'Er zullen meer winkelketens failliet gaan, maar dat is niet per se slecht'

Publiek in de Herestraat in Groningen
Publiek in de Herestraat in Groningen © ANP
Vero Moda, Score, Chasin', Shoeby en misschien ook Big Bazar. Heel wat winkelketens lijken de laatste tijd uit het straatbeeld te verdwijnen - en er zullen meer volgen, zeggen een hoogleraar detailhandel aan de RUG en de voorzitter van de Groningen City Club. 'Maar dat hoeft niet rampzalig te zijn.'
Er gáán meer winkelketens failliet deze jaren. 'Zeker ten opzichte van de coronajaren, toen er verschillende regelingen waren die ondernemers overeind hielden. Maar het aantal winkelfaillissementen is weer niet zo hoog als in de jaren 2017, '18 en '19', zegt Laurens Sloot, bijzonder hoogleraar Ondernemerschap in de Detailhandel aan de RUG.
Modewinkelketen Shoeby probeert met een groep schuldeisers tot een akkoord te komen om een faillissement af te wenden. Volgens het retailbedrijf is het een van de maatregelen van een herstelprogramma dat Shoeby heeft ingezet nadat de coronapandemie de resultaten onder druk had gezet.

Winkeliers trekken hun conclusies

'Winkeliers trekken hun conclusies nu de belastingkorting van afgelopen jaren is afgelopen', zegt Eric Bos, voorzitter van winkeliersvereniging Groningen City Club (GCC) in Stad. Maar er zijn meerdere redenen: 'Producten inkopen is veel duurder geworden door de inflatie, personeel is duurder en de huurprijzen voor panden zijn 10 tot 15 procent gestegen. Veel ondernemers hebben een vijfjaren contract voor de huur, en die trekken nu hun conclusies.'
Winkelketens hebben nu minder vierkante meters nodig
Eric Bos, voorzitter GCC
Bos wijst ook op een andere trend: 'Winkelketens halen steeds meer inkomsten uit online. Ze hoeven daarom minder assortiment in de winkel te hangen en ze hebben dus minder vierkante meters nodig. Je ziet het al aan grote ketens. H&M heeft nu twee vestigingen minder in de stad, en ook het aantal vestigingen van de C&A loopt landelijk terug.'

Op zoek naar koopjes

Toch verkeert ook een typische koopjeswinkel zonder online poot in zwaar weer: Big Bazar. Juist in tijden van een lichte economische recessie. Hoe is dat dan te verklaren? Hoogleraar Sloot: 'Consumenten zijn op dit moment ontzettend prijsgevoelig en op zoek naar koopjes, maar feit is wel dat Big Bazar met de beste in Europa moet concurreren - en dat is Action. Soms is het gewoon een simpele rekensom.'
Concurreren met de Action is een soort concurreren met Sven Kramer in topvorm
Laurens Sloot, hoogleraar detailhandel aan de RUG
'Op dit moment zie je dat consumenten wel iets meer uitgeven in de detailhandel, maar dat komt met name door de inflatie, omdat producten zelf duurder zijn geworden. De aantallen producten die worden gekocht, daar zit eigenlijk al het hele jaar een daling in. Als je dan moet concurreren met een partij als Action - een soort Sven Kramer in topvorm - ziet het sommetje voor andere partijen er niet goed uit.'

Hopen op opheffingsuitverkoop

Volgens Sloot is Big Bazar op zich geen slechte keten. Eigenlijk zou een dergelijke winkel het ook goed moeten doen in deze tijd, maar consumenten kopen hun spulletjes vaak maar bij één winkel. 'En als je die producten eenmaal gekocht hebt, ga je niet naar een andere winkel om hetzelfde te kopen.'
'Wat je ziet in dit geval, is dat de verhuurders van de panden het faillissement hebben aangevraagd. Die hebben al een half jaar geen betaling meer ontvangen. Big Bazar zegt dan betalingsregelingen af te willen spreken, maar dat komt dan niet van de grond. Dan verliezen verhuurders en leveranciers het vertrouwen in een keten, en vragen ze alsnog een faillissement aan in de hoop op een opheffingsuitverkoop. Dan krijgen die partijen in ieder geval nog iets van hun rekeningen betaald.'
Een koffiezaak in de Herestraat, op een plek waar vroeger een kledingwinkel zat
Een koffiezaak in de Herestraat, op een plek waar vroeger een kledingwinkel zat © ANP

Meer faillissementen

Of er nog meer grote winkelketens om gaan vallen? 'Grote weet ik niet', zegt Sloot. 'Ik merk wel dat consumenten koopkracht hebben verloren afgelopen jaren. Veel winkels zijn echt duurder geworden. Het aantal producten dat mensen kopen, staat onder druk. Het klinkt hard, maar er gaan nog meer slachtoffers vallen. Ik verwacht komend jaar nog meer faillissementen.'
Bos sluit zich daarbij aan: 'Al zal het denk ik geen extreme vormen aannemen. En vergis je niet: het gaat nu een stuk beter dan verwacht. Winkeldata-analist Locatus voorspelde dat er deze jaren na corona twintig procent leegstand zou zijn in de Groninger binnenstad. We zitten op nog geen vier procent- en ongelooflijk laag cijfer! Er zullen heus nog wel meer winkelketens verdwijnen, maar er zullen weer andere ketens voor terugkomen. Alleen dan wel op minder vierkante meters dan voorheen.'

Grote banenmotor staat onder druk

Dat grote winkelketens afbouwen in het aantal vestigingen en de grootte van de winkels, heeft volgens Bos wel een groot nadeel. 'Als je kijkt hoeveel mensen in de horeca en winkels werken in Groningen, dan zorgen grote winkelbedrijven voor 50 procent van het personeel. Kleinere winkels hebben minder personeel nodig.'
Het Forum heeft nu de bezoekersaantallen die V&D vroeger had
Eric Bos, voorzitter GCC
Toch vindt Bos, ook oud-directeur van de Groningse V&D, de ontwikkelingen niet alarmerend. 'Je ziet dat Stad nu anders wordt gebruikt. Vroeger ging men primair naar de stad om te shoppen. Nu is het shoppen maar een onderdeel; een dagje stad begint met iets eten en drinken. Als je kijkt wat de jeugd uitgeeft op het terras! Dat was vroeger niet zo. Bedenk je wel: het Forum heeft nu de bezoekersaantallen die V&D vroeger had. Verandering is niet perse slecht.'
Ook Sloot vindt dat een reeks faillissementen niet per se een slechte kant heeft. Al heeft de bijzonder hoogleraar daarvoor wel een andere reden: 'Het klinkt altijd koud als je zegt dat het bij ondernemen hoort, want ik weet dat er heel veel mensen bij winkels werken, soms wel twintig jaar. Maar als je uitzoomt zie je dat er een enorme personeelskrapte is in Nederland. Dat heel veel sectoren mensen tekortkomen. In die zin kan een recessie soms ook wat druk van de ketel halen. Er komt weer meer personeel beschikbaar, en dat kan goed nieuws zijn voor de zorg, of betekenen dat horecazaken weer een dag in de week vaker open kunnen. Voor medewerkers en eigenaren is het een hele vervelende periode, maar op zich hoeven faillissementen niet meteen rampzalig te zijn.'