Zorgen om jeugdcriminaliteit in Paddepoel: 'Gerichte aanpak is nodig'

De stad-Groninger wijk Paddepoel kampt in toenemende mate met (georganiseerde) jeugdcriminaliteit. Om die ontwikkeling te stoppen pleiten onderzoekers voor een gerichte aanpak, waarbij jongeren met criminele neigingen goed in de gaten worden gehouden. Scherper dan tot nu toe gebeurt.
Wat begint met kattenkwaad en vandalisme, kan uitmonden in gewapende overvallen, drugshandel of online criminaliteit. Paddepoel is een van die wijken in de stad Groningen waar jongeren een verhoogde kans lopen het criminele circuit in te rollen. Een 'persoonsgerichte aanpak' is nodig om het tij te keren is een van de conclusies in dit onderzoeksrapport, dat in opdracht van de gemeente Groningen is geschreven.
De onderzoekers voerden gesprekken met vertegenwoordigers van de gemeente, politie en andere instanties. Daarnaast maakten ze bijvoorbeeld gebruik van politierapporten. Met deze en andere informatie konden ze het criminele netwerk van de wijk nauwkleurig in kaart brengen.
De gemeente Groningen krijgt de komende jaren vier keer 1 miljoen euro van het Rijk, om jongeren in noordelijke stadswijken als Paddepoel een betere kans te bieden op een goede toekomst. Dat geld komt uit het programma Preventie met Gezag van het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Dure merkkleding
Dat jongeren vallen voor de verleidingen van de misdaad blijkt niet alleen uit het toenemend (vuur-)wapenbezit onder de jeugd. Ook het dragen van dure merkkleding is bijvoorbeeld een aanwijzing dat er illegale activiteiten in het spel zijn. Dit soort luxe is met een gewoon bijbaantje meestal niet te betalen.
Bepaalde factoren dragen ertoe bij dat jongeren op het verkeerde pad belanden. Een problematische thuissituatie en bijvoorbeeld veelvuldig spijbelen maken dat jongeren in de verleiding kunnen komen aansluiting te zoeken bij criminele leeftijdsgenoten.
Status
Naarmate ze ouder worden en klimmen in de hiërarchie op straat, neemt de ernst van de delicten toe. Sommigen zijn meelopers, anderen ontwikkelen zich tot leiders die op hun beurt weer nieuwe aanwas werven. Met hun status maken ze indruk op de jongere garde. In enkele gevallen groeien ze uit tot zware beroepscriminelen, die buiten de wijk en de stad hun 'loopbaan' voortzetten.
De onderzoekers omschrijven hoe jongeren worden meegezogen in de lokale onderwereld: 'De harde kerners in hun netwerk zijn hun (negatieve) rolmodellen. De rising stars hebben een ernstig risico om snel door te groeien richting met name routineuze gewelddadige drugscriminaliteit. Waar ze ooit begonnen met overlast in de wijk en onderdeel uitmakend van een jeugdgroep, maken ze nu in de luwte carrière in de zwaardere criminaliteit. In die zin zijn dergelijke jeugdgroepen te beschouwen als de ‘kraamkamer van de georganiseerde misdaad’.
'Aanpak kan beter'
Het traceren en het volgen van de jongeren is nog niet zo eenvoudig. Waar ze vroeger fysiek rondhingen op een pleintje, doen ze dat meestal nu online. Dat verklaart mede waarom de criminele overlast niet alleen door jongeren uit Paddepoel zelf worden veroorzaakt. Ook jeugdige criminelen van elders weten via 'connecties' de wijk te vinden.
De aanpak van ontspoorde jongeren kan beter, stellen de onderzoekers: 'In de gemeente Groningen wordt al aan veel preventieve, proactieve en repressieve aanpakken uitvoering gegeven. Er is echter ook nog ruimte om de uitvoering te verbeteren zodat jongeren niet meer of minder snel kiezen voor de verlokkingen vanuit het criminele circuit.'
Meer samenwerking
Daarom pleiten de onderzoekers voor meer samenwerking tussen de betrokken instanties. Daarbij is het zoveel mogelijk uitwisselen van informatie van essentieel belang. Daarnaast moeten wapenbezit en geweld strenger worden aangepakt. Maar een breder aanbod van vermaak voor de jongeren zou ook helpen: 'Daardoor zullen de jongeren zich ook minder vaak ophouden met negatieve rolmodellen en is de kans kleiner dat zij zich gaan bezighouden met ongewenste of niet toegestane activiteiten.'
Hoe eerder wordt bijgestuurd, hoe beter, aldus het rapport: 'Op basisscholen worden via een screeningsinstrument al alarmerende signalen over kinderen opgehaald, maar eenzelfde instrument kan ook gebruikt gaan worden op het consultatiebureau en de kinderdagopvang. Daardoor is eerder zicht op gezinnen die hulpverlening nodig hebben. Voorwaarde voor een effectieve aanpak is wel dat vervolgens passende hulpverlening wordt verleend.'