Column: Zonder jullie was ik een niemand

Erik Hulsegge
Erik Hulsegge © RTV Noord
Op het smalle tegelpad langs het woonhuis waar ooit een slijterij was gevestigd loopt een oude vrouw achter een rollator. Ze is klein van stuk. Met gekromde rug en een tikje hinkend duwt ze het seniorenevenwichtskarretje moeizaam voor zich uit.
Het is zaterdagmorgen. Een waterig zonnetje probeert zich door de bewolking te wurmen. Bij de kruising voor de oude rechtbank en de voormalige gevangenis blijft ze even staan en aanschouwt met bebrilde ogen de gebouwen die hun grandeur zijn kwijtgeraakt. Ze weet nog dat de straat een en al bedrijvigheid was.
Kledingzaken, een boekhandel, een sportzaak, een fietsenmakerij, een motorhuis en niet te vergeten de wereldberoemde ijssalon van Pietje de Heer. Nu is er alleen nog een kapsalon en tegen het Marktplein nog een paar kroegen.
‘Moi laiverd’, hoort ze plotseling in het gebeier van het carillon als ze het Marktplein oploopt. Ze draait zich omzichtig om. ‘He moi, Jokkop…’. Ze kent de man op de fiets van de filmclub van de stad waar zij en haar overleden man tientallen jaren deel van uitmaakten. Zij was het moedertje, het olievrouwtje, de stille kracht van het stadsjournaal.
Voor die rol kreeg ze van de Koningin zelfs een lintje die ze bij een passende gelegenheid immer met trots heeft opgespeld. Jokkop en zij ‘kwedeln’ even over de jaarlijkse voorstelling van de filmclub die na het weekend in het theater van de stad wordt gehouden. ‘Komt zoas altied wel weer goud’, knikt Jokkop bemoedigend. Met een moi en een zwaai neemt hij afscheid en verdwijnt achter de kerk.
De vrouw ‘stuidelbuidelt’ door naar de markt voor een haring, een zak mandarijnen en een stuk oude kaas om tot slot vier paar nieuwe sokken voor een tientje bij de Hema te halen. Voor de kassa staat een lange rij. Als ze eenmaal betaald heeft en de sokken in de tas bij de andere boodschappen probeert te persen, krijgt ze een por tegen haar schouder.
‘Doe hier ook?’ Het is Hiltje, haar vriendin. Zij komt ook uit de stad maar woont al jaren twee dorpen verderop. Ze kwakkelt wat met de gezondheid, maar is - nu de lente voor het eerst haar gezicht laat zien - even met dochter ‘op boodschap’.
De twee oude vriendinnen raken in een geanimeerd gesprek. Zo geanimeerd dat de vrouw haar volle tas met boodschappen vergeet en daar uiteindelijk thuis over het spoor door een telefoontje achter komt. De baas van de Hema belt. Hij brengt de boodschappen na sluitingstijd wel even langs, de held.
Het zijn de mooie kleine dingen van het leven.
Tijdens het schrijven van dit verhaal besef ik dat ik ook net als Hiltje kwakkel met m'n gezondheid. Het slaat op je gemoed. Dat je je ineens gaat bezinnen over het leven. Dat je dingen gaat denken waar je het allemaal voor doet. Waarom schrijf ik een verhaal terwijl ik gewoon ziek ben? Dat hoeft allemaal niet van mijn baas en toch doe ik het.
Van de week op de bank met het hoofd op een kussentje en een kleedje over dacht ik daar over na. Ik kwam tot de conclusie dat ik het voor de mensen doe. Dat ik mijn lezers en luisteraars niet wil teleurstellen. Wekelijks lezen dik tienduizend mensen mijn verhaal, zeggen de digitale cijfers van Noord. Een veelvoud daarvan luistert elke zondagmorgen omstreeks half tien naar hetzelfde verhaal, maar dan de Groningse versie.
Van al die mensen krijg ik heel veel terug. Duimpjes op Facebook, handgeschreven brieven met bedankjes, met gedichtjes, of bijvoorbeeld een mailtje uit Canada van mensen die vanwege het tijdsverschil opblijven om voor het slapen gaan mijn verhaal al te kunnen lezen.
Zelfs krijg ik ook allerlei cadeaus. Boeken, ansichtkaartjes, taart, bloemen en twee schilderijen van een man met MS die ‘s nachts schildert om zijn vermaledijde spieren tot rust te krijgen.
Dat is ontroerend mooi. Ik hou het soms ook niet droog als mensen geraakt door mijn verhaal hun eigen tranentrekkend verhaal aan mij opbiechten. Wat mij zo te binnen schiet is het relaas van de vrouw die reageerde op mijn verhaal over de paardenreddingboot van Ameland, een paar weken geleden. Zij vertelde dat ze vijf jaar geleden haar 11-jarige zoon had verloren.
Het jongetje was helemaal gek van Ameland. Op zijn grafje staat nu een rode mini-vuurtoren van het eiland. Ik zie het beeld voor me. Pfff…
Wat dit nu allemaal te maken heeft met verhaal van de oude vrouw die haar boodschappen bij de Hema was vergeten? Dat zit zo.
De baas van de Hema bracht aan het eind van de middag de vergeten boodschappen bij haar aan huis. Als dank voor de vriendelijk geste van de Hema-man gaf ze hem een boekje. Een boekje door mij geschreven vol met verhalen: Haalf Zeuven
Wat blijkt nu. De oude vrouw koopt steeds mijn boekjes. En als er iemand jarig is, ziek is, een hart onder de riem nodig heeft of goed voor haar is geweest, geeft ze diegene een boekje van mij. Dat heeft ze inmiddels 56 keer gedaan. De laiverd heeft dus 56 keer mijn boek gekocht - ik wist niet eens dat ze nog te koop waren - en iemand 56 keer blij gemaakt, tenminste dat hoop ik.
Het zijn de mooie kleine dingen van het leven. Daar doe ik het dus voor. Voor al die mensen die op wat voor manier ook genieten van mijn verhalen. Voor al die mensen die mij ook nog eens bedanken voor een verhaal. Ik wil het nu een keer andersom doen.
Hartstikke bedankt voor alle mooie reacties, voor alle liefdevolle gebaren of gewoon voor het lezen of luisteren.
Zonder jullie was ik maar een niemand.
Erik Hulsegge