Relatief veel Groningers zitten in een onderwijsbubbel, maar is dat erg?

Een onderwijsbubbel: je zit erin als je vooral mensen in jouw sociale kring hebt met hetzelfde opleidingsniveau. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt die bubbel sterk in de Randstad én enkele Groningse gemeenten.
In 2009 waren het voornamelijk mensen met een laag opleidingsniveau die in hun netwerk weinig mensen tegenkwamen met een ander opleidingsniveau. In 2020 gold dit juist voor mensen met een masteropleiding van het hbo of de universiteit. Deze mensen verkeerden dus vooral in kringen van mensen die ook een masteropleiding op zak hadden en minder met mensen die een ander opleidingsniveau hadden.
Op onderstaande kaart is te zien dat dit vooral speelt in de Randstad. Maar ook enkele Groningse gemeenten vallen op.
Groningse bubbels van middelbaar niveau
In onze provincie zijn het vooral de gemeenten rondom Stad waarbij mensen met een middelbaar onderwijsniveau in een onderwijsbubbel zitten. Dit zijn mensen die een mbo-niveau 2-4 hebben of na de bovenbouw van havo of vwo niet verder studeerden.
In de Randstad zijn het vooral mensen met een masteropleiding die in een eigen bubbel zitten. Datzelfde geldt voor mensen met een laag opleidingsniveau.
In de kaart hieronder zie je in welke gemeenten de onderwijsbubbel relatief sterk aanwezig is (donkerblauw) en waar relatief zwak. Het artikel gaat verder onder de kaart.

Waarom springt Groningen er zo uit?
Op de vraag waarom Groningse gemeenten eruit springen, zegt Jochem Tolsma, bijzonder hoogleraar sociale scheidslijnen aan de Rijksuniversiteit Groningen, dat dit met werk te maken heeft. 'Middelbaar opgeleiden hebben vooral kans op contact met middelbaar opgeleiden, wat waarschijnlijk wordt veroorzaakt door de lokale arbeidsmarkt in deze gebieden.'
Dat in de gemeente Groningen relatief gezien de onderwijsbubbel niet zo groot is, heeft volgens Tolsma te maken met hoe mensen wonen. 'In de stad Groningen hebben laagopgeleiden een hoge kans op contact met hogeropgeleiden, wat waarschijnlijk komt doordat in Groningen studenten naast laagopgeleide mensen wonen.'
Bijna altijd hebben we minstens één discussiepartner die een andere opleiding heeft
Toch plaatst Tolsma een belangrijke kanttekening bij de cijfers van het CBS. 'Het CBS kijkt naar contactmogelijkheden en potentiële relaties. Dan gaat het om huisgenoten, familie, buren, collega's en klasgenoten. Maar het CBS meet geen echte relaties. Het is namelijk onbekend of mensen elkaar daadwerkelijk kennen en hoe vaak ze dan contact met elkaar hebben.'
Anders wordt het volgens hem als je wél naar echte relaties kijkt, dat wil zeggen: met wie we bijvoorbeeld belangrijke zaken bespreken. 'In ongeveer vijftig procent van de gevallen is de opleiding van deze netwerkpartner gelijk aan die van onszelf. Maar bijna altijd hebben we minstens één discussiepartner in ons netwerk die een andere opleiding heeft dan wijzelf.'
Polarisatie?
Als die onderwijsbubbel in jouw omgeving sterk is, dan is dat volgens het CBS risicovol. 'Het kan ‘sociale bubbels’ bevorderen en maatschappelijke polarisatie versterken', schrijft het statistiekenbureau in een persbericht. De gedachte is dat je in een bubbel weinig in contact komt met mensen die anders opgeleid zijn dan jij, waardoor het onderlinge begrip minder wordt en mensen steeds verder van elkaar af komen te staan.
Er is een hele grote groep mensen die in het midden zit over thema's als het klimaat en migratie
Toch wil Tolsma ook dit enigszins nuanceren. 'Als je aan de Nederlandse bevolking vraagt hoe ze denken over bijvoorbeeld het klimaat, migratie of ongelijkheid, dan is er geen sprake van een grote groepen voor- of tegenstanders met uitgesproken meningen. Er is een heel grote groep die in een middengroep zit.'
Dat iedereen denkt dat er sprake is van een enorme polarisatie in ons land heeft volgens hem te maken met het maatschappelijke debat en de media. 'De uiterste opvattingen laten veel van zich horen en krijgen veel media-aandacht.' Hij noemt de protesten van boeren en klimaatactivisten als voorbeeld.
'Ik zeg niet dat er helemaal geen polarisatie is, maar die wordt wel flink overschat, omdat wat in de media zichtbaar is, geen goeie afspiegeling is van wat de bevolking als geheel vindt.'
Opleidingsniveau uitgelegd
Laag: onderwijs voltooid op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste drie leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1).
Laag: onderwijs voltooid op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste drie leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1).
Middelbaar: voltooid onderwijs op niveau van de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader en specialistenopleidingen (mbo-4).
Bachelor: voltooide hbo-opleidingen en universitaire bachelors.
Master: voltooide hbo-masters en universitaire masters.