Bonden en schoolbesturen voeren samen actie voor meer geld

Die zijn volgens hen nodig om het lerarentekort aan te pakken. Alleen bij hoger salaris zou het werk aantrekkelijk genoeg zijn om mensen te trekken.

Op het kantoor van Openbaar Onderwijs Groningen kwamen de bestuurders van vakbonden en scholenkoepels bij elkaar. Ze gingen op de foto met de petitie die in Groningen door 640 en landelijk door 16.000 docenten is ondertekend. In Amsterdam, Den Haag, Zwolle en Maastricht waren soortgelijke acties.

De bonden eisen twaalf procent erbij voor leerkrachten, schoolleiders en onderwijsondersteunend personeel. Scholen willen ook dat de lonen voor inflatie worden gecompenseerd, maar zeggen dit zelf niet te kunnen betalen.

Bestuurder Herbert de Bruijne van Openbaar Onderwijs Groningen: 'Twaalf procent zit niet in de financiële middelen die we beschikbaar hebben. Dan moet je klassen groter maken, minder docenten aannemen en minder geld aan je gebouw besteden. Dat is niet verantwoord.'

Opvallend is dat de bonden donderdagochtend al met een ultimatum op de proppen kwamen. Als het kabinet niet voor 16 juni geld heeft toegezegd, dan gaan ze na de zomer over tot acties en stakingen.

Hayo Bohlken van de Algemene Onderwijsbond wil het daar liever nog niet over hebben. 'Ik vind het juist zo belangrijk dat werkgevers en werknemers nu samen zeggen dat ze strijden voor meer geld vanuit Den Haag. Dan vind ik het heel raar om eroverheen te stappen en te zeggen: we gaan staken als het niet lukt.'

Ook schoolbestuurder De Bruijne wil niet op stakingen vooruitlopen. 'We zijn nu gezamenlijk aandacht aan het vragen. We hopen dat de politiek dat hoort. We lopen niet vooruit op de volgende actie.'

Hij denkt dat ze samen best kans van slagen hebben met hun roep om meer geld. Op dit moment is er ruimte voor vijf procent loonsverhoging. 'De huidige ruimte staat in geen verhouding tot andere sectoren, dus ik denk dat we daar in alle redelijkheid met Den Haag over kunnen spreken. Of je op twaalf procent uitkomt weet ik niet, maar met vijf procent kunnen we niet aankomen.'