Hoofd logistiek UMCG: ‘We zijn een soort bol.com van het ziekenhuis’

Alle spullen voor zowel het Martini Ziekenhuis als het UMCG komen daar binnen en gaan richting de ziekenhuizen. Jonny Mooi (60) staat aan het hoofd van die logistiek.

‘Mijn vader werkte in de apotheek van het ziekenhuis. Na mijn mavo 4-eindexamen zei hij: we zoeken vakantiehulpen, misschien is dat wat voor jou. Dat is een beetje uit de hand gelopen, want ik ben er nog.'

‘Ik heb eerst ‘ontvangst goederen’ in het magazijn gedaan. Ik moest alle ontvangsten inschrijven, zodat ze betaald konden worden. Dat ging toen allemaal nog handmatig, met pen en papier. Toen ik er een tijdje werkte, kwam er een vacature. Een van de eisen was dat ik een typediploma zou halen, want we zouden op korte termijn met computers gaan werken. Dat heb ik dus gedaan.'

‘Er zijn sinds die tijd heel wat reorganisaties geweest, waardoor we steeds professioneler werden. In 1990 werd de logistieke dienst opgericht, tot die tijd had ieder gebouw nog een eigen magazijn. Sinds 2007 bestaat dit logistiek centrum van het UMCG en Martini Ziekenhuis. Voor zover ik weet zijn dit de enige ziekenhuizen die dit op deze manier samen doen.’

‘Het heeft veel voordelen. We zijn nu groot genoeg voor een professioneel softwaresysteem voor de logistiek; met een klein magazijn kan dat niet uit. We krijgen hier op Eemspoort 45 tot vijftig vrachtauto’s per dag aan de deur. Die hoeven niet meer naar het ziekenhuis te rijden. Wij bundelen alle spullen en reduceren het aantal ritten daardoor enorm: we rijden nog maar drie keer per dag naar het Martini en acht keer naar het UMCG.’

‘Vroeger had het ziekenhuis twee leveranciers voor medische middelen, nu wel vijfhonderd. De inkoop komt nu uit de hele wereld. Ik heb hier net een aanvraag voor een product uit India. Alles komt met verschillende vervoerders hiernaartoe. Wat we vroeger in een maand deden aan orders, doen we nu in een dag. De zorg gebruikt veel meer middelen dan vroeger, omdat de technologie veel groter is.'

'Vroeger was een infuuspomp bijvoorbeeld een uitzondering. Een patiënt die na een operatie extra vocht nodig had kreeg een simpel infuus met druppelregelaartje. Nu krijgt iedereen een infuuspomp die heel nauwkeurig kan doseren, soms met nog een kranenblokje ertussen om een extra infuus te kunnen koppelen, of met een verlengslang zodat de patiënt meer mobiliteit heeft.’

‘Vroeger was ook veel meer re-usable, dat werd schoongemaakt en hergebruikt. Tegenwoordig is het allemaal disposable. We doen tegenwoordig steeds meer onderzoek, waar ook veel voor nodig is: bloedbuizen met allerlei verschillende kleuren en verschillende inhoud. We kijken wel of het minder kan. Alles is bijvoorbeeld driedubbel in plastic verpakt. Daar valt nog heel veel te winnen.’

‘Die vijftig vrachtauto’s brengen spullen die zijn besteld door de inkoopafdeling. We maken de zending open, controleren of geleverd is wat is besteld, we registreren de aankoop in het systeem en zetten het klaar voor het magazijn. Soms moet de bestelling rechtstreeks naar de klant toe, een afdeling in het ziekenhuis.'

'Per dag krijgen we ook nog 2700 aanvragen voor magazijnleveringen, bijvoorbeeld van een operatiekamer die hechtmaterialen aanvraagt, of naalden en spuiten voor een verpleegafdeling of voeding voor afdelingskeukens. Als ze vandaag bestellen, krijgen ze het morgen. We zijn een soort bol.com voor het ziekenhuis.’

‘We hebben goede teamleiders en medewerkers die zelfstandig hun werk kunnen doen. Mijn eigen werkdag bestaat vooral uit het verbeteren van de kwaliteit. In de systemen kan ik bijvoorbeeld zien hoeveel werk er vandaag is en wat er morgen zal zijn. Dan kan ik kijken of dat klopt met de hoeveelheid medewerkers die dag, of misschien moet er iemand bij. Ik wil iedere dag beter presteren dan gisteren.’

‘Toen ik nog in de apotheek werkte moesten we eens in de zoveel weken ‘s avonds medicijnen naar de afdeling brengen. Ik trof in de kinderkliniek een jongetje dat net een beenmergtransplantatie had gehad, hij had leukemie. Het enige wat ik dacht is: zullen we van plek ruilen, dan kan jij weer buiten spelen en draag ik de last wel. Ik ben niet geschikt voor de zorg, maar lever op deze manier wel mijn bijdrage.’

‘In iedere voeg van het ziekenhuis zit zoveel emotie: blijdschap maar ook zoveel intens verdriet. Voor je loopt iemand die net vader is geworden en achter je iemand die net weduwnaar is. Ik zie graag de mens, die wil ik centraal zetten. Dat zie ik in het ziekenhuis en dat wil ik hier ook doen. Dat vind ik meer in de zorg dan bij een commercieel logistiek bedrijf waar het vooral om geld gaat.’

'Nou, als je het niet erg vindt denk ik nu beetje na wat ik straks wil achterlaten. Ik wil graag dat de collega’s die het overnemen kunnen voortborduren en vernieuwen. Ik ben best een beetje old school met computers enzo. Jongens en meisjes van nu zijn daar zo vaardig mee en er komen nog zoveel nieuwe mogelijkheden met ict. Ik kan maar beter zorgen dat zij een goede basis hebben.’