'Voorkom dat werknemers opbranden, houd de zware beroepenregeling overeind'

Bestuurder Janwillem Compaijen van vakbond FNV
Bestuurder Janwillem Compaijen van vakbond FNV © RTV Noord
Mensen die zwaar werk doen, kunnen met een speciale regeling eerder stoppen met werken. Maar deze zware beroepenregeling dreigt te verdwijnen. Dat mag niet gebeuren, zegt vakbondsman Janwillem Compaijen.
'Kan ik er nog eerder uit met die zware beroepenregeling?', vroeg de stratenmaker me. Dan moest ik wel eerst zijn geboortedatum weten. September 1961. Nog net wel. Hij kwam ervoor in aanmerking. Maar wie na september 1961 is geboren heeft pech.
In 2019 kwam het Pensioenakkoord tot stand. Dat akkoord van regering, vakbonden en werkgevers leidde tot de nieuwe Pensioenwet die op 1 juli van kracht werd en uiterlijk per 1 januari 2028 toegepast moet worden. Bij het Pensioenakkoord werd ook de zogenaamde RVU-regeling afgesproken. De Regeling Vervroegde Uittreding voor zware beroepen, kortweg: de zware beroepenregeling.

Bedrijfs-AOW

Deze regeling geeft werknemers de mogelijkheid maximaal drie jaar voor hun AOW-datum hun arbeidscontract te laten ontbinden. Ze krijgen daarnaast een jaarlijkse uitkering van maximaal 24.444 euro, te betalen door de werkgever. Het komt neer op een soort bedrijfs-AOW tot het moment dat de staats-AOW start.
De werkgever betaalt geen belasting over het bedrag dat hij uitkeert. De werknemer doet dat wel. Na belasting houdt die een maandelijks bedrag over ter hoogte van de netto AOW van een alleenstaande: 1.422 euro is dat nu.
Het is ook echt vervroegd uittreden. Tot de AOW-datum is een nieuwe baan er niet bij, een WW-uitkering evenmin. Wel kan iemand zijn pensioen naar voren schuiven om de uitkering aan te vullen. Of zijn spaargeld aanspreken.
Veel mensen trekken de stijging van de AOW-leeftijd niet
Janwillem Compaijen
Het is goed dat de regeling er is. De AOW-datum gaat nog steeds verder omhoog. Vanaf maart 2024 is die 67 jaar. Veel mensen trekken die stijging niet.
Mooi dat juist de stratenmaker me ernaar vroeg. Want als we het over zware beroepen hebben, komt de stratenmaker steeds op het netvlies. We zijn het er allemaal wel over eens dat dit een zwaar beroep is, maar het is tegelijk een stereotype.

Veel zware beroepen

Want er zijn veel meer zware beroepen. Denk aan de werknemers in de 24/7-economie, de mensen in de bouw of de landbouw die steevast buiten werken. De mensen met fysiek of psychisch zwaar werk, de mensen die onregelmatige diensten of nachtdiensten draaien. De chauffeurs op de weg, de mensen in de industrie.
Werkgevers en werknemers zijn vrij om de zware beroepenregeling in de cao op te nemen. In bijna driehonderd cao’s is dat ook gebeurd. Maar er zijn ook werkgevers, zoals luierfabriek Essity in Hoogezand, die de toepassing willen beperken, bijvoorbeeld alleen voor mensen in de nachtdienst of alleen voor mensen in ploegendienst. En er dan ook nog een maximum aan verbinden. Dan wordt het een gunfactor.
Gelukkig zijn er juist ook werkgevers, zoals Qsil in Winschoten, Icopal in Hoogkerk en Teijin Aramid in Delfzijl, die het brede verband wel zien. Alle werknemers kunnen zich voor de zware beroepenregeling aanmelden.

Kantoorbaan

In de praktijk werkt dat goed. Ook mensen met een kantoorbaan melden zich. En mensen die na een lang dienstverband gewoonweg opgebrand zijn.
Heel erg luxueus is de regeling overigens niet. Daarom maken veel deelnemers pas een jaar of anderhalf jaar voor de AOW-datum er gebruik van. Drie jaar slaat voor hen een te groot gat in de begroting.
Helaas zit er een einddatum op de afspraak uit 2019. We kunnen hem afspreken tot 1 januari 2026. De stratenmaker van september 1961 valt er nog net onder. Uiteraard willen de vakbonden deze nuttige en sociale regeling verlengen. Liever vandaag dan morgen. Zodat ook de mensen geboren na 30 september 1961 weer perspectief krijgen en zich kunnen uitplannen door een eventuele vervroegde uittreding.
Janwillem Compaijen is bestuurder bij FNV