Vrijwilliger in het UMCG: 'Ik ga door totdat ik kreupel ben'

Mineke Siemons aan het bed van een patiënt
Mineke Siemons aan het bed van een patiënt © Eigen foto
Sommigen maken een carrièreswitch tijdens hun werkende leven. Anderen zijn al met pensioen en gooien dan alsnog het roer om. Mineke Siemons (75) is één van hen. Toen ze stopte als secretaresse, begon ze als vrijwilliger in het UMCG.
Hoe bent u in het UMCG terecht gekomen?
‘Toen ik met pensioen ging dacht ik: ik moet niet thuis komen te zitten en niks om handen hebben. Via via hoorde ik dat het UMCG vrijwilligers zocht: mensen die op de verpleegafdeling konden ondersteunen met tijd en aandacht voor patiënten. Ik moest een echt sollicitatiegesprek doen en toen wilden ze me wel hebben. Toen ben ik begonnen op C4; een verpleegafdeling voor vaatpatiënten, denk aan verstopte bloedvaten, amputaties, aneurysma's en ook levertransplantaties.’
‘Hiervoor was ik secretaresse bij de gemeente Groningen, afdeling sport en recreatie. Het was wel even een gok: is het wel of niet wat voor mij? Ik houd het al tien jaar vol, dus blijkbaar kan ik het toch wel. Het gaat hoofdzakelijk om het sociale: een praatje maken.’
UMCG viert 225-jarig bestaan
Het UMCG viert dit jaar haar 225-jarig bestaan. Wat begon als een ziekenhuis met acht bedden in het Groene Weeshuis in de stad is nu een universitair centrum met 13.000 medewerkers. Deze week vind je op onze site en in de app elke dag een interview met één van hen.
's Ochtends is er werkoverleg met de verpleegkundigen
's Ochtends is er werkoverleg met de verpleegkundigen © Eigen foto
Hoe ziet een dienst eruit?
‘Ik doe dit één keer in de week, op woensdag- of donderdagochtend. We beginnen om 9.30 uur. Dan doen we ons blauwe jasje aan met een wit shirt eronder en gaan naar de koffiekamer voor het overleg van de verpleegkundigen. Zij maken een kort formulier voor ons met welke patiënten aandacht nodig hebben. Daar gaan wij dan naartoe. Soms heb je er om 13.00 uur zes gehad en soms maar twee lange gesprekken.’
Je moet vermijden dat je er hypochondrisch van wordt
Mineke Siemons - Vrijwilliger in het UMCG
‘In het begin schrok ik wel van heel erge patiënten. Bij een amputatie moest ik wel even slikken. Je bent ook begaan met die mensen, die staan vaak nog midden in het leven. Ik dacht vaak: jeetje dat dit allemaal bestaat. Ik was een leek op dat gebied. Je gaat het in het begin op jezelf betrekken. Amputaties zijn vaak bij mensen met diabetes, mijn zusje heeft ook diabetes. Gelukkig laat je dat wel weer los. Je moet vermijden dat je er hypochondrisch van wordt.’
Hoe pak je zo’n gesprek aan?
‘Ik zeg dat ik vrijwilliger ben en een praatje kom maken als ze daar zin in hebben. Soms zeggen mensen ook: ik heb er helemaal geen zin in, want de hele morgen zijn er al mensen aan mijn bed geweest: artsen, verpleegkundigen, de fysio. Ik kom niet aan slapen toe. Maar de meesten vinden het heel leuk.’
Mineke Siemons tijdens haar werk in het UMCG
Mineke Siemons tijdens haar werk in het UMCG © Eigen foto
‘Als ik geen aanknopingspunt heb, zoek ik altijd iets in de kamer: soms staan er bloemen, of kaarten en oudere mensen hebben altijd wel een foto van hun kinderen of kleinkinderen staan. Dan kan je daarnaar vragen. Er komt altijd wel iets bij me op en je hoeft ook niet veel te zeggen. Luisteren is al heel wat, de aandacht. Bij levertransplantaties komen patiënten vaak van ver, die hebben niet veel aanloop.’
‘Laatst lag er een mevrouw wiens man was overleden en ze had zelf net een slecht nieuws-gesprek gehad. Dat zijn best zware gesprekken. Dan ga je niet na vijf minuten weer verder. We werken met tien vrijwilligers op de afdeling en je wordt altijd met z’n tweeën ingedeeld. Dat is heel fijn, want dan kan je altijd nog even napraten.’
Wanneer ik als een oud vrouwtje mijn ene been niet meer voor het andere kan zetten, dan stop ik
Mineke Siemons
Hoe lang blijft u dit werk nog doen?
‘Ik had een grens gesteld: misschien stop ik als ik 70 word. En daarna: ik stop als mijn haar grijs wordt. Dan ga ik het niet meer kleuren en stop ik met werken. Nu ben ik 75 en heb ik mijn haar wel grijs laten worden, maar ben ik nog steeds bij het UMCG. Zo ongemerkt is er alweer vijf jaar voorbij.’
‘Als ik kreupel door het UMCG loop en als een oud vrouwtje mijn ene been niet meer voor het andere kan zetten, dan stop ik. Dan sturen ze me misschien ook wel weg. Als ik nog vitaal ben ga ik door.'
Mineke en de anderen op een jaarlijks vrijwilligersfeest
Mineke en de anderen op een jaarlijks vrijwilligersfeest © Eigen foto
‘Je hoort er ook weer bij, dat heb je net nodig als je met pensioen gaat. Je hebt ook weer collega’s. Dat vind ik heel mooi. Die had ik op het secretariaat bij de gemeente ook. Het geeft voldoening dat je iets voor een mens kunt betekenen, waar verpleegkundigen niet aan toekomen. Het UMCG is ook wel echt mijn ziekenhuis. Ik vind het prettig om daar te zijn en ze zorgen ook nog eens goed voor hun vrijwilligers.’