Geweld in Oost-Groningen: ‘Ik kijk er niet van op dat dit nu gebeurt’

Een steekpartij bij een ijssalon, schietpartijen in Winschoten en Pekela en een explosie in de stad Groningen: de afgelopen week heeft er fors geweld plaatsgevonden in de provincie. De politie heeft, ondanks een flink rechercheteam, nog geen aanhoudingen verricht.
Criminoloog Edward van der Torre, die dit jaar een rapport presenteerde over criminaliteit in het Ommeland, lijkt voorspellende gaven te hebben. In het rapport, dat hij samen schreef met Pieter Tops, schetst hij een beeld van gemeenten buiten de stad Groningen waarin te weinig capaciteit is om criminaliteit aan te pakken. En waar drugshandel floreert dankzij armoede en de lage bereidheid van burgers om criminaliteit te melden.
'Dit kennen we hier niet'
‘Het is nieuw dat er in Groningen geweld is, dat het publieke leven in deze mate raakt’, zegt Van der Torre over de afgelasting van de Nacht van Winschoten. ‘Dat kennen we hier helemaal niet.’
Sinds vorige week donderdag is het goed duidelijk dat er flink wat mis is in Winschoten en omgeving. Toen ontstond er ruzie en een steekpartij bij een ijssalon. Later die dag was er een schietpartij op het industrieterrein. Drie dagen later werd er geschoten op een huis in Oude Pekela.
Zo’n twintig jaar geleden was het heel anders, toen was misdaad veel meer afgeschermd
Een dag later was er een ontploffing bij een schoonheidssalon in Stad. Als laatste in rij waren twee cafés in Winschoten aan de beurt. Eén werd beschoten en een ander zou ook beschoten moeten worden, maar op camerabeelden is te zien dat de jonge jongens die met het wapen in de hand staan, het niet af kunnen vuren. De ruziezoekers zijn op te delen in twee verschillende groepen, die allebei banden hebben met het criminele milieu.
Ondermijning is zichtbaarder
Geweld dat criminelen onderling gebruiken wordt forser, ziet Van der Torre. De betrokkenen worden jonger en misdaad wordt steeds zichtbaarder in de samenleving. Ook ondermijning, waarbij onder- en bovenwereld met elkaar verweven raken, wordt steeds duidelijker zichtbaar.
‘Zo’n twintig jaar geleden was dat heel anders’, zegt Van der Torre. ‘Misdaad was toen veel meer afgeschermd dan nu. Toen teelden criminelen drugs en poetsten daarna hun knaken. Nu is de misdaad meer verweven met de bovenwereld en daardoor zichtbaarder.’
Te weinig politie
Het verbaast Van der Torre niet dat de situatie in Winschoten nu zo uit de hand loopt. ‘Drugscriminaliteit en geweld nemen toe. Dat dit nu in de Ommelanden gebeurt, kunnen we wel verklaren als we kijken naar ons rapport.’
In dat rapport staat dat er per vijfduizend inwoners één wijkagent is. Een snelle rekensom leert dat in de gemeenten Oldambt en Pekela, samen goed voor 50.000 bewoners in een zeer uitgestrekt gebied, zo’n tien wijkagenten zijn.
Een dunbevolkt grensgebied met vakantieparken moet reden zijn om de capaciteit op te schroeven
‘Eigenlijk zou daar extra politie moeten zijn. Nu wordt in sterke mate gekeken naar het aantal inwoners om te bepalen hoeveel politie in een gebied moet zijn. De politiek moet zich afvragen of dat inwoneraantal zo belangrijk moet blijven. Een uitgestrekt, dunbevolkt grensgebied met vakantieparken moet eigenlijk reden zijn om de capaciteit op te schroeven.’
Geen trend in geweld
Maar dat is van de ene op de andere dag niet mogelijk. Sterker nog, als de politiek daar al in mee zou gaan, is dat iets van de lange adem. Van der Torre denkt niet dat dit explosieve geweld in Winschoten een nieuwe trend is. ‘Het lijkt me sterk dat we over drie jaar zeggen: dit waren de eerste incidenten in een reeks.’
Dit geweld heeft voor criminelen alleen maar nadelen: zij laten zich nu enorm in de kaarten kijken
Hij snapt de criminelen die dit geweld gebruiken niet. ‘Het is goed dat er nu deze ophef ontstaat over dit geweld. Het heeft voor de betrokkenen alleen maar nadelen: zij laten zich nu enorm in de kaarten kijken. Als ik zelf crimineel zou zijn, zou ik dit willen stoppen.’
Maar hoe? ‘Dat is inderdaad de vraag’, zegt Van der Torre. ‘Als er een conflict in de onderwereld is, stappen ze natuurlijk niet zelf naar de politie.’