Steeds minder predikanten in de provincie: ‘Het speelt hier sterker dan elders’

Zo’n twee keer per week gaat de telefoon. Of ze op zondag ergens in de Ommelanden een kerkdienst wil leiden. Soms gaat ze op de uitnodiging in, maar vaak ook niet.
Tirtsa Liefting is 30 jaar en predikant. Ze is sinds 2019 werkzaam in de Nieuwe Kerk in Stad. Ze begon daar als stagiair, en is er blijven hangen. Predikant worden was oorspronkelijk niet haar doel, toen ze jaren geleden aan de opleiding theologie begon. Maar in studieboeken blijven hangen wilde ze niet. Ze werkte liever in de praktijk.
‘Ik vind het mooi om gesprekken met mensen te hebben over diepe onderwerpen. Over het leven, over wat het leven zin geeft. Ook mag je mensen bijstaan bij overlijden, huwelijken en geboortes. Het vertellen van oude Bijbelverhalen en nadenken over wat we daar in de huidige tijd mee kunnen vind ik boeiend.'
Minder kerken met eigen predikant
Liefting koos voor een beroep dat steeds zeldzamer wordt. Een derde van de kerkelijke gemeenten in Groningen en Drenthe heeft geen eigen predikant in dienst, blijkt uit cijfers van de regionale tak van de Protestantse Kerk Nederland. Door een aanstaande pensioengolf kan dit in 2028 oplopen op twee derde. In dat geval hebben 130 van de 195 gemeenten geen eigen predikant.
Kerken zijn soms nog zeer terughoudend in onderlinge samenwerkingen
Dat is een probleem, ziet Heleen Maat. Zij is regiopredikant in Groningen en Drenthe en woont in Pieterzijl. Ze houdt zich bezig met kleine plattelandskerken die eigenlijk te klein zijn om zelfstandig te bestaan. Het kost haar moeite om kerkelijke gemeenten te laten inzien dat ze anders zullen moeten werken.
‘In gesprekken met kerken begin ik vaak met de vraag: als er een predikant moet komen, is het dan niet goed om samen te werken met een andere kerk?’ Kerken zijn soms nog zeer terughoudend in onderlinge samenwerkingen, merkt Maat op.
Heleen Maat schoof maandagavond aan in Noord Vandaag op TV Noord:
'Er is in z'n algemeenheid een tekort aan mensen die in de kerkgemeente werken'
‘Bij het voorstel om samen met een andere kerk een dominee te beroepen (kerkelijk jargon voor een dominee vragen om bij je te komen werken, red.), komen plattelandskerken vaak met tal van tegenargumenten aanzetten.’ Maat stelt dat veel plattelandskerken soms ver achter liggen op de realiteit. Kerkgangers houden volgens haar vast aan idealen van een eigen predikant, die trouw kerkgangers thuis komt bezoeken. ‘Maar dat zit er in deze tijd echt niet meer in.’

Minder dominees nodig?
Sinds jaar en dag verschijnen er in de media berichten over ontkerkelijking. Dat ziet ook Theo Pleizier. Hij is zelf dominee geweest en nu werkzaam aan de Protestantse Universiteit in Groningen bij de opleiding voor nieuwe predikanten. ‘Je zou denken dat als er minder mensen naar de kerk gaan, je dan ook minder dominees nodig hebt. Maar dat werkt niet helemaal zo.’
Kerkelijke gemeenschappen zijn in de Groningse dorpen volgens hem dan wel kleiner, maar ze verdwijnen in veel gevallen niet volledig. ‘En daar waar mensen naar de kerk gaan en samenkomen, zijn er professionals zoals predikanten nodig om het geestelijk leven van mensen te begeleiden.’ Kleinere kerken leiden daardoor dus niet per se tot minder dominees die nodig zijn, denkt Pleizier.
Soms gaan collega's wel drie keer op een zondag ergens voor, je hele dag zit dan vol
Hij ziet dat het predikantentekort in heel Nederland speelt, maar in Groningen en Drenthe is het probleem sterker. ‘Het is lastiger om predikanten naar Noord-Nederland te krijgen. Verhuizen doen ze niet zomaar.’
Überhaupt verkassen predikanten minder snel dan vroeger, denkt Pleizier. Partners van predikanten hebben tegenwoordig vaak ook een baan. Bovendien speelt het tekort ook in de rest van Nederland. Daardoor is het voor veel predikanten aantrekkelijker om een andere gemeente te kiezen die dichter in de buurt zit, dan om naar het Noorden te vertrekken.
Een jaar van tevoren al een volle dag
Voor de predikanten die wél in het Noorden werkzaam zijn, kan het tekort de werkdruk flink verhogen. Dat ziet Liefting ook bij collega’s. ‘Soms gaan ze wel drie keer op een zondag ergens voor, je hele dag zit dan vol. Zo ver laat ik het niet komen, zeker niet sinds ik met long covid te maken kreeg. Ik heb geleerd grenzen aan te geven. Ik ben vrij terughoudend om veel extra taken op me te nemen.’
Tegelijkertijd ziet ze ook dat kerken last hebben van het ontbreken van een predikant. Dat levert voor Liefting een lastige afweging op. Dominees worden meestal ruim een jaar van tevoren ingepland om kerkdiensten te leiden. ‘En als het eenmaal zover is, dan denk ik soms: waarom heb ik zoveel kerkdiensten op m’n bord genomen?’
Iedere predikant moet die afweging zelf maken, zegt ze. ‘Anderen krijgen veel energie van zoveel preken. Ik heb soms ook een zondag nodig waarop ik vrij ben.’
Liefting prijst zichzelf gelukkig dat ze als beginnend predikant niet in haar eentje voor de leeuwen is gegooid, maar kan samenwerken met een ervaren predikant. ‘Ik heb het geluk dat ik daardoor het werk kan verdelen.’ Op veel dominees die alleen aan het werk zijn staat volgens haar veel meer druk.

'Persoonlijk geluk is belangrijker'
Om het domineestekort een halt toe te roepen is de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) landelijk een campagne gestart om nieuwe mensen te werven voor de studie theologie en het beroep van predikant. Toch is het de vraag hoeveel effect dit heeft.
Heel populair is het beroep van predikant niet, weet Pleizier. Vroeger was dat volgens hem anders. Hij maakt daarbij een vergelijking met de zorg en het onderwijs. Een aantal decennia geleden stonden mensen in deze sectoren hoog in aanzien, meent hij. ‘Dat gold ook voor predikanten. Tegenwoordig is voor veel mensen zelfontplooiing en het nastreven van persoonlijk geluk belangrijker geworden. Beroepen die te maken hebben met het zorgen voor en vormen van anderen krijgen daardoor minder waardering. Dat is in de zorg en het onderwijs zo, en dat geldt ook voor predikanten.’
Ik ken mensen die rond hun veertigste dominee willen worden, maar dat lastig vinden
Steun
Op dit moment duurt een opleiding tot predikant zes jaar. Moet de opleiding niet korter en simpeler worden, om de drempel te verlagen? Zowel Pleizier als Maat twijfelen daarover. Volgens Pleizier zijn kerkgangers steeds hoger opgeleid. ‘Dat vraagt dat predikanten ook goed moeten zijn opgeleid. Intellectueel moet een predikant wel wat in huis hebben om het werk goed te kunnen doen.’
Volgens Maat kon een dominee vroeger terugvallen op een kerkenraad met mensen die de boel mede draaiende hielden, maar dat is tegenwoordig een stuk minder aan de orde. ‘Je hebt als dominee zelden tot nooit meer een kerkenraad waarop je kunt steunen. Predikanten en ook kerkelijk werkers moeten daarom stevige personen zijn die hun werk ook zonder steun moeten kunnen volhouden.’ Ze aarzelt daarom of het goed zou zijn om de opleidingseisen van predikanten te laten zakken.
Liefting denkt daar wat anders over. Zij ziet graag dat het makkelijker is om op latere leeftijd een studie theologie te doen. ‘Er zijn mensen die een late roeping hebben om predikant te worden. Voor hen zou het goed zijn als ze niet een lange opleiding hoeven te doen, maar ze een programma op maat krijgen. Ik ken mensen die rond hun veertigste zeggen dat ze het mooi vinden om dominee te worden, maar dat nu lastig vinden.’

Voorbereiding
Jonge predikanten in opleiding die wél de volledige studie doen gunt Liefting daarnaast een betere voorbereiding. Ze vindt dat de betrokkenheid vanuit de PKN beter kan. 'Er vinden drie geschiktheidsgesprekken plaats, en als je bent afgestudeerd volgt nog een groot gesprek, in jargon het colloquium.'
Daar moet een jonge predikant wel wat voor laten zien, zoals een preek houden. Maar meer actieve betrokkenheid tijdens de opleiding zou volgens Liefting helpen om studenten beter voor te bereiden op het werk van predikant. 'Nu is het zo dat vooraf maar weinig mensen in de geschiktheidsgesprekken je écht kennen. Met goed praten kom je er nu wel doorheen.'
Blijf jezelf afvragen of je nog weet waarom je als kerk bestaat
Hoop en geloof
Maat is er niet zo bang voor dat op deze manier dominees, die minder geschikt zijn voor het werk, tóch aan de slag kunnen gaan. ‘Liefting heeft gelijk dat drie gesprekken weinig zijn. Tegelijk is het wereldje van de theologie klein. Docenten kennen je, en iedereen weet wel wie geschikt is om dominee te worden en wie niet. Toen ik studeerde is er nooit iemand afgewezen. Nu zijn ze wel wat strenger in de selectie.’
Of een reclamecampagne van de PKN genoeg is om het tij te keren, weet Pleizier niet helemaal. ‘Soms lijken kerken zo geïmponeerd door secularisatie en krimp, dat ze zichzelf te klein maken. Ze lijken murw gebeukt. Daardoor is het moeilijk om een positief verhaal te houden waarom het werk van een predikant mooi en belangrijk is. Op die manier kom je in een vicieuze cirkel naar beneden terecht.'
Sta als kerk voor je eigenheid in de samenleving, is zijn advies voor de kerk, hoe klein ook: 'Blijf jezelf afvragen of je nog weet waarom je als kerk bestaat. En wat het betekent om je geluk bij Jezus Christus te vinden. Als dat is wat je drijft, dan is er altijd wel hoop en geloof voor de toekomst, hoe klein de gemeente ook is.’