Eemshaven-baas König: ’Het beste voor de Eemshaven moet nog komen’
Als achttienjarige stond Cas König als vrijwilliger met een vlag in de hand en een feloranje hesje aan bij de motorraces die er jaarlijks in de haven werden gehouden. Dat kon toen nog. Want ruimte was er volop. Nu is hij directeur in dezelfde Eemshaven, waar ruimte een schaars goed is geworden. ‘Soms moeten we bedrijven de deur wijzen.’
RTV Noord besteedt de hele week extra aandacht aan de Eemshaven. Die bestaat deze week vijftig jaar.
König zegt als directeur van Groningen Seaports zijn droombaan te hebben gevonden. Sterker nog: ‘Het is eigenlijk nog mooier dan ik had gedacht. We zijn met zoveel mooie ontwikkelingen tegelijkertijd bezig. We moeten onszelf af en toe gewoon in de arm knijpen.’
Ook zoiets. Vrienden van hem gingen vroeger graag duiken in de haven. Schepen voeren er toch nauwelijks en je kon er in de geulen zo lekker naar zo’n achttien meter diepte. Toestemming vroegen ze aan niemand en doken er gewoon in. Geen mens die het met de huidige scheepvaartbewegingen in de haven nu nog in z’n hoofd zou halen.
Voortdenderende trein
In 2017 werd König directeur van Groningen Seaports, de beheerder van de havens en industrieterreinen in Delfzijl en de Eemshaven. König was opvolger van de bevlogen Harm Post die, flink geholpen door de stormachtige ontwikkelingen in sectoren als (wind)energie, data en vergroening in de chemie, de Eemsdelta in een bloeiende industrieomgeving veranderde.
Een gespreid bedje was het daarom nog niet, zegt König. ‘Het was eerder een voortdenderende trein’, nuanceert hij. ‘Ik ben erop gesprongen en door de wagons naar de cockpit van de trein gelopen.’

Google had zich net gevestigd in de Eemshaven, het staalbedrijf Van Merksteijn wilde komen. Het ene na het andere recyclingbedrijf meldde zich, waterstof kwam als groene energiedrager in beeld en er kwamen gesprekken op gang met fabrikanten van batterijen. Dankzij de acquisitieactiviteiten van de vorige directie had Groningen Seaports een goed gevulde portefeuille liggen aan leads, kansrijke contacten met bedrijven.
Hoopvolle ontwikkelingen, die ook weer niet altijd succes opleveren. De Brits-Koreaanse batterijenmaker Eurocell bijvoorbeeld haakte een paar maanden geleden af, nadat die eerder bekend maakte voor een bedrag dat kon oplopen naar twee miljard euro te willen investeren in een gigafabriek in de Eemshaven.
Wat zag u als belangrijkste opdracht toen u directeur werd?
Koning: ‘Dat we binnen afzienbare tijd de krimp in onze regio zouden kunnen omdraaien naar groei. Want krimp is slecht voor het gebied en de mensen die er wonen. Het gaat ten koste van de brede welvaart. Wanneer je daar wat aan wilt doen, dan begint het toch met economie. Mensen willen ergens wonen omdat ze er werken. Laat ik mezelf als voorbeeld nemen. Ook ik heb vijftien jaar lang in het gebied gewoond omdat ik daar mijn werk had.’
Wat is de koers voor de Eemshaven die daarbij hoort?
‘Er was een hele goede, heldere koers voor de Eemshaven ingezet. Wat er lag was de Groene Havenvisie van 2012. Die was gericht op het op gang brengen van ontwikkelingen rond energie, data, groene chemie en circulaire economie. We denken dat het nog steeds de juiste koers is.’
‘Wat wel heel erg is veranderd, dat is onze kijk op de aandacht die we schenken aan onze omgeving.’
Waar zien we dat terug?
‘We denken na over hoe we dat willen invullen, maar we zijn er ook al mee begonnen. We organiseren meer bijeenkomsten voor de omliggende dorpen en de regio. Daar willen we ons verhaal vertellen. We willen ook de leerlingen van scholen hierin meenemen. We vinden het belangrijk te laten zien wat er gebeurt, zodat mensen er een ander beeld van krijgen.’
Hoe denkt u mensen in het dorp Oudeschip hierin mee te nemen? Die zien uitbreidingsplannen van de haven met de Oostpolder als een bedreiging voor hun woongenot en brede welvaart.
‘Ik heb onlangs op een bijeenkomst in Oudeschip aan de inwoners verteld wat er in het huidige initiatief gebeurt. Voor ons is dat nog wel wat lastig, want in het plan Oostpolder hebben wij officieel nog geen rol. Het is een project van de provincie en de gemeente Het Hogeland. Zeker is dat we meer dan in het verleden rekening zullen houden met wat mensen in onze omgeving ervan vinden.’
Provincie en gemeente willen de zeshonderd hectare grote Oostpolder ten zuiden van de Eemshaven omtoveren in een bedrijventerrein voor grootschalige industrie. Het is bedoeld voor allerlei hi-tech bedrijvigheid als batterijfabrieken, datacenters en ondernemingen die zich met waterstof bezighouden.
De ongeveer 120 inwoners van Oudeschip, pal achter de dijk van de Oostpolder, voelen zich in de verdrukking gebracht. ‘Belachelijk dat hier op vijfhonderd meter van de bewoning windmolens staan’, zei inwoner Jan Dijkstra deze week in een uitzending van NoordVandaag. ‘We hebben de Oostpolder altijd gezien als een buffer tussen het dorp en de Eemshaven. Nu willen ze ook nog zeshonderd hectare bebouwen. Dat komt ontzettend dicht bij ons dorp. Het is onwenselijk.’
Meer economie is goed voor de brede welvaart zegt u, maar niet iedereen is er gelukkig mee.
‘We zullen inderdaad meer aandacht moeten besteden aan de vraag wat de burger in - laten we zeggen - Loppersum eraan heeft. Heel concreet kan ik daar nog niet zoveel over zeggen. Maar wanneer we bijvoorbeeld een warmteleiding gaan aanleggen van de haven naar de stad Groningen, dan zou het raar zijn wanneer we niet ook de dorpen op de route aankoppelen.’
Schetst u eens de perspectieven voor de speerpunten energie, data, groene chemie en recycling.
‘Op een conferentie in Oostende heb ik zelf mogen horen dat de landen aan de Noordzee gezamenlijk plannen hebben voor de bouw van driehonderd gigawatt aan windmolens op de Noordzee. Dat is extreem veel, het gaat om duizenden molens. Daar ligt een enorme kans voor de Eemshaven. Vanuit de haven wordt nu al het negentiende park aangelegd, dat zal de komende jaren gewoon doorgaan.’
De regering wil dat op termijn 35 procent van de stroom van windparken in Groningen aan land komt. ‘Gigantisch veel’, aldus König. Al die stroom is onmisbaar voor de waterstofplannen van onder meer Shell en Gasunie die in de Eemshaven een mega-electrolyser willen bouwen voor de productie van groene waterstof.
RWE kreeg onlangs toestemming voor de bouw van een windwerk op de Noordzee. Voorwaarde was dat een deel van de windstroom gebruikt wordt om waterstof te maken. Dat wil RWE doen met een elektrolyser in de Eemshaven. Engie heeft eveneens plannen in die richting.
Volgens König groeit zo ook de samenhang tussen de Eemshaven en het chemiecluster in Delfzijl dat de stroom kan gebruiken voor verduurzaming van de productie.

Datacenter erbij
De in recordtijd gebouwde LNG-terminal heeft eveneens een rol in de waterstofambities van Groningen Seaports. De terminal werd in 2022 in een half jaar tijd gerealiseerd om acht miljard kuub aardgas als vloeibaar gas (LNG) te kunnen importeren. Nederland bleef zo verzekerd van gas en was ermee een stuk minder afhankelijk van de grillen van Putin. Het idee is dat de terminal over vijf jaar wordt omgebouwd voor de opslag van waterstof.
König: ’Ik verwacht dat er ook nog een datacenter bij komt. De vraag naar data is enorm. Het is overigens een enorme misvatting dat dit weinig banen oplevert. Ik denk dat Google nu de grootste werkgever van de Eemshaven is. Er staat een installatie van twee miljard, onderhoud ervan vergt menskracht. Google zelf zegt dat er driehonderd mensen werken plus nog eens tweehonderd die worden ingehuurd.’
Wat waterstof betreft: ook Rotterdam zet er zwaar op in. Is het een concurrentiestrijd?
‘Nee. Ik denk dat we nooit voldoende waterstof kunnen maken. Er gaat zoveel vraag ontstaan. Dus daar is voor iedereen plek. We werken ook samen. We proberen elkaar niet dingen af te vangen.’
Aangevuld met bedrijven die aan recycling doen van banden, batterijen, textiel en andere afgedankte producten, betekent het dat de Eemshaven het verleden definitief heeft afgeschud en er zelfs een strijd om ruimte ontstaat. Nu bedrijven voor de haventerreinen in de rij staan, zoals König stelt, verwacht hij dat de huidige Eemshaven over een jaar of vijf uitverkocht is.
Een lege haven is definitief verleden tijd, maar u zit dan met het tegengestelde probleem van ruimtegebrek?
’De Oostpolder geeft flink wat lucht. We verkeren nu in de luxe situatie dat we selectiever kunnen zijn in welke bedrijven we toelaten. We hebben al nee tegen bedrijven moeten zeggen. Bijvoorbeeld bij vijf initiatieven die allemaal met dezelfde grondstoffen hetzelfde wilden gaan maken. Eén of twee kan dan, maar er is geen ruimte voor alle vijf.’
Die opdracht die u uzelf gaf toen u aantrad: maak groei van krimp. Hoe kijkt u daar nu naar?
‘Toen ik begon was de haven belangrijk voor de regio. Dat schuift op. De haven vervult voor heel Nederland en zelfs voor Europa een rol. De Eemshaven heeft haar bestaansrecht bewezen.’