Door de mand: Kees Vlietstra zingt lalalalalalalalalalalalalala

‘Moi Bert.’ ‘Ja moi Vliet,’ begint Bert. ‘Geliek mor eem spiekers met koppen sloagen. Wie zitten hier met t haile spul aan de teek en hebben n poultje mokt. Doe most ook eem metdoun. Een joet inzet veur elkenain. In welke minuut wordt de FC-Ajax stoakt? Zegt mor!’
Ik kijk verbijsterd naar het schermpje van mobiel alsof het schermpje enige duiding gaat geven aan deze bizarre vraag. ‘Nou Butje, daar vraag je me wat. Ik doe hier uit principe niet aan mee. Wil dat die wedstrijd ‘gewoon’ helemaal uitgespeeld gaat worden. Geen gekkigheid, geen sjompegedrag, gewoon lekker voetballen. Als je ergens niet mee eens bent kan je ook gewoon boe roepen.’
Even is het stil aan de andere kant van de lijn. Dan reageert Butje op zijn Butjes: ‘Nait zo jeuzelen doe körfballer! Ik vul veur die wel de zesde minuut in. Stuur die direct wel eem n tikkie. Beste mor weer.’
Vrijdag. Telefoon. ‘Thijs de Jong DvhN’ meldt het schermpje van mijn mobiel. Dit wordt een vraag van Thijs aan sportkenner Vlietstra voor de rubriek Sportforum weet ik tijdens het opnemen.
‘Moi Thijs. ‘Hoi man,’ begint Thijs. ‘Vraag voor Sportforum. Dick Lukkien is komend seizoen trainer van het gedegradeerde FC Groningen. Er gaan geruchten dat de huidige oefenmeester van FC Emmen Keziah Veendorp met zich meeneemt naar Euroborg. Wie moeten nog meer volgen?’
Ik kijk verbijsterd naar het schermpje van mobiel alsof het schermpje me even alle namen van de selectiespelers van Emmen gaat voorzeggen. In een flits denk ik aan een dramatisch sollicitatiegesprek wat ik ooit voerde voor de functie van speldocent op de ALO. Zat bij de laatste twee kandidaten. Zou zomaar eens collega kunnen worden van Henk Veldmate en Thiemo Meertens. Functie was me op het lijf geschreven. Dacht ik.
De sollicitatiecommissie dacht er anders over nadat ik me helemaal vastlulde op vragen over het toen net ingevoerde competentie gericht onderwijs. Had ik nog nooit van gehoord maar lulde als een Mark Rutte avant la lettre alsof ik dat onderwijssysteem hoogstpersoonlijk zelf had bedacht en verbeterd. Ergo: vanaf dat gesprek heb ik me voorgenomen om nooit, maar dan ook echt nooit, weer te praten over onderwerpen waar ik geen verstand van heb (behalve in de kroeg dan over het spelniveau van VV Engelbert 1, Helpman 5 en FC Groningen 1).
‘Sorry Thijs, zou het niet weten. Ken echt geen één speler van die Drenties. Vraag het maar aan Gert Jan Verbeek. Die weet het ook niet maar die lult je column vast wel vol met die onzin van hem. Succes man.’
Zondagmiddag, 14.30 uur, Euroborg. FC Groningen-Ajax. Blijft memorabel. Zing uit volle borst het clublied mee. Laat Ons Weer Eens Juichen FC Groningen. Nummer is van de Specials lees ik vlak voor de aftrap nog even snel op mobiel. Klassiekertje. Wedstrijd begint onder zwarte wolken. Corner Tadic. Zwarte wolken worden inktzwart. Kijk op de stadionklok. Zesde minuut. Denk aan Bert Butje.
Zondagmiddag, 16.45 uur, De Kuip. Feyenoord-Go Ahead Eagles. Kampioenswedstrijd. Ook memorabel. Hand In Hand Kameraden. Alle voetbalnummers in de Kuip zijn trouwens puur, rauw, echt. Waar we in de Euroborg veel te weinig de goaltune van Rooie Rinus en Pé Daalemmer hebben gehoord dit seizoen schalt in De Kuip regelmatig de Hermes House Band met ‘I will survive’ door de speakers na weer een goal van Feyenoord. Moet altijd aan een gedenkwaardige stapavond aan het complex Zuidzijde Grote Markt denken als ik die goaltune hoor.
Ergens begin jaren 90. We waren met een select groepje aan de wandel. Groote Griet. Fameuze driehoekjes neergelegd: bier, bitterballen en brallen. Opeens deint de kroeg massaal ‘Lalalalala lalalalalalala ja lalalalalalalala’. Ik neig naar dansen, mijn heup had toen ook al een eigen willetje en waarampel, ik stá te dansen. In mijn eentje. Wat een heerlijk nummer. Na afloop van mijn dansshow ging ik, onder luid applaus, naar de bar om de barvrouw te vragen hoe de uitvoerende band heet van dit fantastische nummer.
Ze schreeuwt ‘Hermes House Band’ in mijn oor. ‘En het nummer heet I will survive.’ Ik pak een bierviltje en vraag om een pen. Ik schrijf wat op het viltje. Morgen direct naar muziekhuis Hemmes om die cd te kopen was het plan.
De volgende ochtend. Studentenkamer Prinsseseweg. Ik bel mijn broertje. Terwijl ik wacht tot hij opneemt bereid ik me voor op een heel ongemakkelijk gesprek. ‘Moi.’ ‘Ja moi. Help me even. Ik heb een bierviltje in mijn broekzak gevonden. Weet jij nog wat ik daarmee moet?’
Gezucht aan de andere kant van de lijn. ‘Sjomp, wat staat er op dan?,’ vraagt broerlief. Ik leg het bierviltje op tafel. Duw mijn bril omhoog, zucht en zeg:
‘Lalalalalalalalalalalalalala.’