Nationale ombudsman: nieuwe bevingsaanpak kabinet zorgt voor verwarring

Woensdagmiddag presenteerde Reinier van Zutphen het jaarverslag 2022 ‘Tijd voor de burger’ van de Nationale ombudsman in de Tweede Kamer. Hij vindt het ‘opmerkelijk hoe het nog te vaak misgaat met regelingen voor het herstel van de gevolgen van de gaswinning’.

Na de presentatie van het kritische rapport van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen, kwam het kabinet met vijftig maatregelen. Daarmee wil het kabinet ‘de laatste kans benutten om het beter doen’.

Maar dat lukt nog niet, zegt Van Zutphen. ‘De mensen zijn nu in verwarring: wat gaat er komen, moet ik door op de bestaande regeling, moet ik bezwaar maken, moet ik naar de rechter, moet ik afwachten, een klacht indienen, hoe gaat het er straks voor mij uitzien?’

‘Ik hoop dat het ertoe kan leiden dat er zo snel mogelijk duidelijkheid, eenheid, helderheid en eenvoud komt voor de Groningers omdat zij ook echt de kans moeten hebben, want daar hebben ze recht op, om hun leven weer op orde te krijgen’, zei Van Zutphen.

Van Zutphen verbaasde zich overigens over uitspraak dat het kabinet nu de ‘laatste kans’ heeft om het goed te doen voor onze provincie. ‘Toen dacht ik, en als die kans nou mislukt, hoe zit het dan?’

Het is inmiddels bijna traditie dat Groningen uitgebreid wordt besproken in het jaarverslag van de Nationale ombudsman. Vorig jaar was de titel van het verslag ‘De burger kan niet wachten’, ondersteund met een foto van de lange wachtrijen voor de veelbesproken SNN-subsidie. Tienduizenden Groningers stonden in de wacht om aanspraak te maken op geld om hun woningen mee te verduurzamen.

‘En dat beeld en die titel is nog steeds actueel’, sprak Van Zutphen. ‘De burger wacht nog steeds en kan dat eigenlijk niet meer volhouden.’ Er is bovendien een patroon zichtbaar: overheidsinstanties leggen de gevolgen van fouten te veel neer bij de burger. ‘Op het gebied van huizen versterken, schade herstellen en regelingen uitvoeren is er sprake van onvrede over de overheid. Dat gaat over het niet nakomen van beloftes, slechte communicatie en de voortdurende onzekerheid’.

Toch benoemt Van Zutphen nadrukkelijk dat er aan goede wil geen gebrek lijkt. Hij schrijft overal bestuurders en ambtenaren tegen te komen die zich met hart en ziel inzetten. ‘Maar we zien steeds vaker ook hen slachtoffer van de situatie worden.’ De operatie is zo complex geworden dat ‘juist de mensen die het hardst hun best doen om dingen op te lossen, het risico lopen om gefrustreerd te raken en af te haken’.