet vervangen moet worden, is nooit aan de orde geweest.

Hoe moet het dan wel?

De aanpak moet van aansprakelijkheid gestuurd naar maatschappelijk gestuurd. De overheid moet daarvoor andere afspraken met de NAM maken en een grotere eigen verantwoordelijkheid nemen. De operatie moet weg van de aansprakelijkheid. Want dat zorgt ervoor dat alleen wordt gedaan wat juridisch nodig is. Processen zijn daardoor ingericht om uit te keren waar iemand recht op heeft en te voorkomen dat mensen er beter van worden. Het maatschappelijke uitgangspunt moet juist zijn: gedupeerden moeten hier wel beter uitkomen.
Daarmee ontstaat de ruimte voor een andere benadering. Geen versterking en schadeafhandeling, maar een toekomstbestendig Groningen. Dat wil zeggen: veilig, schadevrij en duurzaam. Woning voor woning. Een architect en constructeur gaan in deze praktijkaanpak samen met bewoners aan de slag. Gebaseerd op actuele kennis, ervaring en de werkelijke staat van de woning (insiders herkennen hier de ‘expert-judgement’). Dit is een grootschalige wijk- en dorpsvernieuwing waarbij onredelijke verschillen, ook uit het verleden, kunnen worden rechtgetrokken. Alleen al dat perspectief geeft rust.
Zo’n verandering van aansprakelijkheid gestuurd naar maatschappelijk gestuurd is een intensief proces, niet in een paar maanden te realiseren. Dat hoeft ook niet. Een eerste stap richting wijk- en dorpsvernieuwing, zou het afschaffen van causaliteitsrapporten voor schade in het kerngebied moeten zijn. De versterkingsoperatie kan er vervolgens stapsgewijs in ondergebracht worden. Aanwezige schaderapporten en versterkingsadviezen blijven input maar zijn niet langer exclusief of leidend voor een toekomstbestendig plan.
Natuurlijk kunnen ook vandaag maatregelen worden genomen die snel lucht geven. Bijvoorbeeld het vergoeden van contra-expertise en juridische bijstand bij schade, ongeacht de uitkomst. Of extra middelen voor het IMG beschikbaar stellen om ruimer te vergoeden. Maar zonder lange-termijnplan zal het opnieuw veranderen van de spelregels tijdens het spel uiteindelijk leiden tot juist meer procedures, meer (onredelijke) verschillen en meer frustraties. Het zijn pleisters, maar geen oplossingen. Zonder zicht op een masterplan, gericht op het zo fatsoenlijk mogelijk achterlaten van alle bewoners, alle huizen, straten en dorpen, zijn kortetermijnmaatregelen risicovol. Leuk voor de bühne.
Let op! Dit masterplan ‘toekomstbestendig Groningen’ zou nadrukkelijk gericht moeten zijn op de individuele huizen, in samenhang met de ruimtelijke kwaliteit van de dorpen. Ik bedoel er niet de grote plannen voor economische structuurversterking of leefbaarheid mee. Eerst de basis op orde! Complex? Ja, makkelijke oplossingen zijn er al lang niet meer. Onmogelijk? Misschien. Maar ontslaat ons dat van de morele verplichting om het niet minimaal te proberen?
Susan Top
Susan Top (Exloo, 1971) was van 2014 tot 2021 secretaris van het Groninger Gasberaad. Daarvoor werkte ze jarenlang voor de gemeente Groningen.